26 MAART 2021. - Ministerieel besluit tot regeling van de vergoedingen van de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën, gedetacheerd bij sommige instellingen en ambassades
De Minister van Financiën,
Gelet op de Grondwet, artikel 107, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, artikelen 97 tot 100;
Gelet op het ministerieel besluit van 8 mei 2001 houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen die de functie van verbindingsofficier uitoefenen bij de Europese Politiedienst en de Algemene Politiesteundienst;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2007 houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der Douane en Accijnzen die de functie van douaneattaché uitoefenen in het buitenland;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 oktober 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 15 januari 2021
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 26 januari 2021;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. @@@@ van het sectorcomité II - Financiën, gesloten op @@@@@;
Gelet op de vrijstelling van het verrichten van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Detachering in België
Artikel 1. § 1. Aan de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën die door de Minister van Financiën worden gedetacheerd, in België, bij een permanente vertegenwoordiging van België, wordt een maandelijkse vergoeding toegekend van 706,50 euro waarvan 412,05 euro als basisvergoeding en 294,45 euro als voorschot op de kosten van de actieve vertegenwoordiging.
Art. 2. De vergoeding wordt maandelijks na afloop van de termijn betaald.
Bij onderbreking van de uitoefening van de functie waarmee de vaste vergoeding verband houdt wordt de betaling van de vergoeding opgeschort, voor zover de lasten niet langer worden gedragen.
In geval van gedeeltelijke prestaties wordt de vaste vergoeding evenredig verminderd.
Aan het einde van elk trimester, moeten de gedetacheerde personeelsleden, overeenkomstig de voorschriften van de bevoegde minister, het gebruik van de voorschotten op de kosten voor actieve vertegenwoordiging verantwoorden. Indien het verantwoorde bedrag lager...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI