Décision judiciaire de Raad van State, 19 octobre 2010

Date de Résolution19 octobre 2010
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

XIIe KAMER

A R R E S T

nr. 208.210 van 19 oktober 2010 in de zaak A. 178.388/XII-4922

In zake: Erik PEETERS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Dirk Lindemans kantoor houdend te 1000 Brussel Keizerslaan 3 bij wie woonplaats wordt gekozen en eveneens bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jozef Van Den Heuvel

tegen:

  1. de VLAAMSE GEMEENSCHAP bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Tom De Sutter kantoor houdend te Gent Koning Albertlaan 128 bij wie woonplaats wordt gekozen

  2. het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN ANTWERPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Yves Loix en Tom Peeters kantoor houdend te Antwerpen Mechelsesteenweg 27 bij wie woonplaats wordt gekozen

    --------------------------------------------------------------------------------------------------I. Voorwerp van het beroep

    1. Het beroep, ingesteld op 9 november 2006, strekt tot de nietigverklaring van (1) het besluit van 10 juni 2005 van de raad voor maatschappelijk welzijn van Antwerpen, waarbij Erik Peeters bij tuchtmaatregel van ambtswege wordt ontslagen en (2) van het besluit van 13 september 2006 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, houdende enerzijds intrekking van een eerder ministerieel besluit van 2 februari 2006 en anderzijds niet inwilliging van het beroep van Erik Peeters en goedkeuring van het voormelde tuchtbesluit.

    XII-4922-1\32

    II. Verloop van de rechtspleging

    2. De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend en verzoeker heeft een memorie van wederantwoord ingediend.

    Auditeur Bart Weekers heeft een verslag opgesteld.

    Verzoeker en de verwerende partijen hebben een laatste memorie ingediend.

    De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 21 september 2010.

    Staatsraad Geert Van Haegendoren heeft verslag uitgebracht.

    Advocaat Dirk Lindemans, die tevens loco advocaat Jozef Van Den Heuvel verschijnt voor verzoeker, advocaat Tom De Sutter, die verschijnt voor de eerste verwerende partij en advocaat Tom Peeters, die verschijnt voor de tweede verwerende partij, zijn gehoord.

    Auditeur Iris Verheven heeft een met dit arrest andersluidend advies gegeven.

    Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    III. Feiten

    3.1. Verzoeker is sedert 1 januari 1995 ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) van Antwerpen.

    3.2. Op 1 oktober 2004 stelt het bedrijfsrevisorenkantoor Ernst & Young de voorzitster van het OCMW in kennis van de bevindingen van het onderzoek dat het in opdracht van het OCMW heeft uitgevoerd naar “de wederzijdse vorderingen en schulden per eind 2003 van het OCMW enerzijds en de Antwerpse OCMW ziekenhuizen anderzijds”. Die bevindingen betreffen vooreerst de

    XII-4922-2\32

    vaststelling van een “[o]p heden niet verklaard verschil” van 22,5 miljoen euro en voorts de vaststelling van “belangrijke leemten in de interne controles, zowel aan de zijde van het OCMW als van de ziekenhuizen”, die “aanleiding [kunnen] geven tot allerlei mogelijkheden van fraude”. Vastgesteld wordt dat “binnen één administratie verschillende personen betrokken zijn bij de diverse wederzijdse transacties in rekening-courant, zonder dat één persoon het volledige overzicht heeft over het geheel van de transacties of de verantwoordelijkheid hiervoor opneemt”.

    Het verslag van Ernst & Young wordt besproken op de vergaderingen van 4, 8 en 15 oktober 2004 van de raad voor maatschappelijk welzijn (hierna ook: OCMW-raad). De raad vraagt aan de secretaris van het OCMW en aan verzoeker uitleg over de bevindingen van het bedrijfsrevisorenkantoor.

    Met een faxbericht van 15 oktober 2004 deelt de procureur des Konings te Antwerpen aan de voorzitster van het OCMW mede dat hij “inzake het tekort van 22,5 miljoen euro” een gerechtelijk onderzoek heeft gevorderd “wegens mededaderschap van valsheid in openbare geschriften en gebruik, valsheid in private geschriften en gebruik, corruptie en verduistering”.

    3.3. Op 29 oktober 2004 besluit de raad voor maatschappelijk welzijn ten laste van verzoeker een tuchtprocedure in te leiden en aan de secretaris de opdracht te geven het tuchtdossier samen te stellen.

    3.4. Tijdens de maand november 2004 geeft de raad voor maatschappelijk welzijn aan Unisys Consulting de opdracht “een doelgerichte externe audit met clausule naar forensische audit” uit te voeren.

    3.5. Op 24 november 2004 besluit de raad voor maatschappelijk welzijn verzoeker “in het belang van de dienst en lopende het verdere tuchtonderzoek” preventief te schorsen gedurende vier maanden, met behoud van zijn volledige wedde.

    3.6. Op 7 januari 2005 dient het OCMW van Antwerpen bij de onderzoeksrechter te Antwerpen een klacht in met burgerlijke partijstelling tegen onbekenden, met het oog op de vergoeding van de schade die het lijdt ingevolge de feiten die het voorwerp zijn van het gerechtelijk onderzoek.

    XII-4922-3\32

    3.7. Met een aangetekende brief van 3 maart 2005 wordt verzoeker door de voorzitster en de secretaris van het OCMW opgeroepen om op 18 maart 2005 door de raad voor maatschappelijk welzijn te worden gehoord over de hem ten laste gelegde feiten, die zijn uiteengezet in het bij de oproeping gevoegde tuchtverslag van de secretaris. De secretaris stelt in het tuchtverslag voor om verzoeker op grond van deze feiten bij tuchtmaatregel van ambtswege te ontslaan.

    Op 18 maart 2005 wordt verzoeker, bijgestaan door zijn raadslieden, door de raad voor maatschappelijk welzijn gehoord. Verzoekers vraag om uitstel, teneinde meer tijd te hebben voor de voorbereiding van zijn verdediging, wordt niet ingewilligd.

    Op 22 maart 2005 besluit de raad voor maatschappelijk welzijn verzoeker bij tuchtmaatregel van ambtswege te ontslaan, met uitwerking bij voorraad vanaf de kennisgeving van de beslissing aan betrokkene.

    3.8. In het kader van de adviesbevoegdheid die het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen te dezen toebehoort krachtens artikel 53, § 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna: OCMW-wet), delen de afgevaardigde schepen en de stadssecretaris met een brief van 18 april 2005 aan het OCMW mee dat het college volledig instemt met het genomen tuchtbesluit en dat de deputatie van de provincieraad van Antwerpen als toezichthoudende overheid het best geplaatst is om te oordelen over de regelmatigheid van de tuchtprocedure, de juistheid van de feitenvinding en de evenredigheid van de opgelegde tuchtstraf.

    3.9. Na enkele tussentijdse rapporteringen, onder meer op 11 februari 2005, brengt Unisys Consulting op 22 april 2005 het eindrapport uit over de door het OCMW opgedragen audit.

    3.10. In het kader van de goedkeuringsbevoegdheid die haar krachtens artikel 53, § 1, van de OCMW-wet toebehoort, besluit de deputatie van de provincieraad van Antwerpen, na verzoeker en zijn raadslieden en vertegenwoordigers van het OCMW te hebben gehoord, op 28 april 2005 het tuchtbesluit van 22 maart 2005 niet goed te keuren, omdat sommige ten laste gelegde feiten ten onrechte als tuchtfeiten in aanmerking zijn genomen, andere verjaard zijn en de rechten van verdediging werden geschonden doordat aan de raadslieden van

    XII-4922-4\32

    verzoeker geen uitstel werd verleend om het tuchtdossier beter te kunnen bestuderen.

    3.11. Met een brief van 29 april 2005 delen de voorzitster en de secretaris van het OCMW aan verzoeker mede kennis te hebben genomen van het besluit van de deputatie. Zij nodigen verzoeker uit om het werk op 2 mei 2005 te hervatten.

    3.12. Op 3 mei 2005 neemt de raad voor maatschappelijk welzijn kennis van het niet-goedkeuringsbesluit van de bestendige deputatie. Hij stelt vast dat de deputatie geen uitspraak heeft gedaan over verschillende aan verzoeker ten laste gelegde feiten en hij stelt te willen onderzoeken of die feiten als tuchtfeiten in aanmerking kunnen worden genomen en de voorgestelde tuchtsanctie van het ontslag van ambtswege kunnen rechtvaardigen. De OCMW-raad besluit de tucht-procedure tegen verzoeker te hernemen en het eindrapport van Unisys Consulting aan het tuchtdossier toe te voegen. De nog in aanmerking genomen feiten worden als volgt omschreven:

    “1. Een verschil dat niet is verklaard van 22,5 miljoen euro in de boekhou-ding van het O.C.M.W.

    De ontvanger bekleedt op basis van de O.C.M.W.-Wet een sleutelpositie, waarvan de taak omschreven is in artikel 46 van deze wet. De correcte uitoefening van zijn taken impliceert noodzakelijkerwijs dat de ontvanger op ieder ogenblik, minstens binnen een redelijke termijn, een correct en gestaafd overzicht heeft of kan verstrekken van de volledige financiële situatie van het O.C.M.W., met inbegrip van alle geldbewegingen, schulden en schuldvorderingen. Zoals hieronder wordt aangetoond, is de ontvanger tekort gekomen in de uitoefening van deze beroepsplicht.

    ERNST & YOUNG heeft per brief van 1 oktober 2004 ter kennis gebracht van het O.C.M.W. dat een niet-verklaard verschil van 22,5 miljoen euro werd vastgesteld tussen de boekhouding van het O.C.M.W. en die van de ziekenhuizen. Tot op heden is er nog steeds geen verklaring voor dit verschil van 22,5 miljoen euro betreffende de wederzijdse vorderingen en schulden per eind 2003 tussen het O.C.M.W. en de Antwerpse O.C.M.W.-Ziekenhuizen.

    De ontvanger heeft noch op het ogenblik van de initiële vraagstelling van 8 oktober 2004, noch op 15 oktober 2004, duidelijkheid kunnen verschaffen. M.a.w. ondanks de termijn waarover de ontvanger heeft kunnen beschikken en ondanks de vaststelling dat de ontvanger over alle gegevens kon beschikken, heeft hij zijn wettelijk omschreven taken van artikel 46 van de organieke wet van 8 juli 1976 (O.C.M.W.-Wet) niet vervuld.

    Volgens het thans voorliggend eindverslag van UNISYS van 22 april 2005 gaat het om een totaal bedrag...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT