31 MAART 2022. - Decreet betreffende de aanpassing van het jaarritme van de scholen voor gewoon, gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor sociale promotie en betreffende de begeleidingsmaatregelen voor de vrijetijdsopvang

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

TITEL I. - Bepalingen betreffende de algemene organisatie van het onderwijs

HOOFDSTUK 1. - Bepalingen tot wijziging van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs

Artikel 1. In artikel 1.3.1-1 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs wordt een punt 1° /1 ingevoegd dat luidt als volgt:

"1° /1 schooljaar: cyclus in de organisatie van de opdrachten van basisonderwijs en secundair onderwijs, zoals gedefinieerd in artikel 1.9.1-1 van hetzelfde Wetboek;".

Art. 2. Het opschrift van "TITEL IX. - Aantal schooldagen" van hetzelfde Wetboek wordt als volgt gewijzigd "TITEL IX. - Het schoolritme en het aantal schooldagen".

Art. 3. Artikel 1.9.1-1 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling:

"Artikel 1.9.1-1 § 1. Het schooljaar begint op de laatste maandag van augustus en eindigt op de eerste vrijdag van juli. Bij wijze van uitzondering begint, indien de laatste maandag 30 augustus of 31 augustus is, het schooljaar op de voorlaatste maandag van augustus indien dit noodzakelijk is om het schooljaar het in artikel 1.9.1-2, § 1 bedoelde minimumaantal schooldagen te laten omvatten.

Onverminderd de wettelijke feestdagen, bedraagt het schooljaar afwisselend zeven of acht weken lessen en activiteiten en twee weken vakantie.

§ 2. Het schooljaar omvat vier vakantieperiodes van twee weken:

  1. de herfstvakantie (Allerheiligen);

  2. de winter (Kerst)vakantie;

  3. de ontspanningsvakantie (Carnaval);

  4. de voorjaarsvakantie (Pasen).

    De wintervakantie (Kerstvakantie) begint op de maandag van de week waarin 25 december valt. Wanneer 25 december echter op een zaterdag of zondag valt, begint de wintervakantie (Kerstvakantie) op de daaropvolgende maandag.

    De zomervakantie begint de dag na de laatste dag van het schooljaar.

    § 3 Op zaterdag en zondag worden geen cursussen en activiteiten georganiseerd.

    Indien deze dagen niet op een zaterdag of zondag vallen of in een vakantieperiode als bedoeld in lid 2, omvat het schooljaar de volgende verlofdagen:

  5. 27 september (Feest van de Franse Gemeenschap);

  6. 1 november (Allerheiligen);

  7. 2 november (Feest van de Doden);

  8. 11 november (Herdenking van 11 november);

  9. Vette dinsdag ("Mardi Gras");

  10. Paasmaandag;

  11. 1 mei (Feest van de Arbeid);

  12. Hemelvaartsdag;

  13. Pinkstermaandag.

    Het schooljaar omvat de in lid 2, 5°, bedoelde verlofdag slechts wanneer het in artikel 1.9.1-2, § 2 bedoelde minimumaantal van 180 in een schooljaar te organiseren schooldagen dit toelaat.".

    Art. 4. Artikel 1.9.1-2 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling:

    "Artikel 1.9.1-2 § 1. Het jaarlijks aantal schooldagen bedraagt 182 dagen. De regering kan deze echter vaststellen op een periode tussen 180 en 184 dagen.

    § 2. Overeenkomstig de regels bepaald in artikel 1.9.1-1 beslist de regering uiterlijk in april van het schooljaar X-2 op eenvormige wijze over de schooldagen, de vakanties en de vakantieperiodes in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde onderwijs, voor het schooljaar X.

    Rekening houdend met het aantal schooldagen als bedoeld in paragraaf 1, kan de regering beschikbare halve dagen of verlofdagen vaststellen en toewijzen.

    De regering kan ook een aantal halve dagen of reservedagen van verlof vaststellen die de inrichtende machten kunnen toekennen of door de directeuren kunnen laten toekennen. Uiterlijk op 1 juni van het voorafgaande schooljaar delen de inrichtende machten de verdeling van de door de regering toegekende halve of reserveverlofdagen mee aan de regeringsdiensten. Wijzigingen in deze toewijzing, binnen de toegestane perken, worden op dezelfde wijze, minstens tien dagen van tevoren, meegedeeld, behalve in geval van overmacht.

    § 3. De regering kan afwijkingen toestaan van artikel 1.9.1-1, § 1, eerste lid, §§ 2 en 3, alsmede van § 2, tweede lid, om uitzonderlijke redenen die door de betrokken inrichtende macht naar behoren worden gemotiveerd, waarbij erop wordt toegezien dat het jaarlijkse schoolritme, bestaande uit zeven of acht lesweken en twee vakantieweken, wordt geëerbiedigd.

    Een inrichtende macht kan vragen dat de vrije dag bedoeld in artikel 1.9.1-1, § 3, tweede lid, 5°, verplaatst wordt naar een andere datum, op voorwaarde dat deze dag het houden van een lokaal feest dekt met een weerslag op minstens één gemeente.

    Uiterlijk op 1 maart van het voorafgaande schooljaar stellen de inrichtende machten de regeringsdiensten in kennis van de overeenkomstig dit lid ingediende verzoeken om afwijking. De regeringsdiensten beschikken over een termijn van 30 dagen om na te gaan of de decreetbepalingen in acht worden genomen. Indien binnen deze termijn geen reactie wordt ontvangen, wordt de aanvraag geacht te zijn aanvaard.

    Art. 5. Artikel 1.9.1-3 van het Wetboek wordt vervangen door de volgende tekst:

    "Artikel 1.9.1-3 Beslissingen en handelingen in verband met een schooljaar betreffende de organisatie en de werking van een school kunnen tijdens de zomervakantie worden genomen.

    Beoordelingen mogen niet worden georganiseerd tijdens de vakantieperiodes bedoeld in artikel 1.9.1-1, § 2, en tijdens de verlofdagen bedoeld in artikel 1.9.1-1, § 3 of in artikel 1.9.1-2, § 2, of vastgesteld met toepassing van artikel 1.9.1-2, § 3. Summatieve beoordelingen mogen niet worden georganiseerd tijdens de vijf schoolwerkdagen die volgen op het einde van een van de vakantieperiodes bedoeld in artikel 1.9.1-1, § 2, eerste lid, of de vakantieperiodes die zijn vastgesteld met toepassing van artikel 1.9.1-2, § 3.

    De inrichtende machten van afdelingen voor technisch, beroeps- en kunstonderwijs kunnen tijdens vakanties en verlofdagen cursussen organiseren die in hun programma zijn opgenomen.

    Art. 6. In artikel 1.2.1-2 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  14. in het tweede lid worden de woorden "1 september" vervangen door de woorden "eerste dag van het betrokken schooljaar";

  15. in het derde lid, ingevoegd bij decreet van 9 juli 2020, worden de woorden "1 september" vervangen door de woorden "eerste dag van het schooljaar".

    Art. 7. In artikel 1.2.1-3 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  16. in het eerste lid, tweede zin, worden de woorden "1 september van het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van zes jaar bereiken" vervangen door de woorden "eerste dag van het schooljaar van het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van zes jaar bereiken";

  17. in het tweede lid, gewijzigd bij decreet van 9 juli 2020:

    1. in de eerste zin worden de woorden "1 september" vervangen door de woorden "eerste dag van het schooljaar";

    2. in de tweede zin worden de woorden "1 september" vervangen door de woorden "eerste dag".

    Art. 8. In artikel 1.5.2-6, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "1 september" telkens vervangen door de woorden "eerste dag van het schooljaar".

    Art. 9. In artikel 1.7.1-2, § 1, vierde lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "1 juli" vervangen door de woorden "de dag na de laatste dag van het schooljaar".

    Art. 10. In artikel 1.7.1-9, derde lid, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  18. in 1° wordt het woord "school" toegevoegd tussen de woorden "herintreder" en "in";

  19. in 2° worden de woorden "vijfde schoolwerkdag van september" vervangen door de woorden "vijfde schoolwerkdag na de aanvang van het schooljaar".

    Art. 11. In artikel 1.7.7-2 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  20. in § 1, eerste lid, worden de woorden "van de maand september" vervangen door de woorden "van het schooljaar";

  21. in § 2, eerste lid, worden de woorden "begin september" geschrapt.

    Art. 12. In artikel 1.7.7-14, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 januari 2022, wordt de zin "De directeur van elke secundaire school meldt dit elk jaar langs elektronische weg aan de Administratie, uiterlijk op de laatste schoolwerkdag van januari" vervangen door de zin "De directeur van elke secundaire school meldt dit elk jaar langs elektronische weg aan de Administratie, uiterlijk op de laatste schoolwerkdag van de tweede week na de wintervakantie (Kerstmis).

    Art. 13. In artikel 1.7.7-16, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 januari 2022, wordt het derde lid vervangen door wat volgt

    "De lagere school of de basisschool zendt de meerderjarige leerling of de ouders van de minderjarige leerling zo spoedig mogelijk en in elk geval vijf schoolwerkdagen vóór het begin van de inschrijvingsperiode, persoonlijk of per post, indien de bezorging bijzonder moeilijk is, het formulier waarop in voorkomend geval de datum van inschrijving op de school en de taal van de onderdompeling zijn vermeld, wanneer de leerling onderdompelingsonderwijs volgt, toe.

    Art. 14. In artikel 1.7.7-18, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 januari 2022, wordt het eerste lid vervangen door de volgende tekst:

    "Vanaf de eerste schoolwerkdag van de vierde week vóór de ontspanningsvakantie (Carnaval) van het schooljaar waarvoor de inschrijving is gepland, opent de directeur van de secundaire school een registratiefase voor inschrijvingen, ook wel "inschrijvingsperiode" genoemd, die drie weken duurt.

    Art. 15. In artikel 1.7.9-11, tweede zin, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "5 september" vervangen door de woorden "vijfde dag van het schooljaar".

    Art. 16. In artikel 1.9.2-1 van hetzelfde Wetboek, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  22. in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

    "In het gewoon lager onderwijs kunnen de lessen met het oog op de organisatie van evaluatietoetsen, de correctie daarvan en de beraadslagingen, bedoeld in de toepassing van artikel 2.3.1-6, gedurende ten hoogste drie dagen van het schooljaar worden geschorst;

  23. aan artikel 1.9.2-1 wordt een nieuwe paragraaf 2 toegevoegd, luidend als volgt

    "2. In geval van inbreuk op paragraaf 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT