6 MEI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van regelgeving over de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gelezen in samenhang met artikel 44 van het Programmadecreet van 23 december 2021 bij de begroting 2022, artikel 1;

- het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, gewijzigd bij de decreten van 12 februari 2010 en 3 juli 2015, artikel 7bis, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 12 februari 2010, 20 december 2013 en 3 juli 2015, artikel 8, hersteld bij het decreet van 12 februari 2010 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 11, § 2, gewijzigd bij de decreten van 16 maart 1999 en 2 juni 2006, en artikel 13;

- het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, artikel 1;

- het decreet van 2 juni 2006 tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2016, en artikel 11, gewijzigd bij het bestuursdecreet van 7 december 2018;

- het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 8.3.1, 4°, en artikel 8.4.1, 4°.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 10 november 2021.

- Het Raadgevend Comité van het agentschap Zorg en Gezondheid heeft advies gegeven op 24 november 2021.

- De Raad van State heeft advies 70.768/3 gegeven op 24 januari 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- administratieve verplichtingen met betrekking tot termijnen en dossierstukken aanpassen en het verplicht gebruik van het digitaal VIPA-platform in verschillende VIPA-betoelagingsprocedures invoeren;

- maximumtermijn invoeren voor opvragen van de betalingen in de klassieke betoelagingsprocedure;

- de DAB CICOV opheffen en daarmee ook de verplichtingen van het VIPA t.a.v. domein Groendaalheyde in Overijse;

- afwijkingsmogelijkheid voor plafonds van reservevorming invoeren;

- effect van COVID-19-epidemie neutraliseren bij de berekening van het instandhoudingsforfait en strategisch forfait;

- indexsprong realiseren in het instandhoudingsforfait voor 2022 en 2023;

- verduidelijking met betrekking tot de klimaatsubsidies.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

Artikel 1. In artikel 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. aan punt 1° tot en met 7° wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "d) een bewijs van een ontvankelijke aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor het project;";

  2. aan punt 8° wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "d) een bewijs van een ontvankelijke aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor het project.".

    Art. 2. Aan artikel 15 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018, 17 mei 2019, 13 december 2019 en 16 juli 2021, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De aanvrager dient de aanvraag op elektronische wijze in via het platform dat het Fonds ter beschikking stelt.".

    Art. 3. In artikel 19 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT