31 AUGUSTUS 2021. - Besluit van de secretaris-generaal tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan personeelsleden van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

- het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021;

- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, artikel 20 en 21;

- het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, artikel 5, § 2.

Juridisch kader

Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:

- het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

- het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking;

- het Wapenhandelbesluit van 20 juli 2012;

- het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2012 tot uitvoering van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking;

- het besluit van de secretaris-generaal van 23 augustus 2021 tot vaststelling van het organogram van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken.

DE SECRETARIS-GENERAAL VAN HET DEPARTEMENT KANSELARIJ EN BUITENLANDSE ZAKEN BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. afdelingsverantwoordelijke: het personeelslid dat belast is met de leiding van een afdeling als vermeld in artikel 2 van het besluit van de secretaris-generaal van 23 augustus 2021 tot vaststelling van het organogram van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken;

  2. departement: het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, vermeld in artikel 17, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  3. N-projectleider: het personeelslid dat aangewezen is als projectleider op N-niveau;

  4. N-1-projectleider: het personeelslid dat aangewezen is als projectleider op N-1-niveau;

  5. stafdirecteur: het personeelslid dat belast is met de leiding van de staf van de secretaris-generaal;

  6. subentiteit: een van de volgende onderverdelingen van het departement:

    1. een afdeling;

    2. de staf van de secretaris-generaal;

    3. de Vlaamse Statistische Autoriteit;

    4. het team van de Vlaamse bouwmeester.

    Art. 2. De beslissingsbevoegdheden die bij dit besluit gedelegeerd worden, worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in relevante wetten, decreten, besluiten en omzendbrieven, in het ondernemingsplan en in andere reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen. In het bijzonder worden de beslissingsbevoegdheden uitgeoefend binnen het kader en met inachtneming van de principes die de organisatieraad heeft vastgelegd.

    De beslissingsbevoegdheden die bij dit besluit gedelegeerd worden, kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van de subentiteit in kwestie behoren.

    Art. 3. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor een bepaalde aangelegenheid expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:

  7. de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van die aangelegenheid;

  8. de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of die er inherent deel van uitmaken;

  9. het sluiten van overeenkomsten.

    Als de uitoefening van de beslissingsbevoegdheden die bij dit besluit worden gedelegeerd, gepaard gaat met de plaatsing van een overheidsopdracht, zijn artikel 6 en 7 van toepassing.

    HOOFDSTUK 2. - Interne organisatie

    Art. 4. De afdelingsverantwoordelijken, de stafdirecteur en de N-projectleiders hebben, binnen de organisatiestructuur van het departement, delegatie om de beslissingen te nemen over de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van hun subentiteit of van hun project, met inbegrip van het procesmanagement.

    Art. 5. De afdelingsverantwoordelijken, de stafdirecteur en de N-projectleiders, hebben delegatie om, voor de personeelsleden van hun subentiteit of voor de projectmedewerkers, beslissingen te nemen over:

  10. de toewijzing van een functie aan personeelsleden;

  11. verloven en dienstvrijstellingen;

  12. cumulatie van beroepsactiviteiten;

  13. het programma en de evaluatiecriteria van de proeftijd;

  14. werktijdregeling, plaats- en tijdsonafhankelijk werken en ziektecontrole;

  15. het overdragen van vakantiedagen;

  16. voorstellen tot eervolle onderscheidingen;

  17. het goedkeuren van vormingsactiviteiten;

  18. onbezoldigde stages.

    HOOFDSTUK 3. - Overheidsopdrachten

    Art. 6. § 1. De afdelingsverantwoordelijken, de stafdirecteur en de N-1-projectleiders hebben delegatie om tot een bedrag dat kleiner is dan 30.000 euro:

  19. overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen voor werken, leveringen en diensten;

  20. overheidsopdrachten te plaatsen die niet onder de toepassing vallen van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;

  21. opdrachten te plaatsen op basis van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan.

    Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, heeft het grensbedrag betrekking op:

  22. de geraamde waarde van de opdracht voor:

    1. alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;

    2. de beslissing tot niet-plaatsing;

  23. het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.

    § 2. De N-projectleiders, de Vlaamse bouwmeester en de hoofdstatisticus van de Vlaamse Statistische Autoriteit hebben, binnen hun opdracht, delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel, niet overschrijdt:

    bedragen in euro openbare of niet-openbare procedure mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT