30 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Ik heb de eer U hierbij een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie voor te leggen.

Het voorgestelde ontwerpbesluit geeft uitvoering aan de artikelen 71 en 72 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, genomen op basis van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II).

Artikel 1 van het voorgestelde ontwerpbesluit stelt het principe in van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen voor alle zorgverleners die zijn opgenomen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

De artikelen 2 tot 5 van het voorgestelde ontwerpbesluit beschrijven de voorwaarden en de regels van de financiële tussenkomst, die variëren naargelang de categorie van zorgverleners tot wie het zich richt (forfaitaire tussenkomst of niet, bedrag, ...).

Deze verschillen in behandeling zijn gebaseerd op de specificiteiten van de sectoren en op de realiteit van het terrein en rechtvaardigen zich in het licht van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel zoals hierna wordt uiteengezet.

Artikel 2, eerste en tweede lid, van het voorgestelde ontwerpbesluit somt de categorieën zorgverleners op ten gunste waarvan de verplichte verzekering tussenkomt per patiëntencontact waarvoor een vergoedbare geneeskundige verstrekking werd geattesteerd.

Artikel 2, derde lid, van het voorgestelde ontwerpbesluit benadrukt de vereiste van een patiëntencontact. Dit wordt verklaard door het feit dat de verstrekkingen die worden gedekt door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in het algemeen plaats moeten vinden in aanwezigheid van de patiënt en de zorgverlener.

In het kader van de pandemie werden echter specifieke verstrekkingen op afstand gecreëerd door de artikelen 8 en volgende van het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020. Het is belangrijk om te preciseren dat deze verstrekkingen niet worden gedekt. Hetzelfde geldt voor de verstrekkingen waarbij er geen patiëntencontact is, zoals bijv. de hernieuwing van het globaal medisch dossier.

Deze verstrekkingen kunnen worden geïdentificeerd door de verzekeringsinstellingen gezien ze het voorwerp zijn van een aparte tarificatie via een andere nomenclatuurcode of ze bij de facturatie vergezeld gaan van een pseudocode.

Artikel 2, vierde lid, van het voorgestelde ontwerpbesluit bepaalt dat de financiële tussenkomst niet verschuldigd is voor de geneeskundige verstrekkingen die worden aangerekend door een ziekenhuis. Deze uitzondering is niet van toepassing voor de psychologische zorg verleend door klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen in het kader van de overeenkomsten gesloten op basis van artikel 22, 6° bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Onder geneeskundige verstrekkingen die worden aangerekend door een ziekenhuis verstaat men de verstrekkingen die door het ziekenhuis via het elektronisch facturatiebestand aan de verzekeringsinstellingen gefactureerd worden. De papieren facturatie valt dus wel onder het toepassingsgebied.

Artikel 2, vierde lid, van het voorgestelde ontwerpbesluit stelt in dat opzicht een dubbel verschil in behandeling in, dat kan worden gerechtvaardigd als volgt.

De vraag van de financiering van beschermingsmateriaal voor de zorg gefactureerd door de ziekenhuizen wordt geregeld door andere bepalingen aangenomen op basis van artikel 101 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen zoals gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 8 van 19 april 2020 tot wijziging van artikel 101 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en rekening houdend met het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19, gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 35 van 24 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19.

De uitsluiting van de klinisch psychologen en de klinisch orthopedagogen van deze uitzondering wordt verklaard door het specifiek facturatiecircuit dat is voorzien voor de facturatie van eerstelijns psychologische zorg verleend door de klinisch psychologen en de klinisch orthopedagogen en die worden terugbetaald door de verzekering voor geneeskundige verzorging via overeenkomsten gesloten op basis van artikel 22, 6° bis, van de voornoemde wet betreffende de verplichte verzekering. Dit facturatiecircuit voorziet immers dat het ziekenhuis voor de klinisch psychologen en de klinisch orthopedagogen factureert aan de verzekeringsinstellingen. De klinisch psychologen en de klinisch orthopedagogen hebben dus geen andere keuze dan via het ziekenhuis te factureren en dit zelfs als de terugbetaalde verstrekkingen niet zijn uitgevoerd in het ziekenhuis. Dit circuit werd voorzien om toe te laten dat de geschikte controles zouden worden uitgevoerd. Deze uitzondering niet voorzien zou deze categorieën elke tussenkomst ontzeggen.

Artikel 3 van het voorgestelde ontwerpbesluit stelt de bedragen vast van de in artikel 2 bedoelde financiële tussenkomst per patiëntencontact. Ze wordt per zorgverlener maximum 200 maal per maand verleend.

Het feit dat het bedrag van de financiële tussenkomst voor de tandheelkundigen, de artsen-specialisten in de otorhinolaryngologie en de artsen-specialisten in de stomatologie hoger is dan het bedrag van de financiële tussenkomst voor de andere zorgverleners bedoeld in artikel 2 wordt gerechtvaardigd als volgt.

De verhoging van het bedrag van de financiële tussenkomst voor de tandheelkundigen, de artsen-specialisten in de otorhinolaryngologie en de artsen-specialisten in de stomatologie wordt gemotiveerd door het feit dat deze zorgverleners door de aard van hun specialisme geroepen zijn om in contact te treden met de mond en de neus van de patiënt.

Vermits het gaat om handelingen die het risico op contact met het virus verhogen en die dus bijkomende beschermingsmaatregelen vereisen, werd het opportuun geacht om de tussenkomst voor deze categorieën te verhogen om zorgverleners die wegens de aard van de handelingen die ze stellen substantieel hogere kosten hebben om zich te beschermen, niet op gelijke wijze te behandelen.

Artikel 4, eerste lid, van het voorgestelde ontwerpbesluit bepaalt dat de verzekeringsinstellingen de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 op intermutualistische wijze betalen en ten laatste op 31 december 2020.

De vermelding "op intermutualistische wijze" heeft tot doel dat één enkele betaling zou gebeuren aan elke zorgverlener door middel van een tussen de verzekeringsinstellingen overlegde procedure en na verzameling van de informatie betreffende de facturatie die werd ontvangen door de verschillende verzekeringsinstellingen om de door de reglementering voorziene plafonds te kunnen verifiëren.

Met dat doel houden de verzekeringsinstellingen voor elke zorgverlener, d.w.z. voor elke natuurlijke persoon, een gemeenschappelijke teller bij van het aantal patiëntencontacten op basis van de gegevens waarover ze beschikken op 31 oktober 2020. Als eenzelfde natuurlijke persoon meerdere hoedanigheden als zorgverlener heeft, wordt de meest voordelige hoedanigheid weerhouden.

De vraag stelt zich wat er gebeurt met de betaling van de financiële tussenkomst verbonden aan vergoedbare geneeskundige verstrekkingen die werden uitgevoerd tussen 4 mei 2020 en 31 augustus 2020 maar waarvoor de verzekeringsinstellingen nog geen informatie hebben in hun gegevensbank op 31 oktober 2020, vermits de patiënten wettelijk over een termijn van 2 jaar beschikken om aanvragen tot terugbetaling in te dienen.

Het risico om bepaalde zorgverleners de financiële tussenkomst te ontzeggen door de enkele omstandigheid dat - onafhankelijk van hun wil - hun patiënten de aanvraag tot tegemoetkoming niet hebben ingediend bij hun ziekenfonds binnen de door het ontwerp weerhouden termijn moet worden afgewogen tegen de doelstelling van efficiëntie en snelheid van het systeem, enerzijds, en de administratieve haalbaarheid van het systeem, anderzijds.

Bij de voorstelling van het ontwerpbesluit op het Verzekeringscomité van 29 juni 2020 werd trouwens duidelijk gezegd dat de voorgestelde financiële tussenkomst bestaat in een tussenkomst in de kosten en niet in een volledige terugbetaling van de kosten.

Voor de zorgverleners waarvoor een verstrekking aanleiding kan geven tot meerdere contacten is de tussenkomst in elk geval beperkt tot 200 contacten per maand, wat niet noodzakelijk de volledige activiteit van de zorgverleners dekt.

Het risico moet tevens worden gerelativeerd omdat bepaalde sectoren gebruik maken van de elektronische overdracht van gegevens aan de verzekeringsinstellingen via Mycarenet (in plaats van het papieren circuit), wat een quasi directe overdracht van de gegevens aan de verzekeringsinstellingen impliceert.

In het kader van de toepassing van de derdebetalersregeling tenslotte, worden de getuigschriften voor verstrekte hulp door de zorgverleners zelf aan de verzekeringsinstellingen van hun patiënten overgemaakt, wat eveneens het risico...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT