26 JUNI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, wat betreft de participatieorganisatie, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019 tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en de oriëntering van anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, artikel 9, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 18 januari 2019, artikel 10, tweede lid, en artikel 11, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 18 januari 2019.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 27 april 2020.

- De Raad van State heeft advies 67.423/1 gegeven op 16 juni 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. agentschap: het Agentschap Binnenlands Bestuur, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur";

  2. decreet van 7 juni 2013: het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;

  3. digitale wijze: de digitale wijze, vermeld op de website van het agentschap;

  4. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de gelijke kansen, de integratie en de inburgering;

  5. participatieorganisatie: de participatieorganisatie, vermeld in hoofdstuk 4 van het decreet van 7 juni 2013;

  6. samenwerkingsovereenkomst: de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 9 van het decreet van 7 juni 2013;

  7. werkjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  8. werkdagen: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en de feestdagen, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.

    HOOFDSTUK 2. - Erkenningsvoorwaarden

    Art. 2. In het kader van het deugdelijk bestuur van de participatieorganisatie voldoet de participatieorganisatie aan al de volgende voorwaarden:

  9. ze beschikt over een deontologische code voor haar personeelsleden en bestuursleden uiterlijk zes maanden nadat de samenwerkingsovereenkomst gesloten is;

  10. ze maakt jaarlijks het jaarverslag en de jaarrekening, vermeld in artikel 5, § 3, eerste lid, bekend op haar website.

    Art. 3. De missie en visie van de participatieorganisatie passen binnen de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het decreet van 7 juni 2013.

    De statuten van de participatieorganisatie verwijzen naar de algemene opdrachten, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het voormelde decreet, binnen zes maanden nadat de samenwerkingsovereenkomst gesloten is.

    Art. 4. De participatieorganisatie streeft een evenwichtige samenstelling van haar bestuursorganen na waarbij:

  11. de helft van haar bestuursleden personen van buitenlandse herkomst zijn;

  12. de helft van haar bestuursleden personen zijn die over specifieke deskundigheid en ervaring beschikken op het vlak van integratie, inclusie en evenredige participatie van personen van buitenlandse herkomst of op het vlak van organisatiemanagement.

    Bij de samenstelling van haar bestuursorganen streeft de participatieorganisatie naar een meer evenwichtig aandeel van zowel mannen en vrouwen als personen jonger dan 35 jaar, bij het begin van het mandaat.

    De leden, vermeld in het eerste lid, 1°, worden geselecteerd en benoemd via een publieke oproep tot kandidaatstelling. De erkende participatieorganisatie organiseert die oproep tot kandidaatstelling en de benoeming van de leden op de wijze die bepaald is in het selectie- en benoemingsreglement, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 2°.

    De leden, vermeld in het eerste lid, 2°, worden geselecteerd en benoemd op de wijze die bepaald is in het selectie- en benoemingsreglement, vermeld in vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 2°.

    De bestuursorganen van de erkende participatieorganisatie worden op de wijze, vermeld in het eerste tot en met vierde lid, samengesteld binnen zes maanden nadat de samenwerkingsovereenkomst gesloten is. De bestuursorganen worden opnieuw samengesteld bij elke nieuwe erkenning van een participatieorganisatie.

    Art. 5. § 1. De participatieorganisatie beschikt over een meerjarenplan voor een periode van vijf jaar. Dat meerjarenplan omvat al de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT