Décision judiciaire de Raad van State, 12 janvier 2010

Date de Résolution12 janvier 2010
JuridictionNietigverklaring
Nature Algemene vergadering

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ALGEMENE VERGADERING

A R R E S T

nr. 199.454 van 12 januari 2010 in de zaak A. 120.347/g-112

In zake: de BVBA ARTS & SCIENCES bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Véronique De Brabanter kantoor houdend te 1150 Brussel Tervurenlaan 412 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

de GEMEENTE ANDERLECHT bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Vincent De Wolf kantoor houdend te 1060 Brussel Guldenvlieslaan 68/9 bij wie woonplaats wordt gekozen

--------------------------------------------------------------------------------------------------I. Voorwerp van het beroep

1. Het beroep, ingesteld op 26 april 2002 strekt tot de nietigverklaring van het besluit van 6 december 2001 van de gemeenteraad van Anderlecht tot het heffen van een belasting op vertoningen, tentoonstellingen en gelijkaardige evenementen in privéruimten.

II. Verloop van de rechtspleging

2. Bij arrest nr. 195.585 van 20 augustus 2009 worden de debatten heropend en de zaak is voorgelegd aan de Voorzitter van de Raad van State;

De zaak wordt op 16 oktober 2009 naar de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak verwezen.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting van de algemene vergadering afdeling bestuursrechtspraak, die heeft plaatsgevonden op 24 november 2009.

AV-112n-1\7

Staatsraad Johan Lust heeft verslag uitgebracht.

Advocaat Véronique De Brabanter, verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaten Pierre Geerinckx en Boudewijn Ronse, die loco advocaat Vincent De Wolf verschijnen voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Eerste auditeur Diane Mareen heeft een advies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Onderzoek van het derde middel

Standpunt van de partijen

3. Verzoekster voert in een derde middel de schending aan van artikel 464 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: W.I.B. 1992) en van het non bis in idem beginsel, doordat de gemeentebelasting dezelfde grondslag treft als de vennootschapsbelasting. Toegelicht wordt dat verwerende partij krachtens het bestreden reglement een belasting heft van 10 % op de brutoontvangsten van het entreegeld van de betrokken voorstelling, tentoonstelling of ander evenement, niettegenstaande artikel 464 W.I.B. -dat de uitdrukking is van het non bis in idem beginsel- inhoudt dat gemeenten niet gemachtigd zijn tot het heffen van belastingen op de grondslag of op het bedrag van de vennootschapsbelasting.

  1. Verwerende partij werpt tegen dat de gemeentebelasting niets te maken heeft met "gelijkaardige" belastingen op de grondslag of het bedrag van de inkomstenbelastingen. Zij benadrukt dat het bestreden reglement niet een nieuwe belasting op de inkomsten tot doel heeft maar is...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT