6 JULI 2022. - Ordonnantie houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder:

  1. parkeerplaats: ruimte op de openbare wegenis die bestemd is om een voertuig te parkeren;

  2. gereglementeerde zone: deel van het grondgebied van het Gewest bestaande uit parkeerplaatsen op de openbare wegenis en waarvan het gebruik gereglementeerd is volgens de categorie waartoe het behoort;

  3. vrijstellingskaart: individuele vergunning uitgereikt aan bijzondere categorieën gebruikers van parkeerplaatsen;

  4. openbare parking: elke parking die voor het publiek toegankelijk is en voldoet aan de door de Regering krachtens artikel 4 vastgelegde voorwaarden, ongeacht of dit een parking is die toebehoort aan het Gewest of aan gelijk welke andere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon;

  5. dynamisch parkeergeleidingssysteem: informatie- en geleidingssysteem betreffende de vrije parkeerplaatsen in openbare parkings;

  6. Parkeeragentschap: Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals bepaald in hoofdstuk 7;

  7. controle: de controle op de naleving van het gereglementeerd parkeren op de openbare wegenis;

  8. parkeerretributie: de financiële tegenprestatie voor de terbeschikkingstelling van een parkeerplaats zoals vastgelegd krachtens deze ordonnantie, haar uitvoeringsbesluiten alsmede de gemeentelijke aanvullende parkeerretributiereglementen;

  9. inning: de ontvangst van parkeerretributies;

  10. deelvoertuig: het voertuig van een door de Regering erkende of toegelaten dienst.

    HOOFDSTUK 2. - Uitdagingen en middelen

    Art. 3. Het parkeerbeleid draagt bij tot het mobiliteitsbeleid door het parkeren aan te wenden als actiehefboom met betrekking tot de mobiliteitskeuzes, als instrument voor het opwaarderen van de openbare ruimte, als schakel in intermodale verplaatsingsketens en als dienst die wordt verleend aan de gebruikers.

    Het parkeerbeleid laat toe het parkeren op de gewest- en gemeentewegen op een doeltreffende, coherente, evenwichtige en overlegde manier te organiseren.

    Het parkeerbeleid richt zich in de eerste plaats op:

  11. de coördinatie van het parkeeraanbod op en buiten de wegenis;

  12. de vastlegging van gereglementeerde of gereserveerde zones op de openbare wegenis en de tarifering ervan voor alle soorten voertuigen;

  13. de goedkeuring van een gewestelijk parkeerbeleidsplan en de evaluatie daarvan op gewestelijk en lokaal niveau;

  14. de coherentie van lokale acties met de gewestelijke doelstellingen;

  15. het operationaliseren van dit beleid door een Parkeeragentschap.

    HOOFDSTUK 3. - Over de coördinatie van het parkeren op de wegenis en daarbuiten

    Afdeling 1. - De openbare parkings

    Art. 4. Onverminderd de andere gewestelijke reglementaire normen betreffende de exploitatie van openbare parkings, bepaalt de Regering, om de beoogde verschuiving van parkeren op de wegenis naar parkeren buiten de wegenis te bewerkstelligen, de voorwaarden inzake tarifering, openingsuren, aantal parkeerplaatsen, bereikbaarheid, netheid, veiligheid, verlichting en signalisatie middels welke een parking, bij besluit, erkend kan worden als openbare parking en in aanmerking komt voor de dynamische parkeergeleiding van het Parkeeragentschap, rekening houdend met de doelstellingen om de woonwerkverplaatsingen met de auto te verminderen, zoals nagestreefd door de artikelen 2.3.51 tot 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing.

    Enkel de door de Regering erkende parkings in uitvoering van het in het eerste alinea vernoemde besluit, mogen de benaming « openbare parking » gebruiken.

    De Regering is gemachtigd om alle noodzakelijke maatregelen te treffen om de overschakeling te begeleiden van parkeren op de wegenis naar parkeren daarbuiten en met name sensibiliserings-, communicatie-, ondersteunings-, subsidiërings- en financiële acties.

    Afdeling 2. - Het publieke parkeerbeleid

    Art. 5. Het parkeerbeleid is afgestemd op de parkeerbehoeften die verband houden met het vervoer van goederen en personen, ongeacht het gebruikte type voertuig.

    Art. 6. De instrumenten van het parkeerbeleid beogen in het bijzonder een aanbod aan parkeerplaatsen aan te reiken dat gericht is op collectief vervoer, zoals met name toeristenbussen, pendelbussen voor scholen en bedrijven en taxi's.

    Art. 7. De instrumenten van het parkeerbeleid zijn enerzijds afgestemd op de parkeerbehoeften van specifieke gebruikers, zoals personen met beperkte mobiliteit en gebruikers van deelvoertuigen, en anderzijds op de behoeften die verband houden met het vervoer van goederen en personen waarvoor een voertuig is vereist.

    HOOFDSTUK 4. - Parkeren op de wegenis

    Afdeling 1. - Algemene bepaling

    Art. 8. De Regering bepaalt de regels die gelden voor:

  16. het creëren van nieuwe parkeerplaatsen op de wegenis;

  17. de installatie van de uitrustingen die voor het parkeren nodig zijn;

  18. de herbestemming van de bestaande parkeerplaatsen;

  19. de erkenning van diensten voor het delen van voertuigen.

    Afdeling 2. - Gereglementeerde zones

    Art. 9. § 1. Op het grondgebied van het Gewest worden drie soorten gereglementeerde zones bedoeld voor het parkeren van motorvoertuigen ingesteld:

  20. de rode zone, bedoeld voor kortstondig parkeren, waar, behoudens de door de Regering bepaalde afwijkingen, elke gebruiker van een parkeerplaats gehouden is tot betaling van de in artikel 14, paragraaf 1 vermelde parkeer-retributie;

  21. de groene zone, bedoeld voor langdurig parkeren, waar, behoudens de door de Regering bepaalde afwijkingen, elke gebruiker van een parkeerplaats gehouden is tot betaling van de in artikel 14, paragraaf 1 vermelde parkeer-retributie;

  22. de blauwe zone waar, behoudens de door de Regering bepaalde afwijkingen, elke gebruiker van een parkeerplaats zich middels een parkeerschijf moet houden aan de beperkte parkeertijd in overeenstemming met artikel 27 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, op straffe van onderwerping aan de in artikel 14, paragraaf 3 vermelde parkeerretributie.

    § 2. De Regering kan bijkomende gereglementeerde zones instellen waarvoor zij de maximale parkeerduur en de gebruiksvoorwaarden bepaalt en in voorkomend geval, de voorwaarden om gratis te parkeren.

    Art. 10. Het gebruik van een parkeerplaats is de daadwerkelijke bezetting van deze plaats langer dan de tijd die nodig is voor het laten in- of uitstappen van personen of het laden of lossen van goederen in de zin van artikel 2.23 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

    Het gebruik van een parkeerplaats in een van de in artikel 9 bedoelde gereglementeerde zones is elke weekdag van 9 uur tot 18 uur, uitgezonderd de zondagen en de wettelijke feestdagen, onderworpen aan de gebruiksvoorwaarden bepaald door deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan.

    Een gemeentelijk aanvullend parkeerretributiereglement kan afwijken van de periode bedoeld in het tweede lid, ofwel om deze te verlengen, ofwel om deze te beperken wanneer de specificiteit van een wegenis of van een bijzondere wijk dit verantwoordt.

    Afdeling 3. - Voorbehouden parkeerplaatsen

    Art. 11. Onverminderd de ordonnantie betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg van 3 mei 2018 stelt de Regering de algemene voorwaarden vast betreffende de bezetting van parkeerplaatsen bij tijdelijke gebeurtenissen.

    De gemeenten blijven bevoegd voor het verlenen of weigeren van de toelatingen binnen de aldus door de Regering bepaalde algemene voorwaarden.

    Art. 12. De Regering legt de voorwaarden vast volgens welke een parkeerplaats kan worden voorbehouden aan specifieke categorieën van voertuigen, personen of activiteiten.

    Het gaat minstens om parkeerplaatsen voorbehouden:

  23. voor deelvoertuigen;

  24. voor het opladen van een elektrisch voertuig;

  25. voor de diensten van kiss & ride, bedoeld voor het laten in- en uitstappen van personen;

  26. voor leveringen;

  27. voor de voermandiensten in de Horecasector;

  28. voor personen met een handicap;

  29. voor taxi's;

  30. voor fietsen;

  31. voor gemotoriseerde tweewielers;

  32. voor vrachtwagens;

  33. voor autobussen;

  34. voor schoolbussen.

    De Regering kan de in het tweede lid vermelde lijst vervolledigen.

    De Regering stelt vast:

  35. de regels voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaatsen;

  36. het minimale aantal voorbehouden parkeerplaatsen;

  37. de criteria voor de inplanting van voorbehouden parkeerplaatsen;

  38. de kenmerken van de uitrustingen die voor deze parkeerplaatsen nodig zijn;

  39. de voorbehouden parkeerplaatsen op de gewestwegen.

    Afdeling 4. - Parkeerretributies

    Onderafdeling 1. - Invoering, verschuldigdheid en tarief van de retributies

    Art. 13. § 1. Overeenkomstig de bepalingen van deze onderafdeling wordt een parkeerretributie geheven, gebaseerd op een uurtarief, voor het gebruik van een parkeerplaats in een gereglementeerde zone bedoeld in artikel 9 gedurende de in overeenstemming met artikel 10 voor betrokken parkeerplaats gereglementeerde periode.

    § 2. Wanneer een parkeerplaats bezet wordt door een ingeschreven motorvoertuig, is de retributie ten laste van de natuurlijke persoon of rechtspersoon op wiens naam het motorvoertuig is ingeschreven.

    De Regering wijst de schuldenaars van de retributie aan voor de gevallen waarin een parkeerplaats wordt ingenomen door een niet-ingeschreven voertuig of een object waarvan de eigenaar niet onmiddellijk identificeerbaar is. Daartoe kan de Regering onder meer de eigenaar, gebruiker, medegebruiker of bestuurder als schuldenaar aanwijzen en een verplichting in solidum tot stand brengen.

    § 3. Om hun opdrachten inzake afgifte van vrijstellingskaarten, controle op het parkeren en inning van de retributies uit te voeren en het parkeerbeleid ten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT