23 DECEMBER 2022. - Decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 en het decreet van 17 december 2021 tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft toewijzingen aan het Energiefonds, wijzigingen betreffende flexibiliteit en energiedelen, de uitbouw van het energiedataplatform en de herziening van de administratieve geldboetes aangaande installatie-eisen (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

DECREET tot wijziging van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 en het decreet van 17 december 2021 tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft toewijzingen aan het Energiefonds, wijzigingen betreffende flexibiliteit en energiedelen, de uitbouw van het energiedataplatform en de herziening van de administratieve geldboetes aangaande installatie-eisen

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging

Art. 2. Artikel 9 van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, opgeheven bij het decreet van 30 april 2004, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:

"Art. 9. In afwijking van artikel 6 en artikel 10 legt het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap aan de erkende technicus een administratieve geldboete op wegens het niet naleven van de door of krachtens deze wet opgelegde meldingsplichten inzake de keuring en het onderhoud van een centraal stooktoestel. Deze administratieve geldboete bedraagt minimaal 500 euro en maximaal 10.000 euro.".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009

Art. 3. In artikel 1.1.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het laatst gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in punt 30° /0 wordt de zinsnede "vermeld in artikel 2 van de verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering," opgeheven;

2° aan punt 30/2°, c), wordt de zinsnede "of daaraan gekoppelde gesloten distributienetten of gesloten industriële netten als vermeld in artikel 2, 41°, van de federale Elektriciteitswet" toegevoegd;

3° er wordt een punt 30° /3 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"30° /3 eindgebruiker van thermische energie: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die verwarming, koeling of warm water voor zijn eigen eindgebruik aankoopt, of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bewoner is van een afzonderlijk gebouw of van een eenheid in een appartementsgebouw of multifunctioneel gebouw dat beschikt over een warmte- of koudenet of een centrale bron voor verwarming, koeling of warm water, en die hiervan verwarming, koeling of warm water gebruikt, maar die geen rechtstreekse of individuele overeenkomst met de leverancier of warmte- of koudeleverancier heeft;";

4° in punt 92° /1/0 worden de woorden "als alle commerciële middelen en gereserveerde technische flexibiliteit zijn uitgeput" vervangen door de zinsnede "als alle commerciële middelen, tenzij de aankoop ervan economisch niet efficiënt is, zijn uitgeput";

5° in punt 92° /4 wordt de zinsnede "wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt" vervangen door de woorden "federale Elektriciteitswet";

6° er wordt een punt 111° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"111° /0 residentieel gebouw: elk gebouw dat bestemd is voor individuele of collectieve bewoning;";

7° er wordt een punt 113° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"113° /0 sector die een aanzienlijk risico loopt op delokalisatie: een sector met risico op sectoraal niveau dat activiteiten worden verplaatst naar locaties buiten de Europese Unie, en waarvoor de vermenigvuldiging van hun handelsintensiteit en hun elektriciteitsintensiteit op Unieniveau ten minste 2% bedraagt en waarvan de handelsintensiteit en de elektriciteitsintensiteit op Unieniveau voor elke indicator ten minste 5% bedraagt;";

8° er wordt een punt 113° /0/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"113° /0/1 sector die risico loopt op delokalisatie: een sector met risico op sectoraal niveau dat activiteiten worden verplaatst naar locaties buiten de Europese Unie, en waarvoor de vermenigvuldiging van hun handelsintensiteit en hun elektriciteitsintensiteit op Unieniveau ten minste 0,6% bedraagt en waarvan de handelsintensiteit en de elektriciteitsintensiteit op Unieniveau respectievelijk ten minste 4% en 5% bedragen;";

9° in punt 125° wordt de zinsnede "wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt" vervangen door de woorden "federale Elektriciteitswet";

10° er wordt een punt 126° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"126° /0 tussenpersoon bij de levering van thermische energie: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die thermische energie koopt met het oog op de doorverkoop aan een eindgebruiker van thermische energie;";

11° in punt 133° /1 worden de woorden "aan afnemers thermische energie via een warmte- of koudenet verkoopt" vervangen door de woorden "thermische energie verkoopt via een warmte- of koudenet aan afnemers van thermische energie of aan tussenpersonen bij de levering van thermische energie".

Art. 4. In artikel 3.1.3, eerste lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in punt 1°, l), worden de woorden "warmte- of koudeafnemers" vervangen door de zinsnede "tussenpersonen bij de levering van thermische energie, de afnemers van thermische energie, de eindgebruikers van thermische energie";

2° in punt 4°, g), worden de woorden "warmte- of koudeafnemers" vervangen door de woorden "afnemers van thermische energie en eindgebruikers van thermische energie";

3° in punt 4°, h), worden de woorden "warmte- of koudeafnemers" vervangen door de woorden "afnemers van thermische energie".

Art. 5. In artikel 3.1.8, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 november 2016, wordt punt 4° vervangen door wat volgt:

"4° het sluiten van de overeenkomsten, vermeld in artikel 3.1.4, § 2, 8° ;".

Art. 6. In artikel 3.1.13, § 1, 6°, van hetzelfde decreet, worden de woorden "volgens de voorwaarden in de beheersovereenkomst" vervangen door de zinsnede "volgens de modaliteiten die zijn opgenomen in het ondernemingsplan".

Art. 7. Artikel 4.1.11/3, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2013, wordt vervangen door wat volgt:

"De dagvergoeding bedraagt:

1° 25 euro in geval van een laattijdige eenvoudige aansluiting of een laattijdige tijdelijke aansluiting van een wooneenheid;

2° 50 euro in geval van elke andere laattijdige eenvoudige aansluiting of elke andere laattijdige tijdelijke aansluiting dan de laattijdige eenvoudige aansluiting of laattijdige tijdelijke aansluiting, vermeld in punt 1° ;

3° 100 euro in geval van een laattijdige aansluiting met detailstudie.".

Art. 8. In artikel 4.1.11/5, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het tweede lid worden de woorden "de huishoudelijke netgebruiker" vervangen door de woorden "de netgebruiker gesitueerd in een wooneenheid";

2° in het derde lid worden de woorden "Voor de niet-huishoudelijke netgebruiker" vervangen door de woorden "In alle andere gevallen dan het geval, vermeld in het tweede lid,".

Art. 9. In titel IV, hoofdstuk I, afdeling IV/1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2013 en gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, wordt tussen artikel 4.1.11/5 en 4.1.11/6 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Onderafdeling VI. Schadevergoeding bij inbreuk in verband met persoonsgegevens".

Art. 10. Aan titel IV, hoofdstuk I, afdeling IV/1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2013 en gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, wordt een onderafdeling VII toegevoegd, die luidt als volgt:

"Onderafdeling VII. Forfaitaire vergoeding bij laattijdige plaatsing van een digitale meter".

Art. 11. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022, wordt aan onderafdeling VII, toegevoegd bij artikel 10, een artikel 4.1.11/7 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 4.1.11/7. De distributienetbeheerder is aan de netgebruiker die, conform artikel 4.1.22/2, eerste lid, 7°, om de plaatsing van een digitale meter heeft verzocht, een vergoeding verschuldigd van 100 euro bij overschrijding van de termijn, vastgesteld door de Vlaamse Regering, conform artikel 4.1.22/2, vierde lid, voor het aanleveren van de offerte of het plaatsen van de digitale meter.".

Art. 12. In artikel 4.1.17/5 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 april 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "wordt verstaan dat" vervangen door de zinsnede "worden omstandigheden verstaan die geen onvoorziene uitzonderlijke netuitbatingsomstandigheden als vermeld in paragraaf 2 zijn en waarbij";

2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "als alle commerciële middelen en gereserveerde technische flexibiliteit uitgeput zijn" vervangen door de zinsnede "als alle commerciële middelen uitgeput zijn, tenzij de aankoop ervan economisch niet efficiënt is";

3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "verplichten via telecontrole" vervangen door de woorden "en elektriciteitsopslagfaciliteiten verplichten";

4° in paragraaf 2, derde lid, worden tussen de woorden "uitzonderlijke netuitbatingsomstandigheden" en de zinsnede ", vermeld in het eerste lid" de woorden "en de economische efficiëntie en de uitputting van de commerciële middelen" ingevoegd.

Art. 13. In artikel 4.1.18, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° het woord "vier" wordt opgeheven;

2° punt 2° wordt opgeheven.

Art. 14. Artikel 4.1.26/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. 4.1.26/2. Met behoud van de toepassing van andersluidende bepalingen van dit decreet kunnen de netbeheerders om de taken en verplichtingen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT