28 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende radiotoegang in de frequentieband 2500-2690 MHz

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Algemeen

De voorwaarden voor het verkrijgen en uitoefenen van de gebruiksrechten voor de 2,6 GHz-band zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende radiotoegang in de frequentieband 2500-2690 MHz (hierna "het 4G-koninklijk besluit").

In 2011 werden gebruiksrechten voor de 2,6 GHz-band (2500-2690 MHz) toegewezen aan Proximus, Orange Belgium (toen Mobistar), Telenet Group (toen Base Company) en Dense Air Belgium (toen BUCD). Op 1 oktober 2020 heeft het BIPT een vijfde 4G-vergunning in de 2600MHz-band toegewezen (spectrum dat in 2012 niet was toegewezen) aan Citymesh.

Het spectrum dat een relevante groep kan houden in de 2,6 GHz-band is momenteel beperkt tot 20 MHz duplex.

Tijdens de openbare raadpleging van het BIPT van 7 november 2014 betreffende het spectrum voor de openbare mobiele communicatie hebben verscheidene bijdragers gepleit voor een verhoging van de "spectrum cap".

Ten tijde van het opstellen van het 4G-koninklijk besluit in 2010 was Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten van kracht. Conform deze richtlijn mochten de lidstaten voorschriften vaststellen om hamsteren van spectrum te voorkomen, met name door strikte termijnen te bepalen waarbinnen de gebruiksrechten door de houder van de rechten daadwerkelijk moeten worden geëxploiteerd en door sancties toe te passen, met inbegrip van geldboetes of intrekking van de gebruiksrechten indien de termijnen niet werden nageleefd. Dit principe werd sindsdien overgenomen in artikel 47.1 van Richtlijn 2018/1972/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (hierna "Europees wetboek voor elektronische communicatie") dat bepaalt dat in de voorwaarden betreffende het gebruik van radiospectrum de eventuele deadline voor de uitoefening van de gebruiksrechten wordt gespecificeerd en dat indien deze niet wordt nagekomen de gebruiksrechten kunnen worden ingetrokken.

Voor de 2,6 GHz-band is in 2010 bepaald dat het BIPT deze sancties kan toepassen indien de frequenties waarvoor gebruiksrechten werden verkregen niet binnen de drie jaar in dienst worden gesteld (artikel 9 van het 4G-koninklijk besluit). De periode van geldigheid van de gebruiksrechten van de 2,6 GHZ-band is van start gegaan op 1 juli 2012. In het geval van de 2,6 GHz-band meent men dat het niet om concurrentieverstorend hamsteren van spectrum gaat. De operatoren beschikken immers nog over voldoende spectrum in de lagere banden om te voldoen aan hun huidige behoeften.

Bovendien kon de regering bij het opstellen van het 4G-koninklijk besluit, net zoals de operatoren bij de indiening van hun kandidatuur voor de veiling van de 2,6 GHz-band, niet weten op welk moment de 800MHz-band ter beschikking zou worden gesteld. Zonder die 800MHz-band zou de 2,6 GHz-band vroeger nodig zijn gebleken om te beantwoorden aan de 4G-behoeften.

Sinds 2015 is er dus geen reden om de gebruiksrechten voor de 2,6 GHz-band in te trekken.

Dit besluit brengt de volgende wijzigingen aan in het 4G-koninklijk besluit:

- een verhoging van de "spectrum cap" tot 30 MHz;

- een opsplitsing van de 2,6 GHz-frequentieband in blokken van 5 MHz om de gunningsprocedure flexibeler te maken;

- de schrapping van artikel 9 (mogelijkheid voor het BIPT om de gebruiksrechten in te trekken indien ze na drie jaar nog steeds niet worden gebruikt);

- de mogelijkheid voor het BIPT om de verdeling van het spectrum tussen operatoren te wijzigen.

Er werd rekening gehouden met het advies van de Raad van State.

Wat betreft de verwijzing naar het advies van het BIPT in de aanhef wordt enkel het meest recente advies vermeld aangezien dat in feite de vorige vervangt.

Op 26 mei 2021 gaf het Overlegcomité nog niet zijn akkoord over de ontwerptekst.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1

De eerste twee wijzigingen beogen de 2,6 GHz-frequentieband op te splitsen in blokken van 5 MHz om de gunningsprocedure flexibeler te maken.

De derde wijziging beoogt om de "spectrum cap" te verhogen tot 30 MHz.

De vierde wijziging introduceert bepalingen op basis waarvan het BIPT de verdeling van de toegewezen kanalen kan wijzigen om het gebruik van het spectrum te optimaliseren. Het is echter duidelijk dat de operatoren over een redelijke termijn moeten beschikken om deze wijzigingen aan te brengen. De toekenning van deze bevoegdheid is conform artikel 13 van de wet van 13 juni 2005 alsook de artikelen 3.1 en 3.2.c), van het Europees wetboek voor elektronische communicatie. De aan het BIPT verleende machtiging moet ten uitvoer gebracht worden om het doeltreffende, efficiënte en gecoördineerde gebruik van radiospectrum te bevorderen.

Artikel 2

Krachtens artikel 18, § 1, tweede lid, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, zoals gewijzigd bij de wet van 27 maart 2014, worden de technische en operationele voorwaarden die zijn vereist om schadelijke storingen te vermijden en de verplichtingen die voortvloeien uit relevante internationale overeenkomsten inzake het gebruik van radiofrequenties voortaan vastgelegd door het BIPT.

Artikel 3

Artikel 9 van het 4G-koninklijk besluit bepaalt hoe een redelijke termijn dient te worden geïnterpreteerd in het kader van de toepassing van artikel 18, § 3, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.

Door de schrapping van artikel 9, is het aan het BIPT om te bepalen wat moet worden verstaan onder een redelijke termijn, zoals dat is vastgelegd in de wet.

Artikel 4

De verwijzing naar artikel 28 eerder dan naar artikel 27, is een fout in het koninklijk besluit dat werd aangenomen in 2010.

Artikel 5

De schrapping van artikel 24, § 5, van het 4G-koninklijk besluit is een rechtstreeks gevolg van de wijziging van de "spectrum cap" voor de 2,6 GHz-band.

Gezien de wijzigingen die zijn aangebracht in artikel 3, § 1, eerste lid, van het 4G-koninklijk besluit, is de duur van gebruiksrechten niet langer bekend op het ogenblik van de veilingprocedure. Tijdens de veilingprocedure worden de biedingen dus uitgedrukt in euro per maand en kunnen ze dus niet langer een veelvoud zijn van 10.000 euro.

Artikel 6

Zie de commentaar bij artikel 2.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen commentaar.

Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Telecommunicatie,

P. DE SUTTER

Raad van State

afdeling Wetgeving

Advies 69.766/4 van 4 oktober 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie en het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende radiotoegang in de frequentieband 2500-2690 MHz'

Op 1 juli 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT