5 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van het begrip overeenstemmend voertuig

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

De wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting heeft onder andere de manier waarop voordelen van alle aard en beroepskosten met betrekking tot het gebruik van voertuigen in de artikelen 36 en 66 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) geraamd worden, gewijzigd.

Teneinde misbruik te voorkomen, is een specifiek stelsel ingevoerd om het gebruik van "valse hybrides" te bestrijden, meer bepaald oplaadbare hybride voertuigen (zogenaamde plug-in hybrides) die deels werken op brandstof en deels op een oplaadbare elektrische batterij, maar waarvan de capaciteit van de elektrische batterij geen aanzienlijk gebruik van het voertuig toelaat via deze energiebron (Parl. Doc., nr. 54-2864/001, p. 73).

Er is een stelsel ingevoerd opdat het VAA en de beroepskosten met betrekking tot een "valse hybride" berekend worden, abstractie makend van de elektrische batterij en bijgevolg met een CO2-uitstoot die volledig berekend wordt op de aandrijving via brandstof (Parl. Doc., nr. 54-2864/001, p. 74).

Praktisch gezien, indien een vanaf 1 januari 2018 aangekocht oplaadbaar hybridevoertuig uitgerust is met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht of een uitstoot heeft van meer dan 50 gram CO2 per kilometer, is de in aanmerking te nemen uitstoot van het betrokken voertuig gelijk aan deze van het overeenstemmende voertuig dat voorzien is van een motor die uitsluitend gebruik maakt van dezelfde brandstof (artikel 36, § 2, negende lid, WIB 92). Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat dat uitsluitend voorzien is van een motor die gebruik maakt van dezelfde brandstof, wordt de uitstootwaarde vermenigvuldigd met 2,5.

De wetgever heeft voorzien dat de Koning kan bepalen wat moet worden verstaan onder "overeenstemmend voertuig". Dit artikel wijzigt het KB/WIB 92 teneinde de definitie van dit begrip "overeenstemmend voertuig" in te voegen.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1

Artikel 1 bepaalt wat moet worden verstaan onder overeenstemmend voertuig. Er wordt enkel uitgegaan van de gegevens terug te vinden op het bij de inschrijving vereiste Europees gelijkvormigheidsattest (hierna COC), dat gestandaardiseerd is op Europees niveau, opgesteld door de fabrikant en uniek per voertuig.

Het zal er dus op aankomen de gegevens op het COC van de "valse hybride" te vergelijken met de gegevens op het COC van gelijkaardige modellen op de markt, en te bepalen welk model de "valse hybride" op basis van de hierna uiteengezette criteria het dichtst benadert.

De artikelen 36 en 66 WIB 92 vereisen reeds dat het moet gaan om een voertuig voorzien van een motor die uitsluitend gebruik maakt van dezelfde brandstof (COC, rubriek nr. 26). Vervolgens wordt ook vereist dat het overeenstemmend voertuig ten opzichte van het hybride voertuig categoriseert onder:

- hetzelfde merk (COC, rubriek nr. 0.1);

- dezelfde model (COC, rubriek nr. 0.2.1);

- hetzelfde type koetswerktype (COC, rubriek nr. 38) (bijvoorbeeld berline, break, ...);

- en waarvan de verhouding tussen zijn vermogen en het vermogen van het hybride voertuig, beiden uitgedrukt in kW (COC, rubriek nr. 27.1), het dichtst de één benadert, op voorwaarde dat deze begrepen is tussen 0,75 en 1,25.

Deze vork van 0,75 tot 1,25 staat toe het aantal overeenstemmende voertuigen dat in aanmerking komt te beperken tot enkel deze voertuigen die een vermogen hebben gelijkaardig aan datgene van het hybride voertuig. De voertuigen waarvan de verhouding niet begrepen is in deze vork zullen dus niet als overeenstemmend voertuig kunnen beschouwd worden, ook al voldoen ze aan de overige voorwaarden.

Indien geen enkel voertuig aan deze voorwaarden voldoet, wordt een coëfficiënt van 2,5 toegepast. Ter herinnering: de artikelen 36, § 2, negende lid, en 66, § 1, derde lid, WIB 92 bepalen dat, indien er geen overeenstemmend voertuig is uitgerust met een motor die uitsluitend op dezelfde brandstof werkt, de uitstootwaarde wordt vermenigvuldigd met 2,5.

In de veronderstelling dat meerdere voertuigen op identieke wijze in aanmerking komen om als overeenstemmend voertuig gekwalificeerd te worden, zal het voertuig met de hoogste CO2-uitstoot als overeenstemmend voertuig gekwalificeerd worden, en dit in een optiek van de strijd tegen de valse hybrides en om de aankoop van dergelijke voertuigen te ontmoedigen.

De COC-gegevens van alle mogelijke overeenstemmende voertuigen zijn niet publiek en gecentraliseerd beschikbaar voor de belastingplichtigen. Deze laatsten zijn in de regel slechts in het bezit van het COC van hun eigen voertuig. Daarom wordt de verplichting om te vergelijken en het overeenstemmend voertuig vast te stellen opgelegd aan de autofabrikant, of indien deze niet in België is gevestigd, aan de auto-invoerder. Deze laatsten zullen het overeenstemmend voertuig van ieder hybride voertuig dat niet beantwoordt aan de in artikel 36, § 2, achtste lid, WIB 92, vastgelegde voorwaarden moeten bepalen, en deze informatie, alsook alle hierbij noodzakelijk gebleken technische gegevens aan de FOD Financiën moeten doen toekomen bij de marktintroductie van het betreffende hybride voertuig.

Deze informatie is immers onmiddellijk noodzakelijk, bijvoorbeeld voor de inhouding van de bedrijfsvoorheffing op een voordeel van alle aard. De FOD Financiën zal dus iedere keer haar lijst met overeenstemmende voertuigen actualiseren bij de marktintroductie van nieuwe "valse hybrides".

De bepaling van het overeenstemmende voertuig gebeurt op het moment waarop het hybride voertuig op de markt wordt gebracht, en blijft ongewijzigd tijdens de levensduur van dat voertuig.

Die "marktintroductie" mag niet worden beperkt tot de introductie op de Belgische markt, maar moet worden begrepen als de introductie op de markt van de Europese Economische Ruimte. Enerzijds is het immers zo dat een Belgische belastingplichtige een voertuig kan kopen dat niet in België wordt verkocht, maar wel in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Geen maatregel voorzien om ook in dit geval een overeenstemmend voertuig te definiëren, zou neerkomen op het invoeren van een discriminatie door voor niet in België verkochte voertuigen steeds de vermenigvuldiging van de CO2-uitstoot met een factor 2,5 op te leggen. Anderzijds zijn de gegevens die in aanmerking moeten worden genomen om na te gaan of het om een overeenstemmend voertuig gaat, de gegevens die voorkomen op het COC, zijnde het Europees gelijkvormigheidsattest. Hieruit volgt dat de definitie van overeenstemmend voertuig niet mag worden beperkt tot louter de voertuigen die in België worden verkocht, maar moet worden toegepast op alle voertuigen die op de Europese markt worden verkocht.

Het is dus wel degelijk vanaf de introductie op de markt, te verstaan als de markt van de Europese Economische...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT