29 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3 § 1, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 5 februari 1999, 1 maart 2007 en 8 juni 2008 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001, en op artikel 4, vervangen bij de wet van 1 maart 2007;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 4, § 3 gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 november 2001 tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 februari 2007 houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 2 juli 2019, met toepassing van artikel 5, eerste lid van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 4 december 2020;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité, ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 22 november 2019;

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 27 oktober 2020;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 januari 2020;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 2 april 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de Verordening (EG) Nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden;

Overwegende de Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

Overwegende de Verordening (EG) Nr. 2074/2005 wat betreft uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) Nr. 854/2004 en (EG) Nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, tot afwijking van Verordening (EG) Nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de verordeningen (EG) Nr. 853/2004 en (EG) Nr. 854/2004;

Overwegende de Verordening (EC) Nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) Nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) Nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad;

Overwegende de Verordening (EU) Nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

Overwegende de Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de verordeningen (EG) Nr. 999/2001, (EG) Nr. 396/2005, (EG) Nr. 1069/2009, (EG) Nr. 1107/2009, (EU) Nr. 1151/2012, (EU) Nr. 652/2014, (EU) Nr. 2016/429 en (EU) Nr. 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de verordeningen (EG) Nr. 1/2005 en (EG) Nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de verordeningen (EG) Nr. 854/2004 en (EG) Nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles);

Op de voordracht van de Minister van Landbouw,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij:

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder:

  1. het Agentschap: het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  2. de Minister: de Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  3. producent: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die alleen, of de groepering van natuurlijke personen of rechtspersonen die gezamenlijk, een melkproductiebedrijf uitbaat;

  4. melkproductiebedrijf: een inrichting met één of meer landbouwhuisdieren voor de melkproductie met als oogmerk die melk als levensmiddel in de handel te brengen;

  5. koper: een levensmiddelenbedrijf dat over een toelating van koper van rauwe melk beschikt in toepassing van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, de toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  6. kleine koper: een koper die van 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT