30 APRIL 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 178 en 178/1 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met het oog op de wijziging van bepaalde bepalingen met betrekking tot de vrijstelling van de aangifteplicht in de personenbelasting

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het besluit waarvan wij de eer hebben het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen beoogt het uitbreiden van de categorieën van belastingplichtigen die in aanmerking komen om te genieten van de procedure van de vereenvoudigde aangifte in de personenbelasting evenals de opheffing van een andere bepaling die ter zake achterhaald is geworden.

Overeenkomstig artikel 305 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), is elke belastingplichtige immers gehouden om jaarlijks een aangifteformulier in de personenbelasting in te dienen waarvan het model is vastgesteld door de Koning overeenkomstig artikel 307, § 1, WIB 92, en die daartoe afgeleverd wordt door de aangeduide dienst.

Evenwel machtigt artikel 306, § 1, WIB 92, Uwe Majesteit om bepaalde belastingplichtigen vrij te stellen van deze verplichting tot aangifte van de personenbelasting, door een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad. Krachtens § 2, eerste lid van dit artikel, is er vastgelegd dat er aan de in § 1 bedoelde belastingplichtigen een voorstel van vereenvoudigde aangifte zal worden toegezonden.

In uitvoering van deze bepaling, bepaalt artikel 178, § 2, KB/WIB 92 dat de belastingplichtigen die geen andere belastbare inkomsten en elementen moeten aangeven dan die welke er zijn opgesomd, vrijgesteld zijn van de aangifteverplichting en een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen. Deze criteria worden gecontroleerd op basis van gekende gegevens met betrekking tot het vorige aanslagjaar.

Het voornaamste doel van dit besluit bestaat erin een groot deel van de belastingplichtigen die uitgaven doen die betrekking hebben op een belastingvermindering voor de eigen woning in het kader van een hypothecaire lening, of die betrekking hebben op een belastingvermindering voor het langetermijnsparen in het kader van een individueel levensverzekeringscontract, of die beschikken over inkomsten uit onroerende goederen gelegen in België, voortaan toe te laten eveneens een voorstel van vereenvoudigde aangifte in de personenbelasting te ontvangen.

Deze uitbreiding is inderdaad mogelijk geworden voor zover de FOD Financiën in principe momenteel elektronisch over de betrokken gegevens beschikt die haar vooraf zijn overgemaakt.

Het advies 67.107/3 van de Raad van State van 14 april 2020 is gevolgd. Desalniettemin zal het, in het licht van de op handen zijnde verzending van de eerste voorstellen van vereenvoudigde aangifte betreffende het aanslagjaar 2020, niet mogelijk zijn om voor deze over te gaan tot de door de Raad van State gesuggereerde aanpassingen aan de artikelen 306 en 308 WIB 92 teneinde de wet in overeenstemming te brengen met de administratieve praktijk. Deze wijzigingen zullen uitgevoerd worden voor het aanslagjaar 2021.

Bespreking van de artikelen

Artikel 1. Zoals hierboven uitgelegd, heeft deze bepaling als essentieel doel om aan de lijst van belastbare inkomsten en andere elementen voorzien in artikel 178, § 2, KB/WIB 92 enerzijds de uitgaven toe te voegen die betrekking hebben op ofwel een belastingvermindering voor de eigen woning in het kader van een hypothecaire lening, ofwel een belastingvermindering voor het langetermijnsparen in het kader van een individueel levensverzekeringscontract ofwel een belastingvermindering in het kader van een contract voor rechtsbijstandverzekering, en anderzijds bepaalde inkomsten uit onroerende goederen gelegen in België. Deze wijziging zal een gevoelige uitbreiding van het aantal belastingplichtigen die een voorstel van vereenvoudigde aangifte krijgen tot gevolg hebben. Deze wijziging betekent in dat opzicht een aanzienlijke vooruitgang inzake de administratieve vereenvoudiging.

Desalniettemin, gelet op de veelheid aan fiscale regimes van toepassing op de hypothecaire lening omwille van de regionalisering van de personenbelasting en de inherente complexiteit van de materie, kan de FOD Financiën niet in alle gevallen de voorinvulling van de gegevens met betrekking tot elk type van hypothecaire lening of individuele levensverzekering en dus de verzending van een voorstel van vereenvoudigde aangifte verzekeren.

Dit is het geval wanneer de FOD Financiën niet langs elektronische weg beschikt over de gegevens van de hypothecaire leningsovereenkomst of de levensverzekering, met name wanneer deze afgesloten is met een buitenlandse bank of verzekeringsonderneming.

Het blijkt ook onmogelijk om de gegevens met betrekking tot de hypothecaire leningen en/of de individuele levensverzekeringen correct voor in te vullen in heel diverse omstandigheden, zoals bijvoorbeeld:

- Ingeval van verhuis van de belastingplichtige tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar in kwestie;

- Ingeval van een wijziging in de huwelijkssituatie van de belastingplichtige (huwelijk, echtscheiding ...) tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar in kwestie;

- Als de belastingplichtige tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar in kwestie verschillende onroerende goederen had;

- Als de belastingplichtige tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar in kwestie een lening heeft afgesloten om een woning te verwerven;

- Ingeval van een contract van een individuele levensverzekering waarvoor de FOD Financiën meerdere attesten ontvangt, enz..

Aangezien de doelstelling van het voorstel voor een vereenvoudigde aangifte is om de belastingplichtige een correct en zo volledig mogelijk overzicht te geven van zijn fiscale inkomsten en uitgaven, kiest de administratie ervoor dit voorstel niet te verzenden als de gegevens in haar bezit niet voldoende zeker zijn.

Deze diverse uiteengezette niet limitatieve omstandigheden die het verzenden van een voorstel van vereenvoudigde aangifte beletten, hebben echter een relatief bijzonder karakter die niet verhinderen dat een meerderheid van de betrokken belastingplichtigen kan genieten van de uitbreiding van deze procedure.

De hypothecaire leningen en de levensverzekeringen opgenomen in het voorstel van vereenvoudigde aangifte zullen daarom de klassieke gevallen zijn die verband houden met de geïntegreerde woonbonus, met de "Chèque Habitat", een gewestelijke woonbonus of een federale belastingvermindering voor de betaling van premies voor een individuele levensverzekering.

Dit ontwerp beoogt eveneens de toevoeging van een ten 17° aan artikel 178, § 2, KB/WIB 92 opdat de belastingplichtigen die inkomsten uit onroerende goederen gelegen in België, die moeten worden opgenomen in code 106 van de aangifte, moeten aangeven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT