30 JUNI 2017. - Decreet houdende wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005, het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, het Digitaal Kiesdecreet van 25 mei 2012 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet houdende wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005, het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, het Digitaal Kiesdecreet van 25 mei 2012 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005

Art. 2. In artikel 44, § 1, eerste lid, van het Provinciedecreet van 9 december 2005, gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012, wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "vier".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011

Art. 3. In artikel 16 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

    "Uiterlijk op 31 augustus van het jaar waarin de gewone vernieuwing van de gemeenteraden plaatsheeft, maakt het college van burgemeester en schepenen een lijst van de gemeenteraadskiezers op die de toestand op 1 augustus van dat jaar weergeeft.";

  2. aan paragraaf 4 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De exemplaren van de kiezerslijst die conform artikel 20 aan de indieners van een lijst of aan de kandidaten worden afgegeven, mogen het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen van de kiezers niet vermelden.".

    Art. 4. In artikel 20 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 1. Zodra de kiezerslijst opgemaakt is, stelt het college van burgemeester en schepenen de kiezerslijst gratis op digitale wijze ter beschikking aan de personen die de burgemeester daar schriftelijk om verzoeken en die zich er schriftelijk toe verbinden een kandidatenlijst voor te dragen voor de verkiezingen in de gemeente of voor de verkiezingen in het provinciedistrict waarin de gemeente ligt. Als de kiezerslijst op een digitale gegevensdrager gegeven wordt, geeft het college van burgemeester en schepenen daarvan één gratis exemplaar aan de voormelde personen.";

  4. in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

    "Iedere persoon die als kandidaat voorkomt op een voordracht die wordt ingediend met het oog op de verkiezing, kan na schriftelijk verzoek aan de burgemeester en tegen betaling van de kostprijs op digitale wijze de kiezerslijst ter beschikking krijgen.";

  5. paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 3. Het college van burgemeester en schepenen mag geen kiezerslijsten ter beschikking stellen aan andere personen dan de personen die conform paragraaf 1 of paragraaf 2, eerste lid, om de lijst verzocht hebben. De personen die een kiezerslijst ter beschikking hebben, mogen die lijst alleen voor verkiezingsdoeleinden gebruiken en alleen in de periode die valt tussen de datum van de terbeschikkingstelling van de lijst en de datum van de verkiezing.

    Wie geen kandidatenlijst voordraagt en zich ook niet kandidaat stelt, kan geen gebruik maken van de kiezerslijst, ook niet voor verkiezingsdoeleinden.".

    Art. 5. In artikel 23 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:

    " § 1. Het college van burgemeester en schepenen deelt de kiezers in stemafdelingen in.".

    Art. 6. Artikel 24 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 24. Uiterlijk op 31 augustus van het jaar van de verkiezingen bezorgt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending twee door de burgemeester en secretaris voor echt verklaarde uittreksels uit de kiezerslijst, opgemaakt per stemafdeling, aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn afwezigheid, de magistraat die hij aanwijst, als de hoofdplaats van het gerechtelijk kanton waartoe de gemeente behoort, ook de hoofdplaats is van een gerechtelijk arrondissement.

    In alle andere gevallen bezorgt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending de uittreksels, vermeld in het eerste lid, aan de vrederechter van het gerechtelijk kanton waartoe de gemeente behoort, of, bij zijn afwezigheid, de plaatsvervanger die hij aanwijst.

    Ten minste zevenentwintig dagen voor de verkiezing bezorgt de magistraat, vermeld in het eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, een kopie van die uittreksels tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau die hij voor elke gemeente van het gerechtelijk kanton heeft aangewezen conform artikel 37, § 2.".

    Art. 7. Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 25. In gemeenten waar verkiezingen voor de stadsdistrictsraden plaatsvinden, bezorgt het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 31 augustus van het jaar van de verkiezingen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending naast de uittreksels, vermeld in artikel 24, twee extra voor echt verklaarde uittreksels uit de kiezerslijst, opgemaakt per stadsdistrict en per stemafdeling, aan de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of aan zijn plaatsvervanger.

    Ten minste zevenentwintig dagen voor de verkiezing bezorgt de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, een kopie van die uittreksels tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending, aan de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau die hij voor elk stadsdistrict heeft aangewezen conform artikel 38, § 2.".

    Art. 8. Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 26. Op de dag van de verkiezingen of een dag ervoor bezorgt het college van burgemeester en schepenen aan elke voorzitter van een stembureau de lijst van de kiezers van zijn stemafdeling. Die lijst bevat de wijzigingen die zijn aangebracht conform artikel 17, artikel 31, vierde lid, en artikel 33, § 7.".

    Art. 9. In artikel 37 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "Het gemeentelijk hoofdbureau bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, drie bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. Als de voorzitter niet vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan functioneert die als vierde bijzitter. Als de voorzitter wel vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan wordt die als vierde bijzitter vervangen door een plaatsvervangende bijzitter. Kandidaten mogen geen lid zijn van het hoofdbureau.";

  7. in paragraaf 2 worden het derde en vierde lid vervangen door wat volgt:

    "In de gemeenten die geen hoofdplaats zijn van een gerechtelijk kanton of gerechtelijk arrondissement, worden de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen door de vrederechter uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest benoemd.

    Als in een gemeente meer dan een vrederechter bevoegd is, beslist de korpsoverste van de vrederechters welke vrederechter de benoemingen, vermeld in het derde lid, doet.";

  8. in paragraaf 2 worden het voorlaatste en laatste lid opgeheven;

  9. aan paragraaf 4 worden de woorden "bij de besluitneming van het bureau" toegevoegd;

  10. in paragraaf 5 wordt de zinsnede "27 dagen" vervangen door de zinsnede "34 dagen";

  11. er worden een paragraaf 7 en een paragraaf 8 toegevoegd, die luiden als volgt:

    " § 7. De leden van het gemeentelijk hoofdbureau hebben recht op een vergoeding waarvan het bedrag en de voorwaarden door de Vlaamse Regering bepaald worden.

    § 8. Het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente wijst een gemeentelijk personeelslid aan dat belast wordt met de coördinatie van de taken voor de organisatie van de verkiezingen, vermeld in artikel 3, die aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. Dat personeelslid fungeert ook als contactpersoon voor het gemeentelijk hoofdbureau, de Vlaamse overheid en de opgeroepen burgers. Hij heeft het recht de vergaderingen van het gemeentelijk hoofdbureau bij te wonen met adviserende stem.".

    Art. 10. In artikel 38 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  12. in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "Het stadsdistrictshoofdbureau bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, drie bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. Als de voorzitter niet vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan functioneert die als vierde bijzitter. Als de voorzitter wel vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan wordt die als vierde bijzitter vervangen door een plaatsvervangende bijzitter. Kandidaten mogen geen lid zijn van het hoofdbureau.";

  13. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 2. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau worden uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest benoemd.";

  14. aan paragraaf 4 worden de woorden "bij de besluitneming van het bureau" toegevoegd;

  15. in paragraaf 5 wordt de zinsnede "27 dagen" vervangen door de zinsnede "34 dagen";

  16. er wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt:

    " § 7. De leden van het stadsdistrictshoofdbureau hebben recht op een vergoeding waarvan het bedrag en de voorwaarden door de Vlaamse Regering bepaald worden.".

    Art. 11. Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 39. Op verzoek van de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of van zijn plaatsvervanger, stelt het college van burgemeester en schepenen personeelsleden ter beschikking van die magistraat, of van zijn plaatsvervanger, die onder zijn toezicht werken. Het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT