25 FEBRUARI 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het decreet van 3 mei 2019 houdende de havenkapiteinsdienst (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

DECREET tot wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het decreet van 3 mei 2019 houdende de havenkapiteinsdienst

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens

Art. 2. In het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 mei 2019, wordt een artikel 1bis ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 1bis. Dit decreet voorziet in de uitvoering van verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens.".

Art. 3. In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 december 2001 en 28 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in punt 2°, c), worden de woorden "en de organisatie van de openbare havendiensten" vervangen door de woorden "van een kader voor de havendiensten en de organisatie van havendiensten";

  2. punt 3° wordt opgeheven;

  3. er wordt een punt 4° bis ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "4° bis zeehaven: een gebied dat uit land en water bestaat met infrastructuur en uitrusting die dient voor de ontvangst van vaartuigen, het laden en lossen daarvan, de opslag van goederen, het in ontvangst nemen en leveren van die goederen, en het in- en ontschepen van passagiers, bemanning en andere personen, en alle andere infrastructuur die voor vervoersbedrijven in de haven noodzakelijk is;";

  4. in punt 5°, 6°, 7° en 8° wordt het woord "havens" vervangen door het woord "zeehavens";

  5. punt 9° wordt opgeheven;

  6. in punt 10° wordt het woord "zeesluizen" vervangen door de woorden "zeesluizen die in havengebied liggen" en wordt de zinsnede "het havengebied, met uitzondering van de haveninterne basisinfrastructuur" vervangen door de woorden "de zeehaven";

  7. in punt 11° worden tussen de woorden "de dokken" en de zinsnede ", zijnde" de woorden "in het havengebied" ingevoegd;

  8. aan punt 11° worden de woorden "en de maritieme toegangswegen" toegevoegd;

  9. in punt 12° wordt het woord "aanmeerinfrastructuur" vervangen door de zinsnede "de infrastructuur en uitrusting die in een zeehaven liggen, namelijk de ligplaatsen, aanmeerinfrastructuur" en wordt de zinsnede "interne ontsluitingswegen binnen het havengebied, telkens met hun aanhorigheden de ligplaatsen" vervangen door de woorden "interne ontsluitingswegen binnen de zeehaven telkens met hun aanhorigheden";

  10. in punt 14° wordt het woord "haven" vervangen door het woord "zeehaven";

  11. in punt 16° wordt het woord "havens" vervangen door het woord "haven-gebieden";

  12. punt 17° wordt vervangen door wat volgt:

    "17° kanaaldokken: dokken en geulen in havengebied die doorvaart verlenen;";

  13. punt 18° wordt opgeheven;

  14. er wordt een punt 20° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "20° verordening (EU) 2017/352: verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens.".

    Art. 4. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  15. paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 1. De Vlaamse Regering stelt de grenzen van de havengebieden nader vast.

    Voor de havengebieden gelden de in de gewestplannen of in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen als zeehavengebied afgebakende gebieden, met uitzondering van het havengebied van Antwerpen op de Linkerscheldeoever dat is afgebakend krachtens artikel 3 van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het Linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen, gewijzigd bij het decreet van 30 maart 2018.";

  16. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 2. De Vlaamse Regering kan de maritieme toegangswegen en de bestand delen van de basisinfrastructuur, de haveninterne basisinfrastructuur en de uitrustingsinfrastructuur zoals bedoeld in artikel 2 nader bepalen.".

    Art. 5. In artikel 3bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 februari 2008, wordt de zinsnede ", waaronder de rechtsvorm van autonoom gemeentelijk havenbedrijf zoals bepaald in hoofdstuk II, afdeling Ibis" opgeheven.

    Art. 6. In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 december 2001 en 28 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  17. er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, die luidt als volgt:

    " § 1bis. De havenbedrijven zijn havenbeheerders als vermeld in artikel 2, punt 5, van verordening (EU) 2017/352.";

  18. in paragraaf 2 wordt de zinsnede "artikel 29bis, 29ter, 30 en 31 van dit decreet en in artikel 32 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum," vervangen door de zinsnede "artikel 29bis, 29ter en 30,".

    Art. 7. In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 1 februari 2008, 28 februari 2014 en 22 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  19. in paragraaf 2 worden tussen de woorden "het Wetboek van vennootschappen" en de woorden "met betrekking tot de naamloze vennootschappen" de woorden "en verenigingen" ingevoegd;

  20. in paragraaf 2 wordt de zinsnede "de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, en de Faillissementswet van 8 augustus 1997," vervangen door de zinsnede "boek XX van het Wetboek van economisch recht";

  21. paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 3. Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur of de raad van toezicht is van hetzelfde geslacht.";

  22. paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 5. De doelstellingen van algemeen belang die het havenbedrijf nastreeft, worden in de statuten omschreven, met inachtneming van de bepalingen van dit decreet.";

  23. in paragraaf 6, tweede lid, wordt de zinsnede "het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking" vervangen door de zinsnede "deel 3, titel 3, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur";

  24. aan paragraaf 6, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:

    "Samenwerkingen tussen havenbedrijven onderling vallen evenwel buiten dit toepassingsgebied.".

    Art. 8. In artikel 6 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 1 februari 2008 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017, worden het derde tot en met het vijfde lid opgeheven.

    Art. 9. Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 7. De havenbedrijven organiseren de raadpleging van havengebruikers en andere belanghebbenden conform artikel 15 van verordening (EU) 2017/352.

    De Vlaamse Regering kan de vormen van die raadpleging specificeren.".

    Art. 10. Artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 3 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 14. Onder ieder havenbedrijf ressorteert een havenkapiteinsdienst als vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de havenkapiteinsdienst.".

    Art. 11. Artikel 15 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 28 februari 2014, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 15. § 1. De havenbedrijven dienen een heffing op het gebruik van haveninfrastructuur, zoals vermeld in artikel 2, punt 9, van de verordening (EU) 2017/352, op te leggen overeenkomstig artikel 13 van de voormelde verordening.

    § 2. De havenbedrijven ontvangen de inkomsten van de uitoefening van de havenbestuurlijke bevoegdheden en van alle andere activiteiten die de havenbedrijven uitvoeren.

    § 3. De algemene havengelden vormen de retributie die de havenbedrijven van de havengebruikers kunnen vorderen als tegenprestatie voor het recht om een zeehaven binnen te varen, er aan te meren of er te verblijven.

    De algemene havengelden komen uitsluitend toe aan de havenbedrijven.

    Alleen de havenbedrijven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT