4 JUNI 2021. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Addendum

In het Belgisch Staatsblad nr. 156, tweede editie, van vrijdag 4 juni 2021, bladzijde 56940, wordt het officiële advies van de Raad van State toegevoegd.

RAAD VAN STATE

afdeling Wetgeving

Advies 69.444/VR van 31 mei 2021 over een ontwerp van ministerieel besluit `houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken'

Op 26 mei 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen verlengd tot acht werkdagen(*)* een advies te verstrekken over een ontwerp van ministerieel besluit `houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken'.

Het ontwerp is door de verenigde kamers onderzocht op 31 mei 2021. De verenigde kamers waren samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, voorzitter, en Wilfried VAN VAERENBERGH, kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE, Koen MUYLLE, Patrick RONVAUX en Christine HOREVOETS, staatsraden, Jan VELAERS, Sébastien VAN DROOGHENBROECK, Christian BEHRENDT en Johan PUT, assessoren, en Annemie GOOSSENS en Béatrice DRAPIER, griffiers.

Het verslag is opgesteld door Xavier DELGRANGE, eerste auditeur-afdelingshoofd, Jonas RIEMSLAGH, auditeur, Cedric JENART en Anne Stéphanie RENSON, adjunct-auditeurs, en uitgebracht door Jonas RIEMSLAGH, auditeur, Cedric JENART en Anne Stéphanie RENSON, adjunct auditeurs.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT en Jeroen VAN NIEUWENHOVE.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 31 mei 2021.

Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.

  1. STREKKING VAN HET ONTWERP

    1. Het voor advies voorgelegde ontwerp van ministerieel besluit strekt tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 `houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken'.

    Het te nemen besluit treedt in werking op 9 juni 2021.

    In de nota aan de Ministerraad van 25 mei 2021 wordt de strekking van het ontwerp als volgt uiteengezet:

    Op hoofdlijnen treden de volgende maatregelen vanaf 9 juni 2021 in werking, onder de specifieke en uitdrukkelijke voorwaarden zoals bepaald in het ministerieel besluit:

    - de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector kunnen openen. De discotheken en dancings blijven echter gesloten voor het publiek, behalve voor wat betreft de organisatie van de activiteiten die toegelaten zijn overeenkomstig het ministerieel besluit;

    - evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen en congressen kunnen worden bijgewoond door een publiek, met dien verstande dat buiten meer personen toegelaten zijn dan binnen;

    - samenscholingen op de openbare weg en in de openbare ruimte overdag zijn toegelaten voor een maximum van 10 personen (waarbij men binnen groepen van 4 geen afstand moet bewaren), behoudens de voorziene uitzonderingen; samenscholingen tussen 0.00 uur en 5.00 worden uitgebreid van 3 naar 4 personen, teneinde een helder en duidelijk geheel van regels te verkrijgen; in de private ruimte zijn samenscholingen toegelaten tot 50 personen, behoudens de voorziene uitzonderingen;

    - burgerlijke huwelijken, begrafenissen en crematies, individuele en collectieve uitoefening van de eredienst en individuele en collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging, en het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor niet-confessionele morele dienstverlening is toegelaten met een hoger aantal aanwezigen, met dien verstande dat buiten meer personen toegelaten zijn dan binnen;

    - indoor horeca wordt toegelaten tot 22u00, outdoor horeca mag open blijven tot 23u30; het verbod op de verkoop van alcoholische dranken tussen 22u00 en 05u00 wordt opgeheven. Indoor horeca mag slechts open blijven tot 22u00 aangezien de kans op verspreiding van het virus binnen groter is dan buiten. Bij een receptie of banket, in het kader van een professioneel uitgeoefende horeca-activiteit is een maximum van 50 klanten toegestaan, tenzij het een open terras betreft. Recepties en banketten mogen ook thuis worden georganiseerd voor een maximum van 50 personen, op voorwaarde dat deze buiten doorgaan en uiterlijk om 23u30 eindigen. Indien professionele horeca-activiteiten worden uitgeoefend dienen de horeca-regels te worden nageleefd, behalve bij dienstverlening aan huis. In de andere gevallen wordt de naleving van de horeca-regels uiterst sterk aanbevolen.

    - jaarmarkten, kermissen, braderijen en niet-professionele brocante- en rommelmarkten kunnen voortaan opnieuw plaatsvinden;

    - de mogelijkheden voor het deelnemen aan activiteiten in georganiseerd verband worden uitgebreid op 9 juni en 25 juni 2021;

    - professionele sportieve wedstrijden en professionele sporttrainingen kunnen plaatsvinden zonder beperking van het aantal deelnemers; een maximum aantal personen mag deelnemen aan niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen (met dien verstande dat buiten meer personen toegelaten zijn dan binnen); niet-professionele sportieve wedstrijden van gevechtsporten zijn verboden, in zoverre er fysieke contacten plaatsvinden tussen de deelnemers;

    - ondernemingen en verenigingen die goederen of diensten aanbieden aan consumenten mogen groepen van in principe maximum twee personen ontvangen;

    - huis- aan-huis- en leurdersactiviteiten worden toegelaten, zo ook dienstverlening aan huis en dienstverlening waarbij de afstand van 1,5 meter tussen de dienstverlener en de consument niet kan worden gegarandeerd;

    - handelsbeurzen, met inbegrip van salons, zijn toegelaten;

    - een huishouden mag maximaal vier personen tegelijk binnen in huis of in een toeristisch logies ontvangen;

    - een maximum aantal deelnemers mag zowel statische als dynamische betogingen bijwonen die plaatsvinden op de openbare weg;

    - ondernemingen, verenigingen en diensten mogen beperkte terugkeermomenten inplannen voor de personen werkzaam in de onderneming voor wie telethuiswerk verplicht is.

    Aangezien de opvolging van de zorgwekkende varianten van essentieel belang is bij de bestrijding van de pandemie, is de uitzondering om te beschikken over een negatief testresultaat en de verplichting om het PLF-formulier in te vullen en te ondertekenen voor de reizigers waarvan de reis geen gebruik van een vervoerder inhoudt en waarvan het verblijf in België of het voorafgaand verblijf in het buitenland niet langer heeft geduurd dan 48 uur, niet van toepassing op de personen die zich op enig moment tijdens de 14 dagen voor hun aankomst in België op het grondgebied van Brazilië, Zuid-Afrika of India hebben bevonden.

  2. ONT.V.A.NKELIJKHEID

    1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

    De spoedeisendheid wordt in de adviesaanvraag als volgt gemotiveerd:

    Het verzoek om spoedbehandeling wordt gemotiveerd door de noodzakelijkheid om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 11 mei 2021 en die werden goedgekeurd op de Ministerraad van 25 mei 2021. Het is zodoende dringend om op korte termijn bepaalde maatregelen te nemen en anderen aan te passen. De eerste reeks versoepelingen zal in werking treden op 9 juni 2021. Opdat de sectoren zich zouden kunnen voorbereiden, dient het ministerieel besluit evenwel een voldoende aantal dagen voordien officieel te worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Vanuit die optiek zou ik u graag verzoeken om ons het advies te bezorgen in de loop van woensdag 2 juni 2021.

    Die motivering kan worden aanvaard, zoals ook het geval was in advies 69.253/AV van 23 april 2021(1) en in advies 69.305/AV van 6 mei 2021.(2)

    Volgens artikel 84, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State moet de motivering voor de spoedeisendheid die in de adviesaanvraag voorkomt, woordelijk worden overgenomen in de aanhef. In het achtste lid van de aanhef wordt evenwel slechts het eerste gedeelte overgenomen van de motivering die in de adviesaanvraag is opgenomen. Bijgevolg stemt de motivering die in de aanhef van het ontwerp wordt weergegeven, niet overeen met de motivering in de adviesaanvraag, wat moet worden verholpen.

  3. VOORAFGAANDE OPMERKING

    1. De afdeling Wetgeving wordt voor de derde keer geraadpleegd over een aanpassing van een aantal bestaande maatregelen ter bestrijding van het coronavirus, vervat in het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 `houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken'.

    Om de redenen die reeds werden uiteengezet in de adviezen 69.253/AV en 69.305/AV is het door de Raad van State gevoerde onderzoek beperkt tot de actueel voorliggende wijzigingen aan het ministerieel besluit van 28 oktober 2020.(3)

    Het spreekt, mede gelet op de zeer beperkte adviestermijn, hoe dan ook vanzelf dat het feit dat geen opmerking wordt gemaakt over de ene of de andere bepaling van het ontwerp, niet betekent dat deze bepalingen niet vatbaar zijn voor kritiek of voor verbetering. Het stilzwijgen van de afdeling Wetgeving over die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT