23 JUNI 2022. - Koninklijk besluit houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister

Verslag aan de Koning

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, regelt het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister.

Het beheer van deze registers is momenteel geregeld in het koninklijk besluit van 25 september 2016 houdende het beheer van het centraal register van testamenten en het centraal register van huwelijksovereenkomsten enerzijds en in het koninklijk besluit van 26 februari 2018 houdende het beheer van het centraal erfrechtregister anderzijds. Middels de wet van 19 januari 2022 houdende boek 2, titel 3, "Relatievermogensrecht" en boek 4 "Nalatenschappen, schenkingen en testamenten" van het Burgerlijk Wetboek (BS 14 maart 2022) is het wettelijk kader voor bovengenoemde registers in het Burgerlijk Wetboek opgenomen waartoe het beheer van de registers in een nieuw koninklijk besluit uitgewerkt dient te worden.

De bepalingen inzake het beheer van bovengenoemde registers worden overgenomen uit de bestaande besluiten en samengevoegd in een enkel besluit. Een aantal terminologische wijzigingen en herstructurering vonden plaats, maar het besluit bevat geen nieuwe inhoudelijke bepalingen.

De verwijzingen en tarieven werden geactualiseerd.

Een aantal verplichtingen in het kader van het beheer van de registers wordt middels voornoemde wet van 19 januari 2022 uitdrukkelijk in het Burgerlijk Wetboek geregeld, overeenkomstig het advies nr. 73/2020 van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 24 augustus 2020, en is aldus niet overgenomen in dit besluit; het betreft onder meer de in te schrijven gegevens, de op te nemen akten, de bewaartermijn en de gegevens die worden verzameld bij een raadpleging van de registers.

De sanctie bij niet naleving van de inschrijvingsplicht wordt uit de tekst gehaald, aangezien hiervoor kan worden teruggevallen op tuchtrechtelijke bepalingen en het gemeen aansprakelijkheidsrecht.

In het kader van de tarieven in hoofdstuk 5 van het ontwerp van besluit wordt bijkomend verduidelijkt dat de inschrijving volgend op de kennisgeving door de griffier kosteloos is; en dit om interpretatieproblemen te voorkomen. De kennisgeving door de griffier is immers steeds kosteloos.

De tarieven voor de inschrijvingen in de registers en de mededeling in het Belgisch Staatsblad worden geactualiseerd rekening houdend met de actuele tarieven (de geïndexeerde basisbedragen) en gelijkgeschakeld voor alle registers. De nieuwe basistarieven zullen worden geïndexeerd overeenkomstig artikel 24 van het ontwerp.

Op vraag van de afdeling Wetgeving van de Raad van State wordt de verantwoording van de nieuwe tarieven hieronder geëxpliciteerd.

De bestaande koninklijke besluiten van 25 september 2016 en 26 februari 2018 voorzien in een basisbedrag van €15 voor de inschrijvingen in de registers, met een maximum van €60 indien meerdere partijen betrokken zijn bij akten die ingeschreven dienen te worden in het centraal register van testamenten. Deze bedragen zijn sindsdien geïndexeerd geworden waardoor thans de toepasselijke tarieven van €16, met een maximum van €66, voor inschrijvingen overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 september 2016, en van €16,8 voor inschrijvingen overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 februari 2018, gelden.

De berekening van de nieuwe tarieven:

Artikel 18 van het koninklijk besluit van 25 september 2016 bepaalt als volgt: "De tarieven bepaald in artikel 15 en artikel 16 worden van rechtswege jaarlijks op 1 september aangepast op grond van het indexcijfer van de consumptieprijzen aan de hand van de volgende formule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het beginindexcijfer. Het beginindexcijfer is dat van de maand augustus van het jaar gedurende hetwelk het tarief is vastgesteld. Het nieuwe indexcijfer is dat van de maand augustus van het jaar gedurende hetwelk de aanpassing plaatsvindt. Het resultaat wordt op een eenheid naar boven afgerond." (eigen aanduiding).

Formule : €15 x 112.83 = €16

103.26

€60 x 112.83 = €66

103.26

Artikel 11 van het koninklijk besluit van 26 februari 2018 bepaalt als volgt : "De tarieven bepaald in artikel 9, § 1 en artikel 10 worden van rechtswege jaarlijks op 1 maart aangepast op grond van het indexcijfer van de consumptieprijzen aan de hand van de volgende formule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het beginindexcijfer is dat van de maand februari van het jaar gedurende hetwelk het tarief is vastgesteld. Het nieuwe indexcijfer is dat van de maand februari van het jaar voorafgaand aan de eerste maart van het jaar gedurende hetwelk de aanpassing plaatsvindt. Het resultaat wordt afgerond op het hogere veelvoud van 10 eurocent." (eigen aanduiding).

Formule : €15 x 119.07 = €16,8

106.22

De verantwoording van de nieuwe tarieven:

Met de nieuwe tarieven worden verschillende doelstellingen nagestreefd:

-enerzijds is er de wens om te komen tot uniforme tarieven voor de inschrijvingen in de verschillende registers. Dit gaat eens te meer op nu de registers in een enkel koninklijk besluit worden behandeld.

- anderzijds is, om meer praktische redenen (o.a. facturering), gestreefd naar een zo `rond' mogelijk getal waardoor de keuze is gemaakt om het tarief af te ronden op een halve euro na de komma. Het zou niet wenselijk zijn om beide bedragen af te ronden naar een (gemeenschappelijke) hogere eenheid.

Om deze redenen werden de bedragen van €16,5 en €66 weerhouden als nieuwe basisbedragen.

Dit is de strekking van het koninklijk besluit dat ik U ter ondertekening voorleg.

Wij hebben de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

  1. DE CROO

    De Minister van Justitie,

    V. VAN QUICKENBORNE

    Raad van State,

    afdeling Wetgeving

    Advies 71.622/2 van 9 juni 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister'

    Op 2 juni 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister'.

    Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 9 juni 2022 . De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Bernard Blero en Christine Horevoets, staatsraden, en Esther Conti, toegevoegd griffier.

    Het verslag is uitgebracht door Xavier Delgrange, eerste auditeur-afdelingshoofd.

    De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.

    Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 juni 2022.

    Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

    In casu luidt de motivering in de brief met de adviesaanvraag als volgt:

    "Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat op 19 januari 2022 de wet houdende boek 2, titel 3, `Relatievermogensrecht' en boek 4 `Nalatenschappen, schenkingen en testamenten' van het Burgerlijk Wetboek werd bekrachtigd, welke op 14 maart 2022 werd gepubliceerd en op 1 juli 2022 in werking zal treden. Dat het wettelijk kader van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister hiermee geïncorporeerd is in het Burgerlijk Wetboek en de rechtsgrond voor de koninklijke besluiten van 25 september 2016 en 26 februari 2018, waarin het beheer en de tarieven van voornoemde registers zijn uitgewerkt, op basis van de artikelen 58, 3°, en 62 van voornoemde wet zullen worden opgeheven. Dat omwille van continuïteit het aldus noodzakelijk is een koninklijk besluit inzake het beheer, de praktische modaliteiten en de tarieven aan te nemen en te publiceren vóór 1 juli 2022. Dat het bovendien niet wenselijk is om nadien met terugwerkende kracht een koninklijk besluit te moeten aannemen. Dat, met uitzondering van de inhoud van een aantal bepalingen die op vraag van de Gegevensbeschermingsautoriteit zijn overgeheveld naar het Burgerlijk Wetboek en aldus geschrapt uit het koninklijk besluit alsmede de sancties bij niet naleving van de inschrijvingsplicht waarvoor reeds andere rechtsgronden bestaan, het besluit een louter samenbrengen, herstructureren en actualiseren van de tarieven van voornoemde besluiten inhoudt. Tot slot wordt in het kader van de tarieven verduidelijkt dat het niet de kennisgeving zelf, welke steeds kosteloos is, maar een inschrijving die volgt op een kennisgeving, kosteloos is. Dat om die redenen geen omstandig advies noodzakelijk lijkt."

    Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

    Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

    Algemene opmerkingen over de rechtsgrond van het ontwerp

    1. Het ontwerp van koninklijk besluit strekt ter vervanging van het koninklijk besluit van 25 september 2016 `houdende het beheer van het centraal register van testamenten en het centraal register van huwelijksovereenkomsten' en van het koninklijk besluit van 26 februari 2018 `houdende het beheer van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT