28 OKTOBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering tot aanneming, overeenkomstig artikel D.II.49, § 3, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, van het ontwerp van herziening van het gewestplan Zuid-Luxemburg (bladen 68/8, 69/5 en 71/4) met het oog op de uitbreiding van het bedrijfspark 'Weyler - Hondelange' en de daaraan gekoppelde compensaties op het grondgebied van de gemeente Aarlen en Messancy
De Waalse Regering,
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2019 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2020;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 september 2019 tot regeling van de werking van de Waalse Regering, zoals gewijzigd;
Gelet op de gewestelijke beleidsverklaring 2019-2024 goedgekeurd door het Waals Parlement, tijdens zijn zitting van 13 september 2019;
Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, de artikelen D.II.49, § 3;
Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (CWATUP), van kracht tot 31 mei 2017;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1979 tot opstelling van het gewestplan Zuid-Luxemburg en de latere herzieningen ervan;
Gelet op het ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2014 tot herziening van het gewestplan Zuid-Luxemburg (bladen 68/8, 69/5, 56/6 en 71/4) en tot aanneming van het voorontwerp van gewestplan met het oog op de opneming van een industriële en een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Aarlen en Messancy, alsook de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek op het leefmilieu;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 juli 2014 waarbij is beslist een effectonderzoek te laten uitvoeren over het voorontwerp tot herziening van het gewestplan Zuid-Luxemburg (bladen 68/8, 69/5, 56/6 en 71/4) met het oog op de opneming van een bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Aarlen en Messancy en waarbij de definitieve inhoud van het effectonderzoek wordt aangenomen;
Overwegende dat het besluit van de Waalse regering van 30 april 2014 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het gewestplan betrekking heeft op de opneming van:
drie gemengde bedrijfsruimtes met een totale oppervlakte van 8,07 ha, voorzien van het bijkomende voorschrift gemerkt met het teken"*R.1.1" op onroerende goederen die momenteel zijn bestemd als landbouwzone en die zijn gelegen aan weerszijden van de autosnelweg E411, als uitbreiding van het bedrijfspark van Weyler;
een industriële bedrijfsruimte met een oppervlakte van 36,96 ha op onroerende goederen die momenteel zijn bestemd als landbouwgebied en gelegen zijn ten zuiden van de autosnelweg E411 tussen de dorpen Weyler en Hondelange,
en, als planologische compensatie, op de opneming van:
een landbouwzone van 27,87 ha op onroerende goederen die momenteel worden bestemd als recreatiegebied en in Messancy zijn gelegen ;
een landbouwzone van 6,21 ha op onroerende goederen die momenteel worden bestemd als gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is en in Rosenberg (Aarlen) zijn gelegen ;
een bosgebied van 5,52 ha op onroerende goederen die momenteel worden bestemd als gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is en ten noorden van het dorp Heinsch zijn gelegen ;
een landbouwzone van 4,92 ha op onroerende goederen die momenteel worden bestemd als woongebied met een landelijk karakter en in Sterpenich (Aarlen) zijn gelegen;
een landbouwzone van 2,01 ha op onroerende goederen die momenteel worden bestemd als recreatiegebied en ten noordwesten van Aarlen op de plaats genaamd "Viville" zijn gelegen;
Overwegende dat het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (CoDT) op 1 juni 2017 in werking is getreden terwijl de onderhavige procedure tot herziening van het gewestplan nog liep; dat sinds die datum de in het Wetboek bedoelde procedure wordt toegepast met dien verstande dat, overeenkomstig artikel D.II.65, § 2, van het Wetboek: het voorontwerp van herziening van het gewestplan, dat op 30 april 2014 is aangenomen, een ontwerp-herziening is geworden en dat het milieueffectonderzoek dat op de datum van inwerkingtreding van het Wetboek aan de gang was, is voortgezet en bij de afsluiting ervan het "milieueffectrapport" vormt;
Overwegende dat de intercommunale IDELUX aan het studiebureau PISSART de opdracht heeft gegeven om het milieueffectenonderzoek van het ontwerpplan uit te voeren (wat een milieueffectenrapport is geworden); dat dit bureau naar behoren is erkend; dat de Minister van Ruimtelijke Ordening op 15 december 2014 van deze aanstelling in kennis is gesteld, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 bis, achtste lid, van het CWATUP; dat het adviesbureau PISSART niet is aangevochten;
Conclusies van de eerste fase van het milieueffectenrapport.
o Behoeftenanalyse die het ontwerp van gewestplanherziening rechtvaardigt
Overwegende dat het deelgebied Aarlen van het intergemeentelijk ontwikkelingsgebied IDELUX gekenmerkt wordt door een bevolkingsdichtheid die veel hoger is dan die van de provincie Luxemburg en dicht bij het Waalse gemiddelde ligt, maar ook bij dat van het kanton Capellen in het Groothertogdom Luxemburg;
Overwegende dat het demografische profiel van de bevolking ook tot uiting komt in de werkgelegenheids- en inkomensindicatoren; dat de gemeente Aarlen niettemin de laagste activiteits- en werkgelegenheidscijfers en een relatief hoog werkloosheidscijfer voor de regio heeft;
Overwegende dat de grensoverschrijdende werkgelegenheid een fundamenteel onderdeel is van het sociaal-economische weefsel van Zuid-Luxemburg; dat dit verschijnsel gevolgen heeft voor de inkomens, de onroerendgoedmarkt, de mobiliteit en de lokale verankering van de bevolking; dat er dus een echte uitdaging ligt voor deze gemeenten, wier afhankelijkheid van de Luxemburgse arbeidsmarkt zowel een kracht is vanwege de rijkdom die zij meebrengt als een zwakte vanwege het gebrek aan controle over de grillen van de economie en de arbeidsmarkt;
Overwegende dat het aanbod van grond voor economische doeleinden in het referentiegebied tweepolig is, met een sterke industriële component in het zuiden, gericht op logistiek, en een gemengde component in het noorden;
Overwegende dat de analyse van de bezetting van de IDELUX-bedrijvenparken aantoont dat het aanbod zwak is wat gemengde economische bedrijfsruimtes betreft en meer bepaald het tekort rond de gemeente Aarlen;
Overwegende dat de analyse van de behoeften de noodzaak aantoont om op korte termijn nieuwe gemengde bedrijfsruimtes in het referentiegebied in te schrijven in verband met het ontbreken van aanbod van economische beroepen in de subzone Aarlen van het IDELUX intergemeentelijk ontwikkelingsgebied;
Overwegende dat de behoefte aan industriële bedrijfsruimtes in het deelgebied Aarlen kwantitatief beperkt is, gezien het aanbod van industrieterreinen, dat er nog relatief groot is; dat er niettemin een ruimtelijke ongelijkheid binnen het referentiegebied bestaat, met een aanbod dat zich hoofdzakelijk in het zuiden van het gebied bevindt, voornamelijk in de gemeente Aubange;
Overwegende dat de economische situatie in het Groothertogdom Luxemburg vergelijkbaar is, met een gering aanbod van gemengde bedrijfsruimtes en een voorkeurslocatie van zware industrie in het zuiden van zijn grondgebied;
Overwegende dat het derhalve dienstig lijkt de verdeling van de oppervlakte tussen de gemengde en industriële bedrijfsruimtes opnieuw te bezien; dat een omkering van de voorgestelde verhoudingen de beste oplossing lijkt; dat het streven om ongeveer dertig hectare voor gemengde economische activiteiten en ongeveer tien hectare voor industriële activiteiten te creëren derhalve coherent lijkt;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport benadrukt dat de keuze om een industrieterrein van ongeveer 8 hectare te behouden in overeenstemming is met de Waalse strategie om een voorraad terreinen van grote omvang aan te leggen om aan de vraag van grootschalige projecten te voldoen;
Overwegende dat hij van mening is dat de opneming van ongeveer 45 hectare garandeert dat er de komende 20 jaar geen gebrek aan grond zal zijn;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport van mening is dat het bijkomende voorschrift *R.1 .1. dat in de ontwerp-herziening van het gewestplan is voorgesteld, moet worden gehandhaafd, met name in geval van een verhoging van het aan de gemengde bedrijfsruimtes toegekende aandeel; dat moet worden vermeden dat het handelspotentieel, dat in de regio Aarlen-Messancy reeds overbelast is, zowel wat lichte als zware semi-routinematige aankopen betreft, wordt uitgebreid, temeer daar het project in de onmiddellijke nabijheid van het stadscentrum van Aarlen is gelegen;
o Analyse van de plaats van het planherzieningsontwerp
Overwegende dat de auteur van het...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI