4 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de investeringsdrempels, de criteria voor het in aanmerking komen van investeringskosten, en de procedure van klassering

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7undecies, § 9, ingevoegd bij de wet van 15 maart 2021;

Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 12 december 2019 en het aanvullende voorstel d.d. 4 februari 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 maart 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 10 maart 2021;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 7 maart 2021;

Gelet op het advies 69.021/3 van de Raad van State, gegeven op 13 april 2021 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies nr. 67/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 20 mei 2021;

Op de voordracht van de minister van Energie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. § 1. De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna "de wet" genoemd, zijn van toepassing op dit besluit.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "investeringsdrempel": het niveau van de in aanmerking komende kosten, uitgedrukt in euro per kW, vanaf hetwelk de capaciteit kan worden geklasseerd in een capaciteitscategorie die verband houdt met een capaciteitscontract voor maximaal vijftien, acht of drie leveringsperioden van capaciteit;

  2. "technisch expert": de expert die beantwoordt aan de in artikel 18 vastgestelde aanwijzingsvoorwaarden;

  3. "in aanmerking komende kosten": de kosten in verband met een investering in een capaciteit, die in aanmerking moeten worden genomen bij de klassering van de capaciteit in een capaciteitscategorie;

  4. "capaciteit": vermogen geassocieerd met een leveringspunt;

  5. "bestaande capaciteit": capaciteit die op het ogenblik van de indiening van het prekwalificatiedossier reeds in staat was om elektriciteit te injecteren of de afname ervan op de markt of na de meter te beperken;

  6. "gekoppelde capaciteiten": capaciteiten die op dezelfde geografische locatie zijn gevestigd, waartussen een verband van noodzaak en technische samenhang bestaat en die niet kunnen worden geaggregeerd omwille van hun verplichting om een dagelijks programma te verstrekken;

  7. "geaggregeerde offerte": dossier dat in het kader van de prekwalificatieprocedure wordt ingediend en dat een combinatie van ten minste twee capaciteiten omvat;

  8. "beheerder van een geaggregeerde offerte": elke natuurlijke of rechtspersoon die door de houders van capaciteiten die opgenomen zijn in een offerte, is gemachtigd om deze capaciteiten op geaggregeerde wijze te doen deelnemen aan het capaciteitsvergoedingsmechanisme;

  9. "dezelfde geografische locatie": eenzelfde kadasterperceel, of meerdere kadasterpercelen die aan elkaar grenzen, of meerdere kadasterpercelen die niet aan elkaar grenzen maar deel uitmaken van een geheel van dicht bij elkaar liggende percelen, ongeacht of er al dan niet een openbare weg door dat geheel loopt;

  10. "nominaal referentievermogen": het maximale vermogen van een capaciteit dat in het capaciteitsvergoedingsmechanisme kan worden aangeboden.

  11. "dagelijks programma": het productieprogramma van een eenheid in de capaciteitsmarkt (in MW), gegeven op kwartierbasis, opgelegd door deel (a) van artikel II.4 § 1 van de voorwaarden voor de programma-agent, uitgewerkt door de netbeheerder in overeenstemming met de artikelen 46, 49 en 52 van Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen, en artikel 246 tot 252 en artikel 377 van het federaal technisch reglement, en verstrekt aan de netbeheerder in day-ahead en geactualiseerd in overeenstemming met de regels uit de voorwaarden;

    HOOFDSTUK II. - Methode voor het klasseren van een capaciteit in een capaciteitscategorie

    Art. 2. § 1. In het kader van het capaciteits-vergoedingsmechanisme valt elke geprekwalificeerde capaciteit onder een van de volgende capaciteitscategorieën:

  12. een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat maximaal vijftien perioden van capaciteitslevering bestrijkt;

  13. een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat maximaal acht perioden van capaciteitslevering bestrijkt;

  14. een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat maximaal drie perioden van capaciteitslevering bestrijkt;

  15. een capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat één enkele periode van capaciteitslevering bestrijkt.

    Bij gebrek aan klassering door de commissie van een capaciteit in een van de in het eerste lid, 1° tot 3°, bedoelde capaciteitscategorieën, valt de capaciteit automatisch onder de in het eerste lid, 4°, bedoelde capaciteitscategorie.

    In afwijking van het eerste lid, vallen een indirecte buitenlandse capaciteit en een niet bewezen capaciteit automatisch onder de capaciteitscategorie verbonden aan een capaciteitscontract dat één enkele periode van capaciteitslevering bestrijkt.

    § 2. Om een capaciteit in een capaciteitscategorie te klasseren, onderzoekt de commissie op basis van het in artikel 7 bedoelde investeringsdossier of de in aanmerking komende kosten van een geplande investering in de zin van artikel 3 voor een in aanmerking komend vermogen in de zin van artikel 4 minstens één van de in artikel 6 vastgelegde investeringsdrempels bereiken of overschrijden.

    Art. 3. § 1. Voor de klassering van een capaciteit in een capaciteitscategorie wordt rekening gehouden met in aanmerking komende kosten, met uitsluiting van andere kosten.

    De in aanmerking komende kosten zijn de initiële en niet terugkerende investeringsuitgaven die worden besteld vanaf de datum van publicatie van de resultaten van de veiling waarop de offerte met betrekking tot deze capaciteit is aanvaard en die ten laatste de dag voorafgaand aan de eerste dag van de periode van capaciteitslevering worden uitgevoerd en die noodzakelijk zijn voor de bouw en/of levering van de essentiële fysieke technische elementen van de capaciteit, en om de Belgische markt extra capaciteit aan te bieden vanaf de eerste periode van capaciteitslevering die door het capaciteitscontract wordt bestreken.

    § 2. Voor de bestaande capaciteiten zijn de uitgaven die tot gevolg hebben dat er aanvullende capaciteit wordt aangeboden, de volgende:

  16. de uitgaven waarvan is aangetoond dat ze noodzakelijk zijn gemaakt om de capaciteit in overeenstemming te kunnen brengen met nieuwe normen die dienen te worden nageleefd in het kader van de prekwalificatie;

  17. de uitgaven die nodig zijn om het nominaal referentievermogen van de capaciteit of de technische levensduur van de installatie te verhogen;

  18. voor rechtstreekse buitenlandse capaciteiten, de uitgaven die nodig zijn om de eenheid...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT