5 OKTOBER 2021. - Verordening betreffende de toewijzing van meerjarige overeenkomsten voor structurerende culturele operatoren om cultuur voor de Brusselse bevolking toegankelijker te maken

De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, het College, bekrachtigen en verkondigen hetgeen volgt:

Artikel 1. Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 136, 163 en 166, § 3, van de Grondwet.

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

Afdeling I. - Definities

Art. 2. In deze Verordening wordt bedoeld met:

  1. College: het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

  2. Het Collegelid: het lid van het College dat bevoegd is voor cultuur;

  3. Diensten van het College: de directie van het bestuur voor culturele en socioculturele aangelegenheden, jongerenzaken en sport van de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

  4. VZW: elke rechtspersoon opgericht met de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk zoals bedoeld in de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen;

  5. Operator: elke VZW die over minstens één bedrijfszetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt en maatschappelijke doelen nastreeft die verband houden met kunst, Cultuur en sociocultureel werk;

  6. Gemeente: elke stad of gemeente die binnen de grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen is;

  7. Geconventioneerde operator: elke operator of gemeente die krachtens deze Verordening beschikt over een Overeenkomst met de Franse Gemeenschapscommissie;

  8. Overeenkomst: het contract tussen één of meerdere operatoren en de Franse Gemeenschapscommissie dat de respectieve rechten en plichten vaststelt voor een maximumperiode van vijf jaar overeenkomstig deze Verordening;

  9. Acties: gehelen van projecten, activiteiten en kunstateliers ingericht krachtens de Overeenkomst;

  10. Toegankelijkheid van Cultuur: Toegankelijkheid geldt voor alle dimensies die de diversiteit van expressiewijzen en cultuur- en communicatieberoepen weerspiegelen. Niet alleen zorgen de beroepsmensen uit de cultuurwereld ervoor dat gebouwen waar het publiek terechtkan voldoen aan de norm, maar ze zetten er zich ook voor in dat het toegang krijgt tot culturele content en artistieke praktijk. Dit doel ontbreekt niet aan ambitie: ervoor zorgen dat iedereen de kans heeft om erbij te zijn waar kunst wordt gemaakt en om kunst te beleven als erfgoed van het menselijk scheppen. Iedereen die dat wenst, moet werken kunnen ontdekken en hierdoor verbaasd kunnen worden.

  11. Culturele democratie: de actieve deelname van de bevolkingsgroepen aan cultuur, via collectieve praktijken inzake culturele uitdrukking, cultureel onderzoek en culturele creatie gevoerd door in vrij verband met elkaar zijnde enkelingen, met als doel gelijkheid, emancipatie en maatschappelijke en politieke omvorming(1);

  12. Culturele democratisering: de uitbreiding en de diversificatie van het publiek, de ontwikkeling van de gelijkheid van de toegang tot werken en het vergemakkelijken van deze toegang(2);

  13. Culturele bemiddeling: het geheel van initiatieven en aanpakken ertoe strekkend:

    1. de toegang te bevorderen tot cultuur, de ontmoeting van scheppende kunstenaars, de toe-eigening van werken en de deelneming aan het culturele leven door alle enkelingen en groepen,

    2. de schotten tussen de cultuurpraktijk van sociale categorieën, actievelden en cultuurgroepen weghalen,

    3. acties op het getouw zetten om de burgers en de kunst- en cultuursector met elkaar te verbinden en in dialoog te laten treden;

    4. activiteiten en workshops bedenken en opzetten,

    5. pedagogische hulpmiddelen aanmaken,

    6. ontmoetingen organiseren,

    7. de respectieve stakeholders sensibiliseren;

  14. Recht op cultuur(3): binnen de Mensenrechten, alle culturele, individuele en collectieve rechten zowel vorderingen als vrijheden, met inzonderheid:

    1. de artistieke vrijheid, als vrijheid om zich creatief uit te drukken, eigen creaties te verspreiden en te promoten;

    2. het recht op het behoud, de ontwikkeling en de promotie van patrimonia en culturen;

    3. de toegang tot cultuur en informatie inzake cultuur, inzonderheid als economische, fysieke, geografische, temporele, symbolische of intellectuele toegang;

    4. de deelname aan cultuur, als actieve deelname aan het culturele leven en aan culturele praktijken;

  15. Permanente opvoeding(4): de aanpak waarbij ernaar gestreefd wordt de maatschappij kritisch te benaderen, democratische en collectieve initiatieven te stimuleren, actief burgerschap aan te moedigen en de uitoefening van sociale, culturele, milieu- en economische rechten, met als doel de individuele en collectieve emancipatie van het publiek, door de nadruk te leggen op de actieve deelneming van het doelpubliek en de culturele uitdrukking;

  16. Interculturele dialoog: gemeenschappen, culturen en personen die zienswijzen en cultuur uitwisselen die wederzijds begrip en interactie stimuleren;

  17. Gemengd karakter: diversiteit qua leeftijd, geslacht, etnische, sociale, culturele en socio-economische herkomst, seksuele geaardheid, gezondheidstoestand, filosofische of godsdienstige overtuiging enz. De wil om het gemengd karakter te bevorderen, zoals dit hierboven staat omschreven, dient te blijken uit de prioriteiten van de vereniging aan de hand van de mix van deze verschillende elementen;

  18. Cultuurplan voor Brussel: strategie voor de culturele ontplooiing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op grond van vier uitgangspunten:

    1. Cultuur als hefboom voor democratie,

    2. Cultuur/Culturen: bron van creativiteit en innovatie,

    3. Cultuur/Culturen: in een transversaal geheel met andere sectoren,

    4. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT