3 SEPTEMBER 2021. - Ministerieel besluit over de opleidingsvereisten in het kader van de implementatie van BelRAI

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 82;

- het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, artikel 38, tweede lid.

- het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021 over de tenuitvoerlegging van BelRAI en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering over het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 2, § 1, vierde, vijfde en zesde lid, artikel 4, § 1, en artikel 31, tweede, derde en vierde lid.

Vormvereiste

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 7 juni 2021.

- De Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2021/54 gegeven op 20 juli 2021.

- De Raad van State heeft advies 69.724/1/V gegeven op 30 juli 2021.

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID, GEZIN EN ARMOEDEBESTRIJDING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder besluit van 28 mei 2021: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021 over de tenuitvoerlegging van BelRAI en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering over het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

HOOFDSTUK 2. - Erkenning van instanties als vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, c), van het besluit van 28 mei 2021, waarvan BelRAI-experten deel kunnen uitmaken

Art. 2. Een instantie die een erkenning als vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, c), van het besluit van 28 mei 2021, wil krijgen, dient een aanvraag tot erkenning in bij het agentschap.

Een aanvraag als vermeld in het eerste lid, is ontvankelijk als ze al de volgende gegevens en stukken bevat:

  1. een overzicht van de volumes aan opleidingen, bijscholingen en intervisies over de verschillende BelRAI-instrumenten die de instantie op jaarbasis wil verstrekken;

  2. een beschrijving van de inhoud van de opleidingen, bijscholingen en intervisies, de aangeboden vormingspakketten, het online kennis- en vormingsportaal en de tussentijdse evaluaties en een beschrijving van de wijze waarop evoluties inzake interRAI en BelRAI daarbij geïmplementeerd worden;

  3. de documenten waaruit blijkt dat de personen die deel uitmaken van de instantie en die zullen optreden als BelRAI-expert voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van het besluit van 28 mei 2021.

    Als de aanvraag, vermeld in het eerste lid, conform het tweede lid onontvankelijk is, meldt het agentschap dat aan de instantie in kwestie binnen dertig dagen na de dag waarop het agentschap de aanvraag heeft ontvangen. Nadat de voormelde termijn is verstreken, wordt de aanvraag geacht ontvankelijk te zijn.

    Het agentschap kan de instantie om aanvullende inlichtingen verzoeken. De termijn, vermeld in het derde lid, wordt in voorkomend geval geschorst en begint opnieuw te lopen op de dag na de dag waarop het agentschap die inlichtingen heeft ontvangen.

    Als het agentschap de inlichtingen, vermeld in het vierde lid, niet ontvangt binnen dertig dagen na de datum van de verzending van het verzoek, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard.

    Art. 3. § 1. Als de aanvraag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit, ontvankelijk is, neemt de leidend ambtenaar van het agentschap een beslissing over de gegrondheid van de aanvraag binnen negentig dagen na de dag waarop het agentschap de ontvankelijke aanvraag heeft ontvangen. De gegrondheid van de aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van dit besluit en artikel 4, § 1, eerste lid, van het besluit van 28 mei 2021.

    § 2. Als de aanvraag gegrond is, wordt een erkenning verleend voor vier jaar.

    Het agentschap stuurt de erkenningsbeslissing naar de instantie in kwestie binnen acht dagen na de dag waarop het agentschap de erkenningsbeslissing, vermeld in het eerste lid, heeft genomen.

    De erkenningsbeslissing, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende gegevens:

  4. de identificatiegegevens van de instantie;

  5. de ingangsdatum van de erkenning;

  6. een erkenningsnummer.

    § 3. Als de aanvraag, vermeld in artikel 2, eerste lid, ongegrond is, bezorgt het agentschap het gemotiveerde voornemen tot weigering van de erkenning met een aangetekende brief aan de instantie in kwestie binnen acht dagen na de dag waarop het agentschap de beslissing over de gegrondheid heeft genomen.

    De aangetekende brief, vermeld in het eerste lid, bevat ook de mogelijkheid om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap.

    De instantie in kwestie kan binnen zestig dagen na de datum van de verzending van het voornemen tot weigering van de erkenning conform het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT