29 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, artikel 2, § 3, vervangen bij de wet van 4 augustus 1978 en gewijzigd bij de wetten van 26 augustus 2006 en 25 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 oktober 2022;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 18 oktober 2022;

Gelet dat de Raad van State op 22 november 2022 het onderzoek van de tekst geschrapt heeft van de rol, overeenkomstig artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse van 19 maart 2021 overeenkomstig de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Overwegende op de eerste plaats het oprichting bij notariële akte van 25 mei 2021 door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij van een gespecialiseerde dochtervennootschap genoemd "Relaunch for the Future" in uitvoering van het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie-en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen;

Overwegende de bedragen opgelopen, tot waaronder het geheel van het bedrag van 150 (honderdvijftig) miljoen euro bedoeld in artikel 3, (i) van bovengenoemde koninklijk besluit van 2 april 2021 en overeenkomstig het doel bedoeld in artikel 1, § 2 (i) van bovengenoemde koninklijk besluit van 2 april 2021, op 31 december 2021 door bovengenoemde gespecialiseerde dochtervennootschap in de investeringsvehikels opgezet op federaal niveau en in gewestelijke investeringsvehikels, waarvan het investeringsbeleid in overeenstemming is met de criteria bedoeld onder artikel 1, §§ 3 en 5 van het bovengenoemde koninklijk besluit van 2 april 2021 ;

Overwegende bovendien de ernstige verstoring van het energiesysteem van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT