25 NOVEMBER 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun om te voldoen aan de normen van de lage-emissiezone

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, de artikelen 9, 30 en 49;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 oktober 2018 betreffende de steun om te voldoen aan de normen in het kader van de uitvoering van de lage-emissiezone;

Gelet op de gelijkekansentest, opgesteld op 5 juli 2021 overeenkomstig artikel 2, § 1, 1°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2021;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 15 juli 2021;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 9 september 2021;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 24 augustus 2021;

Gelet op het advies 70.237/1 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, de artikelen 3.2.16 en 3.2.27;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone;

Op het voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie,

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. verordening: de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;

  2. minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Economie;

  3. BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  4. voertuig van categorie N1: het voertuig van categorie N1, voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen en een maximummassa van ten hoogste 3,5 ton, als bedoeld in artikel 1, § 1, 2., van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

  5. massa in rijklare toestand: de massa van het voertuig in rijklare toestand zoals bedoeld in artikel 7, 9°, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen en hernomen onder rubriek G van het kentekenbewijs;

  6. voertuig van categorie N1, klasse I: het voertuig van categorie N1 waarvan de massa in rijklare toestand 1.280 kg of minder bedraagt;

  7. voertuig van categorie N1, klasse II: het voertuig van categorie N1 waarvan de massa in rijklare toestand tussen 1.281 kg en 1.735 kg bedraagt;

  8. voertuig van categorie N1, klasse III: het voertuig van categorie N1 waarvan de massa in rijklare toestand tussen 1.736 kg en 3.475 kg bedraagt;

  9. quadri-mobile van categorie L7e-CU: de zware quadri-mobile van categorie L7e-CU uitsluitend ontworpen voor vrachtvervoer, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, punt 4bis, 2°, tweede lid, c), eerste streepje, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

  10. aardgas: vloeibaar of samengeperst aardgas;

  11. retrofitvoertuig : het voertuig dat van een voertuig met verbrandingsmotor is omgebouwd tot een voertuig dat uitsluitend door een elektrische motor wordt aangedreven.

    De in dit besluit bedoelde bedragen zijn exclusief btw en exclusief belastingen van eender welke aard.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit worden met voertuigen die werken op een benzinemotor gelijkgesteld:

  12. de voertuigen die werken op LPG;

  13. de voertuigen die werken op bio-ethanol.

  14. de hybride benzine-elektrische voertuigen.

    De hybride diesel-elektrische voertuigen worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld met voertuigen die werken op een dieselmotor.

    Art. 3. De minister verleent steun aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die een investering verwezenlijken:

  15. om een voertuig te vervangen teneinde te voldoen aan de toegangsregels van de lage-emissiezone vastgesteld bij artikel 3.2.16 van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, en bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone;

  16. om een voertuig om te bouwen tot een retrofitvoertuig teneinde te voldoen aan de toegangsregels bedoeld in 1° ;

  17. voor de aanschaf en de installatie van een laadpaal voor een elektrisch voertuig in het kader van de vervanging van een in 1° bedoeld voertuig of de ombouw tot een retrofitvoertuig bedoeld in 2°.

    De steun wordt toegekend onder de in de verordening bedoelde voorwaarden.

    Art. 4. De sectoren die uitgesloten zijn van de steun om te voldoen aan de normen van de lage-emissiezone zijn opgenomen in bijlage.

    HOOFDSTUK 2. - Investeringen die in aanmerking komen voor steun

    Art. 5. Enkel de investeringen die een noodzakelijk verband hebben met de activiteiten van de onderneming, die gerealiseerd worden met het oog op een daadwerkelijke exploitatie door de onderneming in het gewest en die gebeuren overeenkomstig de heersende wetgeving en verordeningen inzake leefmilieu, komen in aanmerking.

    Enkel de investeringen die worden ingeschreven onder vaste activa in de jaarrekeningen voor de rechtspersonen of in de tabel van de afschrijvingen voor de natuurlijke personen, komen in aanmerking.

    Het bedrag per factuur is gelijk aan of hoger dan 500 euro.

    Art. 6. De investeringen hebben betrekking op de voertuigen van categorie N1, klassen I, II, III, en op de quadri-mobiles van categorie L7e-CU.

    De voertuigen voldoen aan de Europese emissienormen die op de datum van de aankoopfactuur van het voertuig van toepassing zijn op nieuwe voertuigen die in de handel worden gebracht, ook als het geen nieuw voertuig betreft.

    Voertuigen met verbrandingsmotor komen niet in aanmerking, met uitzondering van benzine- of aardgasvoertuigen van categorie N1, klasse II of III, in het kader van de vervanging van een voertuig van dezelfde categorie en van klasse II of III, en waarvan de datum van de aankoopfactuur vóór 1 januari 2025 ligt.

    Art. 7. De voertuigen die het voorwerp zijn van een financieringshuur komen in aanmerking, voor zover ze hernomen zijn in de materiële vaste activa.

    De aangeschafte voertuigen worden in het gewest ingeschreven, behalve voor ondernemingen natuurlijke personen of indien het voertuig wordt ingeschreven op naam van de onderneming waarvan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT