22 MEI 2023. - Decreet tot oprichting van een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Dit decreet is van toepassing op het centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 2. Verwijzingen naar personen

De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3. Definities

Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. adviescommissie: de adviescommissie voor kinderopvang vermeld in artikel 14 van dit decreet;

  2. Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);

  3. dienstverrichter: overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 3°, van het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, de natuurlijke persoon of rechtspersoon resp. vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die in hoofdberoep, bijberoep of als vrijwilliger kinderopvang aanbiedt;

  4. persoon die werkzaam is in de kinderopvang: overeenkomstig artikel 2, eerste lid, 4°, van het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, de natuurlijke persoon die als dienstverrichter of in opdracht van een dienstverrichter werkzaam is en zelf kinderen opvangt of direct en regelmatig met opgevangen kinderen in contact komt;

  5. aangesloten onthaalouder: persoon die werkzaam is in de kinderopvang en die in opdracht van een dienst voor onthaalouders - zonder door een arbeidsovereenkomst met die dienst verbonden te zijn en zonder onder een statutaire dienstverhouding te vallen - bij voorrang baby's en peuters van anderen opvangt en/of eventueel buitenschoolse opvang aanbiedt;

  6. zelfstandige onthaalouder: dienstverrichter en persoon die werkzaam is in de kinderopvang die zelfstandig, in het kader van een opvangcontract, bij voorrang baby's en peuters van anderen opvangt en/of eventueel buitenschoolse opvang aanbiedt;

  7. zelfstandige mede-onthaalouders: vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van hoogstens drie reeds erkende zelfstandige onthaalouders op een plaats voor gemeenschappelijke kinderopvang;

  8. centrum: het centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap.

    HOOFDSTUK 2. - Oprichting van het centrum

    Art. 4. Oprichting

    Er wordt een centrum voor kinderopvang van de Duitstalige Gemeenschap opgericht.

    Het centrum bezit rechtspersoonlijkheid en behoort tot de instellingen van openbaar nut in de zin van artikel 87 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap. Het is onderworpen aan de bepalingen van dit decreet.

    Het centrum is gevestigd in het Duitse taalgebied.

    HOOFDSTUK 3. - Taken van het centrum

    Art. 5. Beginsel van de verscheidenheid

    In het kader van dit decreet ziet het centrum erop toe dat een kwalitatief hoogstaande en wetenschappelijk gefundeerde kinderopvang en vroegkinderlijke ontwikkeling, alsook pluraliteit en verscheidenheid in de kinderopvang de basis vormen van de uitoefening van zijn taken.

    Art. 6. Taken

    Het centrum vervult de volgende algemene taken:

  9. de bevolking algemeen informeren over de maatregelen en het aanbod op het gebied van kinderopvang;

  10. voor bewustwording en public relations op het gebied van kinderopvang zorgen;

  11. op eigen initiatief of op verzoek van het Parlement of de Regering behoefteanalysen uitwerken en op basis daarvan aanbevelingen doen om het aanbod aan te passen;

  12. informatie-uitwisseling en netwerkvorming tussen de dienstverrichters bevorderen en begeleiden;

  13. studies en onderzoeken op het gebied van kinderopvang uitvoeren of in opdracht geven;

  14. bijscholingen en voortgezette opleidingen organiseren voor de personen die werkzaam zijn in de kinderopvang;

  15. de Duitstalige Gemeenschap in opdracht van de Regering vertegenwoordigen in Belgische, Europese of internationale organen en samenwerkingsovereenkomsten sluiten met overheden en instellingen in het binnenland en in het buitenland;

  16. de zelfstandige onthaalouders en de zelfstandige mede-onthaalouders, in het bijzonder voordat ze hun opvangactiviteit aanvangen, begeleiden en adviseren omtrent de inrichting van de opvangruimten in overeenstemming met de wettelijke bepalingen, de uitwerking van hun pedagogische kinderopvangconcept en de juridische en fiscale randvoorwaarden;

  17. adviezen opstellen inzake erkenningen van zelfstandige onthaalouders en mede-onthaalouders of inzake het behoud, de verlenging, de wijziging, de schorsing of de intrekking van die erkenningen door de Regering;

  18. het inkomen vaststellen van de personen belast met de opvoeding van kinderen die door dienstverrichters worden opgevangen of voor wie bij de dienstverrichters opvang wordt aangevraagd en het inkomen vaststellen van de personen die tot hetzelfde gezin behoren als die personen belast met de opvoeding;

  19. pedagogisch advies voor de dienstverrichters aanbieden;

  20. inclusie in de kinderopvang bevorderen;

  21. vroegkinderlijke ontwikkeling in de kinderopvang stimuleren.

    Het centrum vervult de volgende taken als dienstverrichter:

  22. aan kinderopvang doen met toepassing van het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang;

  23. innovatieve proefprojecten op het gebied van kinderopvang uitvoeren;

  24. de kwaliteit en het klachtenbeheer van de eigen dienstverrichtingen waarborgen;

  25. de kinderopvangplaatsen in het opvangaanbod van het centrum toewijzen aan de personen belast met de opvoeding.

    Bij het uitoefenen van zijn opdracht werkt het centrum nauw samen met alle partners die werkzaam zijn op het gebied van kinderopvang.

    De Regering kan het centrum met de uitvoering van aanvullende opdrachten belasten, voor zover die betrekking hebben op het takenpakket van het centrum dat in dit decreet wordt afgebakend.

    Art. 7. Uitvoering van de taken

    De Regering kan nog andere raamvoorwaarden voor de uitvoering van de taken vermeld in dit hoofdstuk vastleggen, met inbegrip van eventuele procedurebepalingen.

    HOOFDSTUK 4. - Bestuur van het centrum

    Afdeling 1. - Raad van bestuur

    Art. 8. Samenstelling

    De raad van bestuur van het centrum is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:

  26. twee vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;

  27. twee vertegenwoordigers van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn;

  28. drie vertegenwoordigers van de ziekenfondsen;

  29. vier vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld;

  30. een vertegenwoordiger van de gemeenten;

  31. een vertegenwoordiger van de adviescommissie vermeld in artikel 14.

    Hebben raadgevende stem in de raad van bestuur:

  32. de regeringscommissarissen vermeld in artikel 88 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap;

  33. een vertegenwoordiger van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;

  34. de afgevaardigd directeur van het centrum, tenzij de raad van bestuur voor een bepaalde vergadering anders daarover beslist.

    De raad van bestuur kan ad hoc deskundigen met raadgevende stem voor zijn vergaderingen uitnodigen.

    Art. 9. Aanwijzing van de leden

    De Regering wijst de volgende leden aan:

  35. de leden vermeld in artikel 8, eerste lid, 1°, op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties;

  36. de leden vermeld in artikel 8, eerste lid, 2°, op voordracht van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn;

  37. de leden vermeld in artikel 8, eerste lid, 3°, op voordracht van de ziekenfondsen;

  38. de leden vermeld in artikel 8, eerste lid, 4°, en tweede lid, 2°;

  39. het lid vermeld in artikel 8, eerste lid, 5°, op voordracht van de gemeenten;

  40. het lid vermeld in artikel 8, eerste lid, 6°, op voordracht van de adviescommissie;

  41. onder de leden, de voorzitter van de raad van bestuur, op voordracht van de raad van bestuur.

    Niet meer dan twee derde van de leden vermeld in artikel 8, eerste lid, mag van hetzelfde geslacht zijn.

    De hoedanigheid van lid van de raad van bestuur is niet verenigbaar met de hoedanigheid van lid van het Europees Parlement, van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het parlement van een gemeenschap of gewest of van een regering. Bovendien mag een lid van de raad van bestuur geen provinciegouverneur of geen personeelslid van het centrum zijn, onverminderd artikel 8, tweede lid, 3°.

    Art. 10. Duur van het mandaat

    De leden van de raad van bestuur worden aangewezen voor vijf jaar. Hun mandaat kan worden verlengd. Een lid kan niet voor twee opeenvolgende mandaten als vertegenwoordiger van de adviescommissie worden aangewezen.

    Het mandaat van de leden van de raad van bestuur eindigt door overlijden, vrijwillig ontslag, verval van de burgerlijke of politieke rechten, verlies van het mandaat van de verenigingen, instellingen, diensten of groeperingen die kandidaten mogen voordragen of als één van de onverenigbaarheden bepaald in artikel 9, derde lid, zich voordoet.

    Elk lid dat de raad van bestuur vóór het verstrijken van zijn mandaat verlaat, wordt vervangen. Het nieuwe lid doet het mandaat van zijn voorganger uit.

    Art. 11. Besluitvorming

    De raad van bestuur kan rechtsgeldig beraadslagen en besluiten als meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden kan hij geldige besluiten nemen over punten die voor de tweede keer op de agenda staan.

    De besluiten van de raad van bestuur worden genomen bij absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

    Art. 12. Taken

    De raad van bestuur beschikt over alle bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de inhoudelijke en strategische invulling en voor de organisatie en het bestuur van het centrum. Hij zorgt voor een klachtenbeheer.

    Hij kan in zijn huishoudelijk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT