27 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 september 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

N. MUYLLE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het garagebedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019

Statuut van de syndicale afvaardigingen

(Overeenkomst geregistreerd op 25 oktober 2019 onder het nummer 154802/CO/112) In uitvoering van artikel 27 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen

Art. 2. Deze overeenkomst, aangegaan in uitvoering van en overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het personeel der ondernemingen, op 24 mei en 30 juni 1971 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, regelt de oprichting en het statuut van de vakbondsafvaardiging van het werkliedenpersoneel.

Art. 3. De werkgevers erkennen dat hun georganiseerd werkliedenpersoneel bij hen vertegenwoordigd zijn door een vakbondsafvaardiging waarvan de leden aangewezen of verkozen worden onder het georganiseerd werkliedenpersoneel van de onderneming.

Onder "georganiseerd werkliedenpersoneel" wordt verstaan : de arbeiders aangesloten bij één der ondertekenende interprofessionele werknemersorganisaties van de voormelde overeenkomsten.

Art. 4. De werkgevers verbinden er zich toe op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om het te beletten bij een vakbond aan te sluiten en aan de niet-aangeslotenen geen andere voorrechten dan aan de aangesloten arbeiders toe te kennen.

De vakbondsafvaardigingen verbinden er zich toe in de ondernemingen de praktijken van paritaire verhoudingen, die met de geest van deze overeenkomst stroken, na te leven.

Art. 5. De werkgevers en de vakbondsafvaardiging :

  1. geven in alle omstandigheden blijk van zin voor rechtvaardigheid, redelijkheid en verzoening die bepalend is voor de goede sociale verhoudingen in de onderneming;

  2. leven de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement na en bundelen hun inspanningen teneinde de naleving ervan te verzekeren.

    HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de vakbondsafvaardiging

    Art. 6. 1.1. Op schriftelijk verzoek van één of meerdere ondertekenende werknemersorganisaties van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 mei 1971, wordt in de bedrijven, bij artikel 1 bedoelde ondernemingen een vakbondsafvaardiging ingesteld, waarvan het aantal effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden, op grond van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders wordt vastgesteld.

    Indien er, op het moment van de samenstelling, geen opstart van de procedure tot sociale verkiezingen heeft plaatsgevonden, dient tenminste 25 pct. van de arbeiders tot de oprichting te verzoeken volgens de procedure als bedoeld in punt 1.2. hieronder.

    Het aantal afgevaardigden wordt als volgt bepaald :

    - 15 tot en met 30 arbeiders : 2 effectieve afgevaardigden;

    - 31 tot en met 50 arbeiders : 3 effectieve afgevaardigden;

    - 51 tot en met 150 arbeiders : 4 effectieve afgevaardigden + 4 plaatsvervangende afgevaardigden;

    - 151 tot en met 200 arbeiders : 5 effectieve afgevaardigden + 5 plaatsvervangende afgevaardigden.

    Voor de ondernemingen waar meer dan 200 arbeiders tewerkgesteld zijn, wordt een bijkomende effectieve en plaatsvervangende afgevaardigde aangewezen per begonnen schijf van 50 arbeiders.

    De bepaling van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders gebeurt, tot en met 31 december 2019, op basis van de inschrijving in het personeelsregister op 1 oktober van het jaar waarin om de oprichting van een vakbondsafvaardiging wordt verzocht.

    Vanaf 1 januari 2020 gebeurt de bepaling van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders op basis van de inschrijving in het personeelsregister op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin om de oprichting van een vakbondsafvaardiging wordt verzocht.

    1.2. Indien een ondertekenende werknemersorganisaties van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 gesloten in de Nationale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT