23 MAART 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen in de hoedanigheid van seizoenarbeider betreft
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
-
ALGEMENE COMMENTAAR
A. Inleiding
De wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen werd gewijzigd door de wet van 5 mei 2019, met name om richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider (hierna « richtlijn 2014/36/EU ») om te zetten.
Deze richtlijn maakt deel uit van de maatregelen die de Europese Unie heeft genomen om de immigratie van de onderdanen van derde landen met economische doeleinden op haar grondgebied te vergemakkelijken.
Meer specifiek, heeft deze richtlijn betrekking op de onderdanen van derde landen wier hoofdverblijfplaats zich buiten de Europese Unie bevindt, maar die tijdelijk en wettelijk op het grondgebied van een lidstaat wensen te verblijven om er seizoenarbeid te verrichten. Ze heeft voornamelijk als doel deze seizoenarbeiders te beschermen tegen elke vorm van economische en sociale uitbuiting en hen de garantie te bieden dat ze op dezelfde manier worden behandeld als de nationale onderdanen van de lidstaat.
De richtlijn voorziet dus garanties die als doel hebben hen een voldoende niveau van veiligheid te verzekeren, met name wat hun arbeidsomstandigheden en hun leef- en huisvestingsomstandigheden betreft.
Om deze doelstellingen te garanderen legt de richtlijn de voorwaarden vast voor hun toelating, zowel wat betreft het verblijf als het werk en voorziet ze procedurele garanties. Het doel is ervoor te zorgen dat de regels waaraan de seizoenarbeiders onderworpen worden, rechtvaardig en transparant zijn.
De wet van 5 mei 2019 zet richtlijn 2014/36/EU om in de Belgische rechtsorde, voor wat het luik « verblijf » betreft.
Rekening houdend met de bevoegdheidsverdeling tussen de Federale Staat en de deelstaten voor wat de buitenlandse werknemers betreft, past onderhavige wet in het kader dat vastgelegd werd door:
- het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten, dat op 24 december 2018 in werking getreden is; en
- het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap houdende uitvoering van het voornoemd akkoord van 2 februari 2018.
Dit akkoord van 6 december 2018 voorziet bijzondere regels die van toepassing zijn op bepaalde categorieën van werknemers, overeenkomstig de Europese richtlijnen die op hen van toepassing zijn. Sommige van deze regels vullen de regels in het kaderakkoord van 2 februari 2018 aan, en andere regels wijken van dit kaderakkoord af, teneinde rekening te houden met het regime dat eigen is aan elke richtlijn.
Wat de seizoenarbeiders betreft, bevat het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 dus bijzondere regels die van toepassing zijn op de seizoenarbeiders, overeenkomstig richtlijn 2014/36/EU.
Wat het procedurele niveau betreft, moet er een onderscheid worden gemaakt naar gelang de seizoenarbeider in het kader van een kort verblijf dan wel een lang verblijf komt.
De seizoenarbeiders die voor een periode van maximum negentig dagen in België wensen te verblijven, blijven, wat hun binnenkomst en hun verblijf betreft, onderworpen aan de regels van het Schengenacquis, meer bepaald de Schengengrenscode, de Schengenovereenkomst en de Visumcode. In de mate dat bepaalde voorwaarden voor de toegang tot tewerkstelling samenvallen met de voorwaarden voor de binnenkomst en het kort verblijf die door deze Europese akten voorzien worden zal het niet respecteren van deze voorwaarden eveneens bestraft kunnen worden in het kader van de procedure voor de visumafgifte, bij het overschrijden van de grenzen, in geval van controle op het grondgebied of in het kader van de procedure voor de verlenging van het verblijf.
De seizoenarbeiders die in het kader van een lang verblijf komen, zullen worden onderworpen aan één enkele aanvraagprocedure, overeenkomstig richtlijn 2014/36/EU (art. 13).
Bijgevolg zullen ze onderworpen worden aan de gecombineerde procedure « verblijf-werk » die vastgelegd werd door het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018. Dit akkoord bekrachtigt de één enkele aanvraagprocedure, voorzien door richtlijn 2011/98/EU. Dit zal eveneens gelden voor de seizoenarbeiders die in het kader van een kort verblijf gekomen zijn en die hun verblijf na de toegestane periode van kort verblijf wensen te verlengen.
B. Wijzigingen
Onderhavig ontwerp heeft tot doel de wet van 5 mei 2019 uit te voeren door de procedureregels die van toepassing zijn op onderdanen van derde landen die als seizoenarbeider in België wensen te verblijven of die daartoe gemachtigd zijn, te preciseren.
Sommige van deze procedureregels vloeien voort uit bijzondere machtigingen die door de wetgever verleend worden, terwijl andere het resultaat zijn van de algemene uitvoeringsbevoegdheid vastgelegd in de Grondwet.
Verschillende procedureregels worden voorzien, naargelang de duur van het verblijf.
In geval van kort verblijf, blijven de regels van het Schengenacquis met betrekking tot de afgifte van visa kort verblijf en de overschrijding van grenzen van toepassing. Dit wordt uitdrukkelijk voorzien door richtlijn 2014/36/EU.
Met het oog op rechtszekerheid en transparantie legt onderhavig ontwerp verbanden tussen deze regels en de bijzondere regels die, overeenkomstig richtlijn 2014/36/EU, voorzien worden door de wet van 5 mei 2019.
Zo bevat onderhavig ontwerp preciezere regels die met name betrekking hebben op de procedure voor de afgifte van een visum kort verblijf voor seizoenarbeid, de documenten die de betrokkene tijdens de controle aan de buitengrenzen moet voorleggen om het grondgebied binnen te mogen komen alsook de bijzondere vermelding die moet voorkomen op het visum kort verblijf of lang verblijf of op de aankomstverklaring, om de bijzondere verblijfssituatie van de betrokkene aan te tonen.
In geval van kort verblijf worden de arbeidsvergunning en de verblijfsvergunning door verschillende overheden en volgens verschillende procedures toegekend. Zo zal de onderdaan van een derde land die voor een kort verblijf als seizoenarbeider wil komen werken de vereiste arbeidsvergunning moeten bekomen vooraleer hij zijn visumaanvraag indient, indien hij aan deze verplichting onderworpen is, en zal hij in staat moeten zijn om deze voor te leggen tijdens de controle aan de grenzen.
Met het oog op de toepassing van de regels met betrekking tot de visumafgifte, de overschrijding van de buitengrenzen en het kort verblijf zal de arbeidsvergunning dus in principe het bewijs van het doel van de reis en de toereikende bestaansmiddelen vormen.
Het ontwerp voorziet eveneens de voorwaarden en de procedureregels volgens dewelke de seizoenarbeider die in het kader van een kort verblijf gekomen is, verder als seizoenarbeider kan verblijven en werken, zonder de maximale duur van het kort verblijf te overschrijden. Het voorafgaand bekomen van de arbeidsvergunning zal eveneens een conditio sine qua non zijn.
In geval van lang verblijf worden de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf volgens één enkele procedure afgegeven. De seizoenarbeider die in het kader van een kort verblijf gekomen is en die na de maximale duur van het kort verblijf verder in deze hoedanigheid wil verblijven en werken, zal eveneens aan één enkele procedure onderworpen worden.
Voor deze werknemers voorziet dit ontwerp dus regels die vergelijkbaar zijn met de regels die voorzien worden voor de afgifte van de gecombineerde vergunning of de Europese blauwe kaart, daarbij rekening houdend met de specifieke kenmerken van het statuut van seizoenarbeider.
Een van de essentiële bijzondere kenmerken van het statuut van seizoenarbeider is het tijdelijk karakter van dit statuut. De mogelijkheid om als seizoenarbeider te verblijven is beperkt in de tijd. Een onderdaan van een derde land zal gedurende een periode van 360 dagen (12 maanden) niet meer dan 150 dagen (5 maanden) op het grondgebied kunnen verblijven, in de hoedanigheid van seizoenarbeider, en dit zelfs indien hij de andere verblijfsvoorwaarden vervult.
Het ontwerp houdt daar, wat het bepalen van de toegestane duur van het verblijf betreft, rekening mee. In principe zal de seizoenarbeider gedurende de volledige periode waarvoor hij gemachtigd is om te werken gemachtigd zijn om te verblijven. De duur van de machtiging tot verblijf zal met andere woorden gelijk zijn aan de duur van de toelating tot arbeid. Indien de duur van de toelating tot arbeid echter langer is dan de maximale verblijfsduur zal de duur van de machtiging tot verblijf korter zijn en beperkt zijn tot de maximale verblijfsduur. Het is dus mogelijk dat de toegestane verblijfsduur niet overeenstemt met de duur van de toelating tot arbeid.
Het ontwerp voorziet ook bijzondere bewijsregels en preciseert dus de manier waarop de betrokkene het bewijs van bepaalde verblijfsvoorwaarden moet leveren. Deze regels hebben tot doel de procedure te vereenvoudigen en te vermijden dat de seizoenarbeiders met een al te grote administratieve last geconfronteerd worden.
De vereiste arbeidsvergunning die door de betrokkene wordt voorgelegd zal bijvoorbeeld het bewijs van het doel van het verblijf en de bestaansmiddelen vormen. De ziektekostenverzekering waarover de betrokkene moet beschikken is identiek, ongeacht de duur van het verblijf in kwestie. De betrokkene zal op dezelfde manier kunnen aantonen dat hij over voldoende huisvesting beschikt, ongeacht het feit of hij voor een kort verblijf dan wel een lang...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI