5 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft maatregelen voor cultuur- en jeugdinfrastructuur en de operationalisering van het Departement Cultuur, Jeugd en Media, en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 1999 tot regeling van het beheer en de werking van het Fonds culturele infrastructuur

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993.

- het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, artikel 2, eerste lid.

- het Programmadecreet van 18 december 2020 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2021, artikel 6, § 2 en § 6 en artikel 9, 1°.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 14 december 2020.

- De Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) heeft advies gegeven op 16 november 2020.

- De Raad van State heeft advies 68.627/3 gegeven op 5 februari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- Bij de artikelen 5 tot en met 9 van het Programmadecreet van 18 december 2020 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2021 werd het Fonds Culturele Infrastructuur opgeheven en werden de taken van dat fonds overgeheveld naar de Vlaamse Gemeenschap. Ook werd een begrotingsfonds opgericht. Daarom is het nodig om de uitvoeringsbesluiten aan te passen aan de nieuwe regelgeving.

- Onduidelijkheid over de onderworpenheid aan de wetgeving overheidsopdrachten leidde in sommige gevallen tot moeilijkheden bij de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 betreffende het verlenen van investeringssubsidies voor culturele infrastructuur met bovenlokaal belang. Het is belangrijk dat bij de besteding van overheidsmiddelen de gelijkheid en transparantie altijd worden gerespecteerd. Daarom wordt artikel 10 van dit besluit aangepast in die zin dat de wetgeving overheidsopdrachten toegepast moet worden bij alle werken, diensten en leveringen waarvoor een investeringssubsidie wordt verleend. Dat zorgt meteen voor rechtszekerheid voor alle betrokkenen. Die wijziging heeft bijkomend een positief effect op de planlast voor de administratie, aangezien die niet langer per dossier moet nagaan of de regelgeving over overheidsopdrachten al dan niet van toepassing is.

- Van de gelegenheid wordt ook gebruikt gemaakt om de taken van het Departement Cultuur, Jeugd en Media te actualiseren. Door de stopzetting van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT