30 JUNI 2023. - Programmadecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023 (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:
PROGRAMMADECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023
HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Afdeling 1. - Opheffing artikel 14, negende lid, van het decreet van 11 februari 2022 tot vaststelling van de regels voor de subsidiëring van jeugdverblijven, hostels, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme
Art. 2. In artikel 14 van het decreet van 11 februari 2022 tot vaststelling van de regels voor de subsidiëring van jeugdverblijven, hostels, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme wordt het negende lid opgeheven.
Afdeling 2. - Opheffing Eigen Vermogen Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
Art. 3. De saldi op de rekeningen van het Eigen Vermogen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, alsook de rechten en verplichtingen die eraan verbonden zijn, worden uiterlijk voor 31 december 2023 overgedragen aan het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, opgericht bij het decreet van 26 januari 2018 tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk.
Art. 4. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 september 1931 betreffende het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen - rechtspersoonlijkheid wordt opgeheven.
Art. 5. In het decreet van 29 maart 2019 houdende diverse bepalingen in het beleidsveld cultuur wordt hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel 19 tot en met 33, opgeheven.
Afdeling 3. - Subsidies aan de vzw Centrum voor de Bibliografie van de Neerlandistiek
Art. 6. De Vlaamse Regering subsidieert de vzw Centrum voor de Bibliografie van de Neerlandistiek. Deze werkingssubsidie omvat de subsidiëring van een kern van personeelsleden, een basistoelage voor de werking en een subsidiëring op grond van werkelijk gepresteerde activiteiten.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt toegekend op voorwaarde dat de vereniging de strategische doelstelling vervult om de publicaties die verschijnen op het gebied van de neerlandistiek in de meest ruime zin te inventariseren en te ontsluiten. De vereniging is daarbij verantwoordelijk voor de beschrijving en de indexering van de Vlaamse publicaties in verband met de Nederlandse taal- en letterkunde en stelt deze informatie digitaal ter beschikking voor externe gebruikers.
De vereniging dient daartoe jaarlijks voor 1 december een actieplan in voor het komende jaar.
De Vlaamse Regering bepaalt op basis van dit actieplan en op basis van de beschikbare informatie over de werking van de vereniging in de voorbije werkingsjaren de hoogte van de subsidie.
De vereniging dient jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verantwoording in over het voorbije jaar.
Art. 7. De vereniging die op basis van artikel 6 een subsidie ontvangt, erkent het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.
De vereniging kan een sociaal passief aanleggen ten laste van de subsidie.
Art. 8. De Vlaamse Regering kan voor de vereniging, vermeld in artikel 6, de nadere regels bepalen voor de volgende aspecten:
-
de indiening van het actieplan;
-
de beoordeling van het actieplan;
-
de toekenning van de subsidie op basis van het actieplan;
-
de uitbetaling van de subsidie in een voorschot en een saldo na toezicht;
-
de verantwoording van de subsidie bestaande uit de volgende elementen:
-
een functionele verantwoording die bestaat uit een overzicht en evaluatie van de werking;
-
een financiële verantwoording die bestaat uit al de volgende elementen:
1) de jaarrekening, die bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting;
2) de specificatie van alle bezoldigingen;
3) een verslag van een gecertificeerde accountant of bedrijfsrevisor die niet betrokken is bij de dagelijkse inhoudelijke, organisatorische en zakelijke werking van de organisatie;
-
eventuele bijkomende beleidsrelevante gegevens met het oog op monitoring;
-
-
de categorieën van subsidiabele en niet-subsidiabele kosten;
-
het toezicht op de aanwending van de subsidie door de bevoegde administratie;
-
de eventuele remediëring en de maatregelen naar aanleiding van het toezicht;
-
de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren;
-
de openbaarmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten.
HOOFDSTUK 3. - Omgeving
Afdeling 1. - Betaalbevoegdheid geconventioneerde huur
Art. 9. Aan artikel 4.17, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, vervangen bij het decreet van 3 juni 2022, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"6° de subsidies, vermeld in artikel 4.42, § 4, en in artikel 5.52/1, tweede lid, uitbetalen.".
Afdeling 2. - Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen - OVAM-heffingen
Art. 10. In artikel 46, § 2, vijfde lid, van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2014, 8 juli 2016 en 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in punt 8° wordt de zinsnede "in de heffingsjaren 2020, 2021 en 2022" vervangen door de zinsnede "in de heffingsjaren 2020 tot en met 2024";
-
in punt 9° wordt het jaartal 2023 vervangen door het jaartal 2025;
-
in punt 10° wordt het jaartal 2024 vervangen door het jaartal 2026;
-
in punt 11° wordt het jaartal 2025 vervangen door het jaartal 2027.
HOOFDSTUK 4. - Onderwijs en Vorming
Afdeling 1. - Aanpassing aanvullende werkingsmiddelen voor centra voor volwassenenonderwijs in het kader van EVC-trajecten
Art. 11. In artikel 108, § 5, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 26 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in het eerste lid wordt de zinsnede "en daarvoor een financiële bijdrage van minder dan 96 euro heeft ontvangen" vervangen door de zinsnede "bij een specifieke doelgroep die recht heeft op een verminderde financiële bijdrage als vermeld in artikel 8 van het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties";
-
het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De aanvullende werkingstoelage bedraagt de helft van de volledige financiële bijdrage voor een EVC-traject met het oog op het verwerven van een beroepskwalificatie of een deelkwalificatie als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 betreffende de uitvoering van het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties, zoals van kracht op de datum van de inwerkingtreding van artikel 11 van het programmadecreet van 20 juni 2023 houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023.";
-
het vierde lid wordt opgeheven.
Afdeling 2. - Aanpassing asielmiddelen voor centra voor volwassenenonderwijs in het kader van zomeraanbod NT2
Art. 12. Aan artikel 196sexies, § 1, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2015 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 december 2022, wordt een negende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De centra voor volwassenenonderwijs kunnen na een voorafgaand akkoord in het bevoegde lokale comité de toegekende leraarsuren ten laste van het begrotingsjaar 2023 omzetten in werkingsmiddelen voor contractuele aanwervingen ten belope van de lesopdracht tijdens de maanden juli en augustus. Voor de omzetting geldt één leraarsuur voor 63,64 euro. Uiterlijk twee maanden na de melding aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen van de om te zetten leraarsuren voor de aanwerving van contractuele personeelsleden worden 80% van deze omgezette werkingsmiddelen als voorschot aan de centra uitbetaald. Het resterende saldo van 20% wordt uitbetaald uiterlijk in de loop van de maand december van het kalenderjaar 2023. Het centrum moet alle aangewende middelen bewijzen met facturen of betalingen die werden gedaan in het kader van deze contractuele aanstellingen. Niet-aangewende middelen worden na het einde van het kalenderjaar 2023 teruggestort. Daarvoor deelt het centrum het niet-aangewende bedrag mee aan de bevoegde administratie.".
Afdeling 3. - Technische correctie van het bedrag van de nascholingsmiddelen voor de centra voor volwassenenonderwijs in het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs
Art. 13. In artikel 9, § 2, eerste lid, 3°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, wordt het bedrag "418.000 euro" vervangen door het bedrag "354.000 euro".
Afdeling 4. - Invoegen mogelijkheid tot reserve-opbouw voor de accreditatieorganisatie voor het hoger onderwijs
Art. 14. In de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 december 2022, wordt een artikel II.29/2 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. II.29/2. De Vlaamse Regering financiert, binnen de perken van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en het Vlaamse hoger onderwijs, ondertekend te Den Haag op 3 september 2003 en van de Vlaamse begroting, de werking van de accreditatieorganisatie.
De accreditatieorganisatie kan het gedeelte van de toegekende financiële ondersteuning dat de aanvaarde kosten overschrijdt, aanwenden voor de aanleg van reserves van maximaal 20% van het maximale jaarlijkse subsidiebedrag. De totale...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI