26 JUNI 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 juli 2004 betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, artikel 49, eerste lid ;

Gelet op de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, artikel 3, eerste lid ;

Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens ;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 2004 betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 2007 en 10 juli 2016 ;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het havenbedrijf, gegeven op 11 december 2019 ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 maart 2020 ;

Gelet op advies nr. 28/2020 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 3 april 2020 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juni 2020 ;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat onderhavig ontwerp van koninklijk besluit en de ontwikkeling van de applicatie die in dit ontwerp beschreven staat het voorwerp is geweest van een zeer uitgebreid sociaal en technisch overleg met alle stakeholders die bij dit Europees havendossier betrokken waren, zijnde enerzijds de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties die zijn vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, alsook de verschillende bij koninklijk besluit erkende organisaties van werkgevers, met name Centrale der Werkgevers aan de Haven van Antwerpen C.V." (C.E.P.A.), Centrale Betaalkassen der Gentse Centrale der Zee- en Binnenvaartwerkgevers V.Z.W." (C.E.P.G.), Centrale van de werkgevers van de havens van Brussel en Vilvoorde, Voorhavenstraat 2, bus 5, 1020 Brussel en VZW Centrale der Werkgevers Zeebrugge, Evendijk-Oost 244, 8380 Zeebrugge (C.E.W.E.Z.), die overeenkomstig artikel 3bis van de voormelde wet van 8 juni 1972, in de hoedanigheid van lasthebber, alle verplichtingen vervullen die voor de betrokken werkgevers krachtens de individuele en collectieve arbeidswetgeving en de sociale zekerheidswetgeving, voortvloeien uit de tewerkstelling van havenarbeiders ;

Overwegende dat voormeld ontwerp van koninklijk besluit, op 11 december 2019, overeenkomstig de in artikel 3, eerste lid, van de voormelde wet van 8 juni 1972 voorziene verplichting van adviesverlening, uiteindelijk aan het voltallige Paritair Comité voor het Havenbedrijf kon voorgelegd worden; dat dit ontwerp een unaniem positief advies heeft gekregen van alle in dit Paritair Comité vertegenwoordigde werkgevers- en werknemersorganisaties ;

Dat dit ontwerp, op 12 maart 2020, advies heeft gekregen van de Inspecteur van Financiën, voor wat betreft het begrotingstechnisch aspect van de voormelde elektronische applicatie "Portunus" ;

Dat, echter, de Gegevensbeschermingsautoriteit, in het kader van de haar toegekende bevoegdheden op grond van de Europese Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG én de Belgische wetten van enerzijds 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteiten en anderzijds van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en de Belgische rechtspraak ter zake, in haar advies nr. 28/2020 van 3 april 2020, heeft gesteld dat het voormelde ontwerp van koninklijk besluit op een aantal punten niet conform was met de voormelde GDPR-reglementering ;

Dat, in samenwerking met experten inzake de GDPR-reglementering, is bekeken hoe het voormeld ontwerp van koninklijk besluit, GDPR-conform kon gemaakt worden ; dat dit nog enige tijd in beslag heeft genomen vanaf 3 april 2020, de datum van het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit ;

Overwegende, verder, dat voormeld ontwerp, vanaf 1 juli 2020, enerzijds de Belgische wetgeving in overeenstemming moet brengen met de Europese bepalingen inzake vrij verkeer en anderzijds rechtszekerheid wil en moet geven 1) aan de werkgevers en aan de kandidaat-havenarbeiders die willen erkend worden buiten de pool in de verschillende Belgische havengebieden, 2) aan de voormelde organisaties van werkgevers die optreden als lasthebbers voor de werkgevers in de verschillende Belgische havengebieden en 3) aan de werknemersorganisaties die betrokken zijn bij de uitvoering en de toepassing van de havenarbeid ;

Overwegende dat - indien de voormelde applicatie niet technisch en juridisch operationeel kan zijn tegen 1 juli 2020, de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT