30 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 23 april 2021 tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 april 2021 tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken, artikelen 2,8° en 12°, 5, tweede lid, tweede zin 7, § 1, tweede lid, 10, tweede lid, tweede zin, 11, § 1, derde lid, 12, 14, tweede lid, tweede zin, en 15, tweede zin;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende de bescherming van het cultureel erfgoed onder water;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2016 betreffende de reglementaire maatregelen ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2021;

Gelet op het advies 69.443/VR/1 van de Raad van State gegeven op 12 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Noordzee en de Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. wet : de wet van 23 april 2021 tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken;

  2. ontvanger: de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen;

  3. administratie: het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;

  4. in situ beschermd erfgoed: het cultureel erfgoed onder water of wrak dat in situ beschermd wordt overeenkomstig artikel 7, § 1 of 11, § 1, van de wet;

  5. beschermingsmaatregelen: de individuele maatregelen genomen op grond van artikel 7, § 3 of 11, § 3 van de wet.

    Art. 2. § 1. De meldingen bedoeld in artikel 5 en 10 van de wet omvatten minstens de volgende gegevens:

  6. de identiteit en contactgegevens van de melder;

  7. de positie in coördinaten van de vindplaats;

  8. de datum van de ontdekking;

  9. een algemene beschrijving van de ontdekking.

    De volgende gegevens worden eveneens meegedeeld zodra beschikbaar:

  10. de geschatte afmetingen van de ontdekking;

  11. de grondstoffen waaruit de ontdekking is vervaardigd;

  12. een foto of ander beeldmateriaal van de ontdekking.

    § 2. De ontvanger bezorgt de meldingen bedoeld in § 1 aan de administratie op elektronische wijze.

    Art. 3. De administratie stelt de vorm van het onderzoeksrapport bedoeld in artikel 7, § 1, van de wet vast.

    Het onderzoeksrapport omvat de volgende punten:

  13. Technische gegevens:

    1. gegevens...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT