28 FEBRUARI 2022. - Wet tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot toekenning van bevoegdheden aan de mededingingsautoriteiten van de lidstaten voor een doeltreffendere handhaving en ter waarborging van de goede werking van de interne markt(1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet

Art. 2. Deze wet voorziet in de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot toekenning van bevoegdheden aan de mededingingsautoriteiten van de lidstaten voor een doeltreffendere handhaving en ter waarborging van de goede werking van de interne markt

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht

Afdeling 1.. - Wijzigingen van boek I van het Wetboek van economisch recht

Art. 3. Artikel I.6 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 3 april 2013, vervangen bij de wet van 2 mei 2019 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 juli 2020, wordt vervangen als volgt:

"Art. I.6. Voor de toepassing van boek IV gelden de volgende definities:

  1. nationale mededingingsautoriteit: de Belgische Mededingingsautoriteit of een andere autoriteit die bevoegd is om de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna "VWEU") toe te passen, aangewezen door een lidstaat op grond van artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag;

  2. mededingingsautoriteit: de Europese Commissie of een nationale mededingingsautoriteit, of beide, indien de omstandigheden dit vereisen;

  3. Europees netwerk van mededingingsautoriteiten: het netwerk van publieke autoriteiten dat wordt gevormd door de nationale mededingingsautoriteiten en de Europese Commissie om een forum te bieden voor discussie en samenwerking met betrekking tot de toepassing en de handhaving van de artikelen 101 en 102 VWEU;

  4. Belgische Mededingingsautoriteit: de Belgische nationale mededingingsautoriteit, opgericht bij de wet van 3 april 2013 en bedoeld in artikel IV.16;

  5. Mededingingscollege: het beslissingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit dat per zaak wordt samengesteld voor het nemen van de beslissingen bedoeld in boek IV, titel 2, hoofdstuk 1, afdeling 2;

  6. voorzitter: de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit;

  7. auditoraat: het auditoraat van de Belgische Mededingingsautoriteit;

  8. auditeur-generaal: de auditeur-generaal van de Belgische Mededingingsautoriteit;

  9. auditeur: het personeelslid van het auditoraat dat door de auditeur-generaal wordt belast met de dagelijkse leiding van het onderzoek van een zaak;

  10. auditeur-adviseur: het personeelslid van het auditoraat bedoeld in artikel IV.27, § 4;

  11. onderzoeksteam: de personeelsleden van het auditoraat die met het onderzoek zijn belast onder de leiding van de auditeur en de algemene leiding van de auditeur-generaal

  12. onderneming: iedere natuurlijke of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen;

  13. betrokken partij: de onderneming, de ondernemingsvereniging of de natuurlijke persoon op wie de onderzoeken en de beslissingen bedoeld in boek IV, titel 2, hoofdstuk 1, afdeling 2 betrekking hebben;

  14. Bijzondere raadgevende commissie Mededinging: de commissie bedoeld in artikel IV.37;

  15. inbreuk op het mededingingsrecht: een inbreuk op artikel IV.1, op artikel IV.2 of op artikel IV.2/1, en/of op artikel 101 of op artikel 102 VWEU;

  16. machtspositie: de positie die een onderneming in staat stelt om de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging te verhinderen doordat zij het haar mogelijk maakt zich, jegens haar concurrenten, afnemers of leveranciers, in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen;

  17. positie van economische afhankelijkheid: de positie van onderworpenheid van een onderneming ten aanzien van één of meerdere andere ondernemingen gekenmerkt door de afwezigheid van een redelijk equivalent alternatief, beschikbaar binnen een redelijke termijn, en onder redelijke voorwaarden en kosten, die deze of elk van deze ondernemingen toelaten om prestaties of voorwaarden op te leggen die niet kunnen verkregen worden in normale omstandigheden;

  18. kartel: een overeenkomst en/of een onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen - en, met desgevallend één of meer andere niet-concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen - met als doel hun concurrentiegedrag op de markt te coördineren of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals onder meer, doch niet uitsluitend, het bepalen of coördineren van aan- of verkoopprijzen of andere contractuele voorwaarden, onder meer met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, de toewijzing van productie- of verkoop-quota, de verdeling van markten en klanten, met inbegrip van offertevervalsing, het beperken van import of export of mededingings-verstorende maatregelen tegen andere concurrenten;

  19. geheim kartel: een kartel waarvan het bestaan gedeeltelijk of geheel verborgen wordt gehouden;

  20. clementieregeling: een regeling met betrekking tot de toepassing van artikel IV.1 en/of van artikel 101 VWEU, op basis waarvan een deelnemer aan een geheim kartel, onafhankelijk van de andere bij het kartel betrokken ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, meewerkt aan een onderzoek van de mededingingsautoriteit door vrijwillig informatie te verschaffen over de kennis die deze deelnemer heeft van het kartel en de rol die hij daarin speelt, in ruil waarvoor de deelnemer, op grond van een beslissing, geniet van volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten voor zijn deelname aan het kartel. Deze regeling heeft ook betrekking op de immuniteit die aan de in artikel IV.1, § 4, bedoelde natuurlijke persoon kan worden verleend;

  21. volledige vrijstelling van geldboeten: de vrijstelling van geldboeten die anders aan een onderneming of een ondernemingsvereniging zouden worden opgelegd voor haar deelname aan een geheim kartel, als tegenprestatie voor haar samenwerking met een mededingingsautoriteit in het kader van een clementieregeling;

  22. gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten: een vermindering van het bedrag van de geldboete die anders aan een onderneming of een ondernemingsvereniging zou worden opgelegd voor haar deelname aan een geheim kartel, als tegenprestatie voor haar samenwerking met een mededingingsautoriteit in het kader van een clementieregeling;

  23. clementie: zowel volledige als gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten;

  24. immuniteit: immuniteit van vervolging die anders tegen een natuurlijke persoon zou worden ingesteld voor zijn deelname aan een inbreuk op artikel IV.1, § 4, als tegenprestatie voor zijn samenwerking met een mededingingsautoriteit in het kader van een clementie-regeling;

  25. clementieverzoeker: een onderneming of een ondernemingsvereniging die verzoekt om een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in het kader van een clementieregeling;

  26. immuniteitsverzoeker: een natuurlijke persoon die verzoekt om immuniteit in het kader van een clementieregeling;

  27. clementieverklaring: een vrijwillig door of namens een onderneming, een ondernemingsvereniging of een natuurlijke persoon ten overstaan van een mededingingsautoriteit afgelegde mondelinge of schriftelijke verklaring of een opname daarvan, waarin de onderneming, de ondernemingsvereniging of de natuurlijke persoon mededeelt wat zij of hij weet over een geheim kartel en wat haar of zijn rol daarin was, en die speciaal ten behoeve van die autoriteit is opgesteld met het oog op het krijgen van volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten of immuniteit in het kader van een clementieregeling. Reeds bestaande informatie wordt hiervan uitgesloten, met name het bewijsmateriaal dat los van de procedure van een mededingingsautoriteit bestaat ongeacht of dit zich al dan niet in het dossier van een mededingingsautoriteit bevindt;

  28. clementieverzoek: de clementieverklaring, alsook de informatie en het bewijsmateriaal bedoeld in artikel IV.54, §§ 2 tot 4, overgemaakt om uitzicht te krijgen op een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten;

  29. immuniteitsverzoek: de clementieverklaring, alsook de informatie en bewijsmateriaal bedoeld in artikel IV.54/4, § 2, overgemaakt om uitzicht te krijgen op immuniteit;

  30. marker: een tijdelijk voorbehouden rang in de rij van volgorde van ontvangst van clementieverzoeken betreffende eenzelfde geheim kartel, gedurende een per geval bepaalde periode teneinde de clementieverzoeker in staat te stellen de noodzakelijke informatie en bewijzen te verzamelen om te voldoen aan de bewijsvoorwaarde voor volledige vrijstelling, of desgevallend, gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten;

  31. schikkingsverklaring: een vrijwillige verklaring door een onderneming of een ondernemingsvereniging of namens deze onderneming of ondernemingsvereniging, ten overstaan van een mededingingsautoriteit waarin de onderneming of ondernemingsvereniging haar betrokkenheid aan een inbreuk op het mededingingsrecht en haar aansprakelijkheid voor die inbreuk op het mededingingsrecht erkent of ervan afziet deze betrokkenheid en de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid te betwisten, waarbij deze verklaring speciaal is opgesteld om de mededingingsautoriteit in staat te stellen een vereenvoudigde of spoedprocedure toe te passen;

  32. werkdagen: alle dagen, met uitsluiting van de zaterdagen, de zondagen, de wettelijke feestdagen, de sluitingsdagen vastgelegd door de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, de sluitingsdagen vastgelegd door de minister bevoegd voor Economie, de eerste werkdag die volgt op 1 januari, 2 en 15 november alsook de dagen vanaf 26 december tot en met 31 december;

  33. minnelijke oplossing van geschillen: iedere werkwijze die de partijen in staat stelt een geschil over een schadevordering buitengerechtelijk te beslechten, zoals bemiddeling...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT