29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de opleiding; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018 betreffende de opleiding (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend worden verklaard :

  1. de als bijlage 1 collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de opleiding;

  2. de als bijlage 2 overgenomen de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

W. BEKE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage 1

Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden

Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018

Opleiding

(Overeenkomst geregistreerd op 7 januari 2019 onder het nummer 149886/CO/200)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden behoren.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2. § 1. De werkgevers verbinden er zich toe om 2 dagen opleiding toe te kennen voor de periode die ingaat op 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2019. Onverminderd artikel 4 van deze overeenkomst worden de opleidingsdagen toegekend op om het even welk moment in 2019.

§ 2. Onverminderd het recht op opleiding dat onder § 1 is erkend, wordt voor elke bediende een aanvullend recht op één dag beroepsopleiding geopend voor de periode die ingaat op 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2019. De tijd die overeenstemt met de opleidingsdag moet 's avonds of tijdens het weekend en buiten de arbeidstijd vallen.

§ 3. De deeltijdse bedienden genieten de voornoemde opleidingsdagen in evenredigheid met hun deeltijdse prestaties.

Het recht op opleiding geldt niet voor de bedienden die in opzegging zijn of die zijn aangeworven met een overeenkomst voor een bepaalde tijd van één jaar of minder.

§ 4. De opleidingsdagen moeten gericht zijn op een verhoging van de beroepsbekwaamheid van alle bedienden.

Art. 3. § 1. Onverminderd de toepassing van het opleidingsplan, zoals bepaald in artikel 4 hierna, gaat het om opleidingen die worden aangeboden door het Centrum voor de Vorming van Bedienden van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (CEVORA) of om door CEVORA erkende opleidingen, alsook om de door de betrokken ondernemingen of sectoren of door andere opleidingsverstrekkers georganiseerde opleidingen.

De werkgever heeft de verantwoordelijkheid om de opleidingsdagen aan te bieden tijdens de werkuren.

Indien de opleiding plaatsvindt buiten de arbeidstijd, moet de werkgever aan de bediende een gelijke compensatie in arbeidstijd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT