Décision judiciaire de Raad van State, 13 novembre 2012

Date de Résolution13 novembre 2012
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

VIIe KAMER

A R R E S T

nr. 221.374 van 13 november 2012 in de zaak A. 150.409/VII-38.174.

In zake : de NV WATTPLUS, thans de NV ESSENT BELGIUM bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten David Haverbeke, Jens Debièvre en Wouter Vandorpe kantoor houdend te 1000 Brussel Havenlaan 86C, bus 113 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen :

het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Sven Vernaillen en Bart Goossens kantoor houdend te 2018 Antwerpen Mechelsesteenweg 27 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van het beroep

  1. Het beroep, ingesteld op 5 april 2004, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen.

    II. Verloop van de rechtspleging

  2. Bij arrest nr. 138.837 van 23 december 2004 is de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de artikelen 15 en 18 van het bestreden besluit ingewilligd en is de vordering tot schorsing voor het overige verworpen.

    VII-38.174-1/54

    Bij arrest nr. 204.108 van 19 mei 2010 zijn de debatten heropend en is het door de auditeur-generaal aangewezen lid van het auditoraat gelast met een aanvullend onderzoek.

    Eerste auditeur Werner Weymeersch heeft een aanvullend verslag opgesteld.

    De verwerende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend. De verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2011.

    Staatsraad Peter Sourbron heeft verslag uitgebracht.

    Advocaten David Haverbeke en Wouter Vandorpe, die verschijnen voor de verzoekende partij, en advocaat Sven Vernaillen, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Werner Weymeersch heeft een andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    VII-38.174-2/54

    III. Feiten

  3. De gegevens van de zaak werden reeds samengevat in het arrest nr. 204.108 van 19 mei 2010.

    IV. Onderzoek van de middelen

    4. Het eerste onderdeel van het eerste middel werd ongegrond bevonden in het voormelde arrest van 19 mei 2010.

    A. Eerste middel (tweede onderdeel)

    Standpunt van de partijen

    5. In het tweede onderdeel van het eerste middel voert de verzoekende partij de schending aan van artikel 28 van het EG-verdrag, doordat de artikelen 15 en 18 van het bestreden besluit maatregelen bevatten die beschouwd moeten worden als kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking.

    In het verzoekschrift wordt het middelonderdeel als volgt toegelicht :

    "Overeenkomstig de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn de regels inzake het vrije verkeer van goederen van toepassing op elektriciteit.

    'Het staat in de communautaire rechtsorde, evenals overigens in de nationale rechtsorden, vast, dat elektriciteit een goed in de zin van artikel 30 van het Verdrag is. Zo wordt elektriciteit in het kader van de tariefnomenclatuur van de Gemeenschap als een goed aangemerkt (GN-code 27.16)' (H.v.J. 27 april 1994, nr. C-393/92, Jur. H.v.J. 1994, I, 1477).

    Artikel 28 van het EG-Verdrag bepaalt dat kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking tussen de Lidstaten verboden zijn.

    Sinds het Dassonville-arrest van het Hof van Justitie van de Europese

    VII-38.174-3/54

    Gemeenschappen van 11 juli 1974 geldt als vaste rechtspraak van het Hof dat iedere maatregel 'die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren, als een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen te beschouwen is' in de zin van artikel 28 van het EG-Verdrag (H.v.J. 11 juli 1974, nr. 8/74, Jur. H.v.J. 1974, 837). Blijkens het Dassonville-arrest bestaat het doel van artikel 28 van het EG-Verdrag erin om alle maatregelen van de Lidstaten af te schaffen die de invoer in het handelsverkeer tussen de Lidstaten belemmeren, ongeacht of die maatregelen rechtstreeks betrekking hebben op het verkeer van ingevoerde goederen dan wel tot gevolg hebben dat het in de handel brengen van goederen uit de Lidstaten onrechtstreeks wordt belemmerd. Voor zover het gaat om maatregelen die een verschillende behandeling van nationale en geïmporteerde producten instellen, is het zonder meer duidelijk, overeenkomstig de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie, dat zulke maatregelen de invoer belemmeren en hierdoor onverenigbaar zijn met het artikel 28 van het EG-Verdrag.

    De in dit tweede onderdeel aangehaalde rechtsbepalingen zijn, zoals nu zal blijken, geschonden door zowel artikel 15 als artikel 18 van het bestreden besluit.

    Overeenkomstig artikel 18 van het bestreden besluit ('… die haar elektriciteit rechtstreeks injecteert in een in België gelegen distributienet') wordt de kosteloze distributie op basis van de oorsprong van de groene stroom beperkt tot de injectie van elektriciteit opgewekt door de productie-installaties aangesloten op een gewestelijk Belgisch distributienet. Zo voert het bestreden besluit op uitdrukkelijke wijze een verschil in tussen, enerzijds, groene stroom geïnjecteerd in een Belgisch distributienet en, anderzijds, groene stroom ingevoerd uit een andere Lidstaat van de Europese Unie. Het bestreden besluit bevordert op deze wijze onrechtmatig de afzet van rechtstreeks op een gewestelijk distributienet geïnjecteerde groene stroom ten nadele van groene stroom die afkomstig is uit andere Lidstaten. Daardoor verstoort het bestreden besluit de mededinging en belemmert het bestreden besluit het handelsverkeer binnen de interne markt en zijn verwezenlijking. Zulke protectionistische of discriminerende maatregelen staan onbetwistbaar op gespannen voet met artikel 28 van het EG-Verdrag en de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Artikel 18 van het bestreden besluit is aldus een maatregel van gelijke werking aan een invoerbeperking verboden door artikel 28 van het EG-Verdrag. Op 1 april 2004 heeft de Europese Commissie de verwerende partij nogmaals ook in gebreke gesteld het systeem van kosteloze distributie, zoals gewijzigd door het bestreden besluit, in overeenstemming te brengen met de vereisten inzake vrij verkeer (…):

    'Vrij verkeer van goederen: de Commissie treedt op tegen (...) België (...) (...) België wordt verzocht (...) de discriminerende regeling van het Vlaamse Gewest aan te passen op grond waarvan distributiekosten in rekening worden gebracht voor 'groene' stroom die in andere lidstaten uit hernieuwbare bronnen is geproduceerd, terwijl dergelijke kosten niet worden gerekend voor in eigen land geproduceerde 'groene' stroom.

    VII-38.174-4/54

    Het vrije verkeer van goederen is een van de basisbeginselen van de interne markt. Op grond van het EG-Verdrag (artikelen 28-30) en de jurisprudentie van het Hof van Justitie is het aan de lidstaten verboden de in- en of uitvoer naar en uit andere lidstaten te beperken, tenzij om objectieve redenen van algemeen belang (bijvoorbeeld om de volksgezondheid of de veiligheid te beschermen). Maar ook dan moeten de beperkingen in verhouding staan tot de doelstelling. Uit de regels van het EG-Verdrag en de jurisprudentie van het Hof volgt dat legaal in een andere lidstaat geproduceerde en/of in de handel gebrachte goederen in alle andere lidstaten legaal in de handel mogen worden gebracht, tenzij zulks niet is toegestaan om objectieve en evenredige redenen van algemeen belang. Als nationale voorschriften het vrije verkeer van goederen in de Europese Unie belemmeren, wordt bedrijven het recht ontnomen om een product te verkopen, neemt de concurrentie op de nationale markten af, hebben de consumenten minder keuzemogelijkheden en dreigen ze meer te moeten betalen. (...) België - belemmeringen voor de verkoop van 'groene' stroom De Commissie heeft tevens besloten België een met redenen omkleed advies te sturen omdat de autoriteiten van het Vlaamse Gewest distributiekosten in rekening brengen voor 'groene' (uit hernieuwbare energiebronnen geproduceerde) stroom afkomstig uit een andere lidstaat. Dergelijke kosten worden niet gerekend voor in het Vlaamse Gewest geproduceerde 'groene' stroom die rechtstreeks het distributienet bereikt. Deze discriminatie maakt in andere lidstaten geproduceerde 'groene' stroom veel duurder dan de in eigen land geproduceerde stroom. De Commissie acht dit een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer van goederen.'

    Artikel 15 van het bestreden besluit bepaalt dat enkel de groenestroomcertificaten die worden toegekend voor elektriciteit, opgewekt in het Vlaamse Gewest of de gebieden bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 april 1999 in aanmerking kunnen komen om te worden aanvaard door de VREG voor het voldoen aan de certificatenverplichting. Ingevolge deze bepaling worden groenestroomcertificaten toegekend aan groene stroom die zou beantwoorden aan dezelfde kenmerken als deze die in Vlaanderen wordt geproduceerd maar die wordt opgewekt in een andere Lidstaat, door de tekst zelf van het bestreden besluit uitgesloten voor het voldoen aan de certificatenverplichting die aan leveranciers wordt opgelegd overeenkomstig artikel 23 van het elektriciteitsdecreet. Artikel 15 van het bestreden besluit vormt aldus een beperking verboden door artikel 28 van het EG-Verdrag.

    Overeenkomstig artikel 30 van het EG-Verdrag kan een beperking in de zin van artikel 28 van het EG-Verdrag worden verantwoord of gerechtvaardigd uit hoofde van welbepaalde redenen zoals de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, het nationaal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT