29 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;

Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, artikel 132, laatst gewijzigd bij de wet van 28 december 2011;

Gelet op de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), artikelen 190, § 2 en 195, § 1, eerste lid;

Gelet op de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, artikel 13, vierde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid gegeven op 29 juni 2021;

Gelet op de adviezen van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 en 16 juli 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 juli 2021;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, artikel 15, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse;

Wat de uitvoering van artikels 190, § 2 en 195, § 1, eerste lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen betreft, wordt de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het volgende:

Gelet op het feit dat de sectorale onderhandelingen vertraging hebben opgelopen ten gevolge van een bijzondere sociale, politieke en sanitaire context;

Gelet op het feit dat de collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de risicogroepen neergelegd moeten worden vóór 1 oktober van het jaar waarop zij betrekking hebben;

Gelet op het feit dat de werkgevers zo spoedig mogelijk dienen te worden ingelicht betreffende hun verplichtingen inzake inspanningen voor risicogroepen;

Dat het dringend is om het koninklijk besluit tot vatstelling van de verplichtingen ter zake en tot wijziging van de datum van neerlegging van voormelde overeenkomst zo spoedig mogelijk te publiceren, teneinde elke onzekerheid weg te nemen en zodoende de sociale partners toe te laten in alle sereniteit te onderhandelen;

Gelet op het feit dat de werkgevers die niet of slechts voor een gedeelte van hun werknemers onder het toepassingsgebied vallen van een collectieve arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 190, § 1 eerste lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gehouden zijn de bijdrage van 0,10 % bedoeld in artikel 189, eerste lid van deze wet rechtstreeks te betalen aan de R.S.Z., voor het gedeelte van de werknemers dat niet onder het toepassingsgebied valt van een dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst;

Gelet op het feit dat aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een wettelijke basis dient te worden verleend voor de inning van de bijdrage voor de jaren 2021 en 2022;

Gelet op het feit dat reeds twee kwartalen van 2021 verstreken zijn;

Wat de uitvoering van artikel 13, vierde lid, van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, wordt de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd als volgt:

Gelet op het feit dat de sectorale onderhandelingen vertraging hebben opgelopen ten gevolge van een bijzondere sociale, politieke en sanitaire context;

Gelet op het feit dat de collectieve arbeidsovereenkomsten moeten neergelegd worden uiterlijk op 30 september van het eerste jaar van de tweejaarlijkse periode die voor de eerste keer op 1 januari 2017 is begonnen;

Gelet op het feit dat de sectorale onderhandelingen nog maar net opstarten en het noodzakelijk is de sociale partners de nodige tijd te geven om over hun opleidingsverplichtingen te onderhandelen;

Gelet op het feit dat de sociale partners de termijn van 30 september niet zullen kunnen naleven;

Wat de wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreft wordt de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd als volgt:

Gelet op het feit dat de collectieve arbeidsovereenkomsten die het recht op bedrijfstoeslag in de afwijkende stelsels regelden, afliepen op 30 juni 2021;

Gelet op het feit dat het ontbreken van een rechtsgrondslag rechtsonzekerheid voor sectoren, ondernemingen en werknemers betekent;

Gelet op het feit dat sommige afwijkende regelingen uitgevoerd moeten worden door een sectorale of een ondernemings- collectieve arbeidsovereenkomst om te kunnen worden toegepast;

Gelet op het feit dat het belangrijk is dat de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT