5 JULI 2022. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 338quater, § 1, derde lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 en artikel 63ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde tot vaststelling van de voorwaarden betreffende de ervaring en de opleiding waaraan een ambtenaar van de fiscale administraties die bijstand levert aan de multidisciplinaire onderzoeksteams moet voldoen om bekleed te kunnen worden met de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van besluit waarvan ik de eer heb het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft tot doel de voorwaarden betreffende de ervaring en de opleiding waaraan een ambtenaar van de fiscale administraties die bijstand levert aan de multidisciplinaire onderzoeksteams moet voldoen om bekleed te kunnen worden met de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings vast te leggen.

Om de effectiviteit van de multidisciplinaire onderzoeksteams (MOTEM's) te verhogen, wordt voorzien in de mogelijkheid om de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings toe te kennen aan belastingambtenaren die bijstand leveren aan deze MOTEM's. Het toekennen van deze hoedanigheid aan belastingambtenaren moet het mogelijk maken om de fiscale fraude en de georganiseerde criminaliteit op te sporen en te bestrijden. Met ditzelfde doel voor ogen wordt de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings niet veralgemeend en slechts aan een beperkt aantal ambtenaren toegekend. Gezien de fiscale wetgeving aan de ambtenaren van de Algemene Administratie van de BBI geen eigen strafrechtelijke onderzoeksbevoegdheid toekent, zullen de ambtenaren aan wie de hoedanigheid is toegekend, enkel kunnen handelen in die hoedanigheid binnen de grondwettelijke bevoegdheid van het Openbaar Ministerie betreffende het opsporings- en vervolgingsbeleid.

Om deze ambtenaren te laten functioneren binnen de MOTEM's wordt een wettelijk kader voor overleg en samenwerking tussen het Openbaar Ministerie, de federale gerechtelijke politie en de fiscale administratie ingesteld. Zo zullen de ambtenaren samen kunnen werken in de MOTEM waarbij de prioriteit ligt op de bestrijding van fiscale fraude, en de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit.

Met de opsporing en vaststelling van inbreuken van de bepalingen in het artikel 505 van het Strafwetboek als doelstelling, beschikt de Procureur des Konings over de mogelijkheid om gespecialiseerde onderzoeken te verrichten naar ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd.

Dit koninklijk besluit komt tegemoet aan de verschillende opmerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies nr. 71.582/3 van 22 juni 2022.

Commentaar op de artikelen

Artikel 1

Het eerste artikel legt de voorwaarden betreffende de ervaring en de opleiding vast waaraan de ambtenaar van een fiscale administratie die bijstand levert aan de multidisciplinaire onderzoeksteams moet voldoen om bekleed kunnen worden met de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings.

De ambtenaar, die in aanmerking wenst te komen, dient een dossier op te stellen om aan te tonen dat hij ten minste 4 jaar relevante ervaring inzake het opsporen, vaststellen en administratief bestraffen van fiscale fraude heeft en dat hij beschikt over een basiskennis van het strafprocesrecht. Hij dient ook bereid te zijn een gespecialiseerde opleiding te volgen. Dit dossier dient met name een schriftelijke motivering en een curriculum vitae te bevatten.

Om tegemoet te komen aan de opmerking 3.1 van de Raad van Staat werden de voorwaarden betreffende de evaluatie en de eventuele veroordelingen van de betrokkene geschrapt.

Er zij echter op gewezen dat de voorwaarde om geen veroordeling opgelopen te hebben, zelfs niet voorwaardelijk, tot een correctionele of criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer wordt opgelegd in een groot aantal reglementeringen waarin voorzien wordt in het statuut van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings. Er kan o.a. verwezen worden naar het Koninklijk besluit van 31 mei 2016 tot vaststelling van de voorwaarden voor ambtenaren om overeenkomstig artikel XV.8 van het Wetboek van economisch recht, te worden bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie (Belgisch Staatsblad 9 juni 2016).

Bovendien is het de wens van het openbaar ministerie en de federale gerechtelijke politie om enkel personen van onbesproken gedrag de bevoegdheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings te verlenen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT