Décision judiciaire de Raad van State, 16 juin 2011

Date de Résolution16 juin 2011
JuridictionAndere
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

IXe KAMER

A R R E S T

nr. 213.923 van 16 juni 2011 in de zaak A. 199.224/IX-7068

In zake: Kurt MAENHOUT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Jean-Baptiste Petitat en Victor Petitat kantoor houdend te 8310 Sint-Kruis (Brugge) Sportstraat 49 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de VLAAMSE GEMEENSCHAP vertegenwoordigd door de Vlaamse regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Stijn Butenaerts kantoor houdend te 1080 Brussel Leopold II-laan 180 bij wie woonplaats wordt gekozen

-------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering

  1. De vordering, ingesteld op 16 februari 2011, strekt ertoe aan de verwerende partij een dwangsom op te leggen wegens de niet-uitvoering van het vernietigingsarrest nr. 207.322 van 13 september 2010 van de Raad van State, ten bedrage van 25.000 euro “per dag vertraging, te rekenen vanaf de betekening van het tussen te komen arrest tot het opleggen van deze dwangsom, dat zij de verzoeker niet benoemt als inspecteur basisonderwijs vanaf 1 januari 2008, minstens vanaf 16 mei 2008” en “ondergeschikt [...] per dag vertraging [...] dat zij de verzoeker niet terug in dienst neemt als inspecteur op proef vanaf 16 mei 2008”. II. Verloop van de rechtspleging

  2. De verwerende partij heeft een nota ingediend.

    IX-7068-1/16

    Eerste auditeur Diane Mareen heeft een verslag opgesteld.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 30 mei 2011.

    Staatsraad Bert Thys heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Victor Petitat, die verschijnt voor de verzoeker, en advocaat Stijn Butenaerts, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

    Eerste auditeur Diane Mareen heeft een met dit arrest andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Van 1 september 2002 tot 31 december 2006 is de verzoeker directeur van de gemeentelijke basisschool te K.

    Op 2 maart 2006 wordt door een lid van de gemeenteraad, op aangifte van de secretaresse van de verzoeker, tegen deze laatste klacht ingediend bij de Procureur des Konings te Brugge, op grond van verduistering van gelden van de school. Later stellen de gemeente K. en de secretaresse zich burgerlijke partij. Een opsporingsonderzoek wordt gevoerd.

    3.2. In augustus 2006 slaagt de verzoeker voor de selectieproeven voor het ambt van inspecteur basisonderwijs.

    IX-7068-2/16

    Bij ministerieel besluit van 16 maart 2007 wordt hij met ingang van 1 januari 2007 toegelaten tot de proeftijd in het ambt van inspecteur basisonderwijs.

    3.3. Eveneens op 16 maart 2007 wordt de verzoeker gedagvaard om op 30 april 2007 te verschijnen voor de Correctionele Rechtbank te Brugge, op grond van verduistering van openbare gelden. De terechtzitting wordt uitgesteld tot 3 december 2007.

    3.4. Op 14 december 2007 heeft de verzoeker met de inspecteur-generaal van het basisonderwijs, eerste evaluator, en de twee stageleiders die zijn opgetreden als tweede evaluator, een evaluatiegesprek over zijn proeftijd, lopend van 1 januari 2007 tot 31 december 2007. Dit gesprek gebeurt op basis van een ontwerp van evaluatieverslag, opgesteld door de stageleiders, dat positief is voor de verzoeker. Volgens het ontwerp zouden de evaluatoren het voorstel doen om de verzoeker in vast verband te benoemen.

    Volgens de verwerende partij heeft de inspecteur-generaal kort vóór het evaluatiegesprek vernomen dat de verzoeker betrokken is in een strafprocedure en dat het vonnis op 31 december 2007 zou worden uitgesproken. De strafprocedure wordt tijdens het gesprek evenwel niet ter sprake gebracht.

    3.5. Bij vonnis van 31 december 2007 verklaart de Correctionele Rechtbank te Brugge de aan de verzoeker ten laste gelegde feiten bewezen. De verzoeker wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en tot een geldboete.

    Op 9 januari 2008 stelt de verzoeker tegen dit vonnis hoger beroep in. Bij arrest van 23 februari 2009 bevestigt het Hof van Beroep te Gent het bestreden vonnis op strafrechtelijk gebied, met dien verstande dat de opgelegde gevangenisstraf en geldboete worden verhoogd. Verzoekers voorziening in cassatie wordt op 13 oktober 2009 verworpen.

    IX-7068-3/16

    3.6. Op 2 januari 2008 zendt één van de stageleiders aan de verzoeker een gewijzigde versie van het evaluatieverslag. Hij noemt deze versie “het definitieve verslag”. Volgens deze versie stellen de evaluatoren nog steeds een vaste benoeming voor. De verwerende partij stelt dat deze versie nog niet de definitieve versie was en ten onrechte aan de verzoeker werd bezorgd.

    Op 6 januari 2008 deelt de voormalige secretaresse van de verzoeker aan de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming mee dat de verzoeker is veroordeeld. Zij vraagt om te worden gehoord voordat de verzoeker wordt benoemd tot inspecteur.

    Op vraag van de verzoeker heeft op 9 januari 2008 een gesprek plaats met de inspecteur-generaal van het basisonderwijs. De verzoeker geeft er toelichting bij zijn veroordeling. Hij deelt ook mee dat hij tegen het vonnis van de correctionele rechtbank hoger beroep instelt. Zich beroepend op de bescherming van zijn privéleven en op het vermoeden van onschuld bezorgt hij de inspecteur-generaal geen kopie van het vonnis.

    Op 11 januari 2008 vraagt de inspecteur-generaal aan de juridische dienst van het ministerie van Onderwijs en Vorming advies over de verder te nemen stappen.

    Diezelfde dag stuurt de verzoeker het op 2 januari 2008 ontvangen evaluatieverslag naar de inspecteur-generaal. Hij heeft bij dit verslag geen opmerkingen.

    Op verzoek van de juridische dienst bezorgt het parket bij de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge op 15 januari 2008 een kopie van het vonnis van 31 december 2007.

    IX-7068-4/16

    Op 18 januari 2008 bezorgt de juridische dienst zijn advies aan de inspecteur-generaal. Op basis van dit advies besluit de coördinerend inspecteur-generaal op 22 januari 2008 dat de verzoeker in de gegeven omstandigheden niet vast kan worden benoemd.

    Op 12 februari 2008 bezorgt de verzoeker zijn stageverslag aan de inspecteur-generaal.

    Op 14 februari 2008 ondertekenen de inspecteur-generaal basisonderwijs, als eerste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT