29 MAART 2021. - Koninklijk besluit tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij wetten van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, van 30 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie en het notariaat in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en van 20 mei 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om artikel 7, eerste lid van de wet van 30 april 2020, artikel 4, vierde lid, van de wet van 20 mei 2020 en een aantal tijdelijke maatregelen genomen bij de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te verlengen.

Dit ontwerp van koninklijk besluit wordt uitgevaardigd ter uitvoering van artikel 81 van de voormelde wet van 20 december 2020, van artikel 7, tweede lid, van de wet van 30 april houdende diverse bepalingen inzake justitie en het notariaat in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en van artikel 4, vierde lid, van de wet van 20 mei 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19.

De maatregelen waarvan de duurtijd dient te worden verlengd tot en met 30 juni 2021, betreffen:

- Eedaflegging bij schriftelijke verklaring van advocaten, gerechtsdeurwaarders, gerechtsdeskundigen, beëdigde vertalers, tolken, vertalers-tolken en notarissen;

- De tijdelijk verhoging van de inbeslagnemingsdrempels bedoeld in artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek;

- De strafuitvoeringskamers;

- Gratis notariële volmachten;

- Aanpassingen aangaande het authentiek testament;

- Termijnen in het kader van de gerechtelijke verkopen en vrijwillige verkopen onder gerechtelijke vorm;

- Het gebruik van de videoconferentie voor de procedure van vereffening-verdeling;

- Bepaling betreffende het Wetboek van Strafvordering inzake de schriftelijke behandeling van de hogere beroepen voor de kamer van inbeschuldigingstelling voorzien in de artikelen 21bis, §§ 7 en 8, 28sexies, § 4, 28octies, § 4, 28novies, § 7, 61ter, §§ 5 en 6, 61quater, §§ 5 en 6, 61quinquies, §§ 4 en 5, en 61sexies, § 4 van het Wetboek van strafvordering;

- Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten;

- Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering (zitting voor de kamer voor de bescherming van de maatschappij);

- Tijdelijke versoepeling van de vereisten voor de identificatie van de ondertekenaars van authentieke akten die een gerechtelijk ambt of een ambt bij het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT