23 MEI 2022. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels en technische vereisten en de hoogten van de premies, trajectbegeleidingen en collectieve renovatieprojecten, vermeld in artikelen 6.4.1/1/2, 6.4.1/1/3, 6.4.1/1/5, 6.4.1/5/2, 6.4.1/9, 6.4.1/9/1 en 12.3.29 van het Energiebesluit van 19 november 2010

Rechtsgrond(en)

Dit besluit is gebaseerd op:

- het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.5.1, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2013, artikel 8.2.1, artikel 8.3.1, artikel 8.4.1, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2013, en artikel 8.7.1, gewijzigd bij het decreet van 4 juni 2021;

- het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.4.1/1/2, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, artikel 6.4.1/1/3, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020 en 4 februari 2022, artikel 6.4.1/1/5, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, artikel 6.4.1/5/2, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, artikel 6.4.1/9, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011 en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, artikel 6.4.1/9/1, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 en artikel 12.3.29, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2022.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 26 januari 2022;

- de Raad van State heeft advies 70.996/3 gegeven op 10 maart 2022 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader

Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:

- Het ministerieel besluit van 21 december 2020 tot vaststelling van de nadere regels, technische vereisten en hoogten van de premies, trajectbegeleidingen en collectieve renovatieprojecten, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/9/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 juli 2021 tot wijziging van het ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels, technische vereisten en hoogten van de premies, trajectbegeleidingen en collectieve renovatieprojecten, vermeld in artikel 6.4.1/1, artikel 6.4.1/1/1, artikel 6.4.1/1/2, artikel 6.4.1/1/3, artikel 6.4.1/1/4, artikel 6.4.1/4, artikel 6.4.1/5, artikel 6.4.1/9 en artikel 6.4.1/9/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010.

DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Nadere regels, technische vereisten en hoogten van de premies, trajectbegeleidingen en collectieve renovatieprojecten, vermeld in artikel 6.4.1/1/2, artikel 6.4.1/1/3, artikel 6.4.1/1/5, artikel 6.4.1/5/2, artikel 6.4.1/9, artikel 6.4.1/9/1 en artikel 12.3.29 van het Energiebesluit van 19 november 2010

Artikel 1. In dit ministerieel besluit wordt verstaan onder:

  1. dak van een gebouw: bovenafsluiting van een gebouw;

  2. relighting: het volledig demonteren en afvoeren van zowel de bestaande lampen als de bestaande armaturen, de uitvoering van een lichtstudie waarin de nieuwe verlichtingsinstallatie volledig wordt doorgerekend in een ruimte ingetekend volgens de realiteit, en het installeren van een volledig nieuwe verlichtingsinstallatie conform de uitgevoerde lichtstudie;

  3. verwarmde ruimte: elke ruimte die behoort tot het beschermd volume en geklimatiseerd is ten behoeve van mensen.

    Art. 2. De technische vereisten en nadere regels, vermeld in artikel 6.4.1/1/2, zevende lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, zijn de volgende:

  4. indien de fotovoltaïsche installatie geplaatst wordt op het dak van een gebouw dat wordt verwarmd, moet het dak van dit gebouw geïsoleerd zijn voor zover de totale isolatie van het dak en de zoldervloer een warmteweerstand Rd heeft van ten minste 3 m2K/W;

  5. de persoon die de kwaliteitsvolle uitvoering van de installatie valideert moet beschikken over een certificaat van bekwaamheid, vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 1° van het Energiebesluit van 19 november 2010;

  6. het keuringsverslag opgesteld door een erkend controlemechanisme, de facturen en de door de aannemer ingevulde en ondertekende attesten die samen met het aanvraagformulier meegeleverd worden vermelden samen minstens:

    1. het merk en het type van de omvormer of omvormers;

    2. het aantal omvormers;

    3. het maximaal AC-vermogen per omvormer;

    4. het merk en type van de zonnepanelen;

    5. het piekvermogen van de zonnepanelen;

    6. het ééndraadschema van de installatie;

    7. het gelijkvormigheidsattest afgeleverd door Synergrid voor het type omvormer vermeld in het keuringsverslag;

    8. de kostprijs van het materiaal en de plaatsing;

    9. de datum waarop de fotovoltaïsche installatie in dienst werd genomen;

    10. de datum waarop de fotovoltaïsche installatie werd aangemeld bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder;

  7. de factuur, een bijgevoegd document of het aanvraagformulier bevat minstens:

    1. een verklaring dat de fotovoltaïsche installatie werd geplaatst op een geïsoleerd dak van een gebouw dat wordt verwarmd voor zover de totale isolatie van het dak en de zoldervloer een warmteweerstand Rd heeft van ten minste 3 m2K/W;

    2. een verklaring dat de persoon die de kwaliteitsvolle uitvoering van de installatie valideert beschikt over een certificaat van bekwaamheid, vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 1° van het Energiebesluit van 19 november 2010, alsook het certificeringsnummer van deze persoon.

    Art. 3. De technische vereisten en nadere regels waaraan het ventilatiesysteem, vermeld in artikel 6.4.1/1/3, zevende lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, moet voldoen, zijn de volgende:

  8. enkel ventilatiesystemen die warmte halen uit de afvoerlucht om de toevoerlucht op te warmen, evenals vraaggestuurde ventilatiesystemen komen in aanmerking voor de premie;

  9. het ventilatiesysteem werd geplaatst door een aannemer;

  10. het ventilatiesysteem moet worden gebruikt voor de volledige woning;

  11. het ventilatiesysteem voldoet aan de eisen, vermeld in bijlage IX bij het Energiebesluit van 19 november 2010 en de werkelijke debieten worden gestaafd door middel van een debietsmeting;

  12. enkel voor wat betreft ventilatiesystemen die warmte halen uit de afvoerlucht en die warmte hergebruiken om de toevoerlucht op te warmen: het thermisch rendement van de warmtewisselaar moet minimum 75% zijn overeenkomstig bijlage G bij bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010;

  13. enkel voor wat ventilatiesystemen met vraagsturing betreft: de reductiefactor voor ventilatie voor de verwarmingsberekeningen moet kleiner zijn dan 0,9;

  14. de facturen en de door de aannemer ingevulde en ondertekende attesten die samen met het aanvraagformulier meegeleverd worden vermelden samen minstens:

    1. het merk en het type van de geplaatste installatie;

    2. enkel voor wat ventilatiesystemen betreft die warmte halen uit de afvoerlucht en die warmte hergebruiken om de toevoerlucht op te warmen: het thermisch rendement van de warmtewisselaar;

    3. enkel voor wat ventilatiesystemen met vraagsturing betreft: de reductiefactor voor ventilatie voor verwarmingsberekeningen;

    4. de kostprijs van de installatie en de plaatsing;

    5. de datum waarop de installatie werd geplaatst;

  15. de factuur, een bijgevoegd document of het aanvraagformulier bevat minstens:

    1. een gedateerde foto van het geïnstalleerde ventilatiesysteem;

    2. een meetrapport van de uitgevoerde debietsmeting en de werkelijke debieten.

    Art. 4. De technische eisen en nadere regels, vermeld in artikel 6.4.1/1/5, vijfde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, met betrekking tot de apparaten die bestaande apparatuur bij accumulatieverwarming, elektrische boilers of warmtepompen sturen, vermeld in artikel 6.4.1/1/5, eerste lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, zijn de volgende:

  16. het geheel van apparaten wordt geplaatst door een aannemer;

  17. voor de toepassing van de premie voldoet accumulatieverwarming aan de volgende voorwaarden: het betreft een elektrisch verwarmingstoestel voor ruimteverwarming dat voorzien is van warmteopslag in keramisch materiaal;

  18. de aankoop-, installatie-, of onderhoudskosten voor een accumulatieverwarming, elektrische boiler, warmtepompboiler of warmtepomp komen niet in aanmerking voor deze premie;

  19. het geheel van apparaten moet controlesignalen sturen naar de accumulatieverwarming, elektrische boiler, warmtepompboiler of warmtepomp waarbij het opgenomen elektrisch vermogen van de accumulatieverwarming, elektrische boiler, warmtepompboiler of warmtepomp wijzigt. Dit controlesignaal kan, mits het in acht nemen van mogelijke veiligheidsbeperkingen van het te besturen toestel, minstens elk van de volgende wijzigingen van het opgenomen elektrisch vermogen van de accumulatieverwarming, elektrische boiler, warmtepompboiler of warmtepomp bewerkstelligen:

    1. gedwongen het afgenomen elektrisch vermogen verlagen of gedwongen uitschakelen;

    2. gedwongen het afgenomen elektrisch...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT