29 APRIL 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, eerste en tweede lid, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002 en bij de wet van 29 maart 2012;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 11 december 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 december 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 19 februari 2020;

Gelet op het advies nr. 67.161 van de Raad van State, gegeven op16 april 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 54 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 januari 2001 en 17 december 2017 en bij de wet van 22 mei 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Voor de toepassing van het vorige lid wordt het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid geacht tijdig via de post aan de adviserend arts te zijn verzonden als de poststempel uiterlijk de vijfde werkdag na het verstrijken van die termijn is aangebracht.".

Art. 2. Artikel 55 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 2002, 21 december 2006 en 17 december 2017 en bij de wet van 22 mei 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Voor de toepassing van het vorige lid wordt het uiterlijk op de laatste dag van de toepasselijke termijn ondertekende getuigschrift van arbeidsongeschiktheid geacht tijdig via de post aan de adviserend arts te zijn verzonden als de poststempel uiterlijk de vijfde werkdag na...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT