24 APRIL 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van rook-, pruim- en snuiftabak (1)
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van rook-, pruim- en snuiftabak.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 april 2022.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair Comité voor het tabaksbedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2021
Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van rook-, pruim- en snuiftabak (Overeenkomst geregistreerd op 9 december 2021 onder het nummer 168752/CO/133)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die hoofdzakelijk rook-, pruim- en snuiftabak vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.
HOOFDSTUK II. - Beroepsclassificatie
Art. 2. Vanaf 1 januari 1989 worden de functies als volgt in drie categorieën ingedeeld :
Categorie I :
- alle taken die niet in de andere categorieën voorkomen;
- het wegen aan snelle pakketteermachines (minimum zestig toeren per minuut);
- het pletten en afkoelen.
Categorie II :
- werken van zware goederenbehandeling, dit wil zeggen die een aanhoudende middelmatige of een onderbroken zware lichamelijke inspanning vereisen;
- het aanvochten met de hand.
Categorie III :
- het bedienen van vooraanvochtings- en aanvochtings-, klopsaus-, mengel- en kerf machines;
- het spinnen, spinnen-afleggen, persen en het maken van de saus;
- het bedienen van roost- en slijpmachines.
HOOFDSTUK III. - Lonen, premies en vergoedingen
-
Minimumuurlonen
Art. 3. § 1. Op 1 januari 2021 worden de bestaande, bij collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegde minimumuurlonen en de effectief uitbetaalde lonen verhoogd met 0,10 EUR. Rekening houdend met deze verhoging bedragen de minimumuurlonen voor een arbeidsweek van 37 uur 30 op 1 januari 2021 per categorie :
Categorieën Minimumuurlonen Catégories Salaires horaires minimums I 13,4695 I 13,4695 II 14,0740 II 14,0740 III 14,2670 III 14,2670
Op 1 januari 2022 bedragen de minimumlonen vóór indexering voor een arbeidsweek van 37 uur 30 per categorie :
Categorieën Minimumuurlonen Catégories Salaires horaires minimums I 13,6705 I 13,6705 II 14,2845 II 14,2845 III 14,4805 III 14,4805
De bedragen in het vorige lid stemmen overeen met het gemiddelde van de viermaandelijkse indexcijfers van het derde kwartaal 2021, zijnde 109,53.
Voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 wordt de loonsverhoging met 0,10 EUR omgezet in een éénmalige bruto loonpremie.
§ 2. Vanaf 1 april 1989 wordt de wekelijkse arbeidsduur, te berekenen op jaarbasis van 38 uren op 37 uur 30 minuten gebracht. De toepassingsmodaliteiten van de arbeidstijdverkorting worden geregeld op het vlak van de ondernemingen, rekening houdende met de bedrijfseconomische imperatieven.
-
Ploegen- en nachtarbeid
Art. 4. Wanneer de arbeid wordt verricht door elkaar opeenvolgende dagploegen, hebben de werknemers die er deel van uitmaken vanaf 1 januari 2016 recht op betaling van een bijslag van 13,03 pct. berekend op het daguurloon dat in de onderneming voor hun categorie of functie van toepassing is.
Art. 5. Voor de nachtarbeid wordt een bijslag van 18,46 pct. betaald, berekend op het daguurloon dat van toepassing is in de onderneming voor de betrokken categorie of functie.
Deze regelingen doen geen afbreuk aan meer gunstige voordelen die van toepassing zijn in de onderneming.
-
Toevallige en tijdelijke overplaatsingen
Art. 6. Als een werknemer, ten gevolge van toevallige omstandigheden buiten zijn wil, tijdelijk een taak van een...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI