29 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel, tot en met 30 september 2021, de toekenning van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten als gevolg van de COVID-19-pandemie te verlengen.

In het licht van het advies nr. 69.546/1 van 15 juni 2021 van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige toelichting gegeven.

De aanvullende crisisuitkering bedoeld in het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten wordt echter niet langer toegekend voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na 30 juni 2021. Als gevolg van de voortzetting van de COVID-19-pandemie wordt de maatregel in dit koninklijk besluit met drie maanden verlengd, d.w.z. tot en met 30 september 2021. Deze tijdelijke maatregel treedt in werking op 1 juli 2021.

Deze weerhouden datum is bepaald binnen het strikte kader van de COVID-19-pandemie waarbij het aantal besmettingen hoog blijft, waardoor het aantal mensen dat erkend wordt als arbeidsongeschikt en geconfronteerd wordt met het risico van een financieel verlies, toeneemt.

Bovendien kunnen vele zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die tijdens de arbeidsongeschiktheid een beroepsactiviteit met de toelating van de adviserend arts verrichtten, deze activiteit niet langer uitoefenen wegens, in voorkomend geval, een verergering van de gezondheidstoestand of de beperkende maatregelen die als gevolg van de pandemie door de Regering zijn aangenomen. In deze laatste situatie is bovendien een beroep op het 'crisisoverbruggingsrecht' niet mogelijk.

Het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop de samenwonende gerechtigde zonder gezinslast kan aanspraak maken, blijkt echter lager te zijn dan het maandelijkse bedrag van de financiële uitkering toegekend in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht' voor een gerechtigde zonder persoon ten laste.

Deze maatregel beoogt dan ook een aanvullende crisisuitkering toe te kennen aan de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die de hoedanigheid van samenwonende gerechtigde zonder gezinslast hebben zodat het totale dagbedrag van het vervangingsinkomen wegens hun arbeidsongeschiktheid gelijk is aan het, in werkdagen uitgedrukte, maandelijkse bedrag van de financiële uitkering bepaald in de wet tot invoering van het "crisisoverbruggingsrecht'".

Deze maatregel die uitdrukkelijk is verbonden met de COVID-19-pandemie, is dus binnen de uitkeringsverzekering verenigbaar met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel gezien de omvang, de ernst en het uitzonderlijk karakter van deze COVID-19-pandemie waardoor talrijke zelfstandigen en meewerkende echtgenoten niet langer hun beroepsactiviteit kunnen uitoefenen en enkel aanspraak kunnen maken op prestaties van deze uitkeringsverzekering.

Wij hebben de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars,

De Minister van Sociale Zaken,

  1. VANDENBROUCKE

    De Minister van Zelfstandigen,

  2. CLARINVAL

    RAAD VAN STATE

    afdeling Wetgeving

    Advies 69.546/1 van 15 juni 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT