22 JUNI 2020. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs - 2020

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1 - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen

Artikel 1. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel, alsook administratief personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bepaling onder C, b), 14ter, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2019, wordt opgeheven;

  2. de bepaling onder G), a), ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009 en gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011 en 24 juni 2013, wordt aangevuld met een bepaling onder 5.1, luidende:

    "5.1. leerkracht voor harp".

    Art. 2. Artikel 7, b), 10°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juli 1969, wordt vervangen als volgt:

    10° beheerder Financiën en Gebouwen;

    HOOFDSTUK 2 - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs

    Art. 3. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. het zesde lid, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 29 juni 2015 en bij het decreet 26 juni 2017, wordt aangevuld met de volgende zinnen:

    Bij gebrek aan een kandidaat die houder is van het vereiste bekwaamheidsbewijs voor het ambt van pedagoog voor specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basisonderwijs, kunnen in dat ambt personen worden aangesteld die houder zijn van het diploma van onderwijzer voor het lager onderwijs of, als de pedagoog voor specifieke onderwijsbehoeften uitsluitend bevoegd is voor het kleuteronderwijs of voor de eerste graad van het lager onderwijs,

    die houder zijn van het diploma van kleuteronderwijzer, aangevuld met twee jaar nuttige beroepservaring in een ambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, waarbij deeltijdse prestaties in verhouding tot een voltijdse betrekking worden aangerekend, en die op het tijdstip van de aanstelling reeds ingeschreven zijn voor een aanvullende opleiding van ten minste 15 ECTS-punten in de bevorderingspedagogiek, de heilpedagogie of de orthopedagogie. Als bewijs dient een inschrijvingsbevestiging die is afgegeven door de onderwijsinstelling waar de aanvullende opleiding gevolgd wordt. De aanstelling in dat ambt eindigt van ambtswege na afloop van twee jaar, als het betrokken personeelslid de aanvullende opleiding niet binnen die termijn van twee jaar met succes heeft voltooid.

  4. het achtste lid, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2018, wordt opgeheven.

    Art. 4. Het opschrift van hoofdstuk III, afdeling 4, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt:

    Afdeling 4 - Overname van personeelsleden

    Art. 5. In hoofdstuk III, afdeling 4, van hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 51.1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 51.1 - § 1 - De inrichtende macht kan een vacante betrekking van een wervingsambt in de categorie van het bestuurspersoneel laten bekleden door een personeelslid over te nemen van een administratieve overheid als bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, hierna 'afgevende overheid' genoemd, behalve indien de inrichtende macht op grond van de bepalingen over de reaffectatie, wedertewerkstelling en uurroosteraanvulling ertoe verplicht is die betrekking toe te wijzen aan een personeelslid dat wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking staat.

    Het personeelslid van de afgevende overheid kan op eigen verzoek overgenomen worden als definitief benoemd personeelslid in een wervingsambt in de categorie van het bestuurspersoneel, als:

  5. het over te nemen personeelslid bij de afgevende overheid definitief benoemd is;

  6. het hoofd van de afgevende overheid zijn schriftelijke toestemming heeft gegeven;

  7. het over te nemen personeelslid op het tijdstip van de overname voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor het ambt waarin hij na de overname benoemd zal worden, met uitzondering van de bepalingen betreffende de wervingsprocedure.

    Bij een overname geschiedt het ontslag van het personeelslid bij de afgevende overheid en de vaste benoeming door de inrichtende macht zonder onderbreking in de tijd.

    Voor de berekening van de dienstanciënniteit tellen de diensten die het overgenomen personeelslid vóór de overname gepresteerd heeft bij de afgevende overheid, mee alsof ze gepresteerd waren in het ambt waarin het betrokken personeelslid bij de inrichtende macht wordt overgenomen.

    § 2 - Het overgenomen personeelslid wordt bezoldigd op basis van de financiële anciënniteit bij de afgevende overheid wanneer de financiële anciënniteit die het personeelslid met toepassing van de bepalingen van de opnemende instelling zou hebben, niet minstens even hoog is.

    Als de wedde - toelagen inbegrepen - van het overgenomen personeelslid met toepassing van titel II en titel II.1 van het decreet van 21 april 2008 houdende valorisatie van het lerarenberoep lager is dan de wedde - toelagen inbegrepen - die het overgenomen personeelslid vóór de overname bij de afgevende overheid kreeg, wordt het overgenomen personeelslid verder bezoldigd op basis van de weddeschaal - toelagen inbegrepen - van de afgevende overheid tot betrokkene met toepassing van titel II en titel II.1 van het decreet van 21 april 2008 een minstens even hoge wedde krijgt."

    Art. 6. In artikel 66, § 4, vierde lid, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 28 juni 2010, worden de woorden "de vermelding "onvoldoende"" vervangen door de woorden "de vermelding "niet tevredenstellend" of "onvoldoende"".

    Art. 7. In artikel 91quinquiesdecies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 24 juni 2013 en vervangen bij het decreet van 18 juni 2018, wordt het woord "3° " vervangen het woord "4° ".

    Art. 8. In artikel 91undequadragies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 18 juni 2018, worden de woorden "en de artikelen 91undecies" vervangen door de woorden "°, artikel 91undecies met uitzondering van § 2, eerste lid, en de artikelen 91duodecies".

    Art. 9. In het opschrift van hoofdstuk VIIdecies van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2019, worden de woorden "pedagogische coördinatoren voor inclusieve scholen en" opgeheven.

    Art. 10. In artikel 91quadragiesquinquies van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2019, worden de woorden "op het ambt van pedagogische coördinator voor inclusieve scholen en" opgeheven.

    Art. 11. In hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2019, wordt een hoofdstuk VIIundecies ingevoegd, dat de artikelen 91quadragiessexies tot 91quintagies omvat, luidende:

    Hoofdstuk VIIundecies - Bijzondere bepalingen voor de beheerder Financiën en Gebouwen

    Art. 12. In hoofdstuk VIIundecies van hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 91quadragiessexies ingevoegd, luidende:

    Art. 91quadragiessexies - Principe

    In afwijking van hoofdstuk VII wordt het ambt van beheerder Financiën en Gebouwen uitsluitend toegewezen in de vorm van een aanstelling en een vaste benoeming, overeenkomstig de onderstaande bepalingen.

    Artikel 91septies, artikel 91octies, § 1, eerste lid, en § 2, artikel 91undecies met uitzondering van § 2, eerste lid, en de artikelen 91duodecies tot 91terdecies en artikel 91quadragiesquater zijn van toepassing op het ambt van beheerder Financiën en Gebouwen.

    Art. 13. In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 91quadragiessepties ingevoegd, luidende:

    Art. 91quadragiessepties -Toelatingsvoorwaarden

    Om dit ambt te mogen uitoefenen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    1° voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 91quater, 1° en 4° tot 6° ;

    2° houder zijn van één van de volgende studiegetuigschriften:

    a) het diploma van het hoger onderwijs van het korte type in de studierichting Boekhouding;

    b) het eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs in de studierichting Economische Wetenschappen, Economie, Bedrijfsmanagement of Boekhouding, aangevuld met vijf jaar nuttige beroepservaring in het kader van een beroepsactiviteit die verband houdt met het ambt van opvoeder-huismeester of in het kader van een activiteit die verband houdt met het ambt van beheerder Financiën en Gebouwen, waarbij deeltijdse prestaties in verhouding tot een voltijdse betrekking worden aangerekend;

    c) het eindgetuigschrift van het hoger algemeen secundair onderwijs of technisch overgangsonderwijs, aangevuld met vijf jaar nuttige beroepservaring in het ambt van opvoeder-huismeester of in het kader van een activiteit die verband houdt met het ambt van beheerder Financiën en Gebouwen, waarbij deeltijdse prestaties in verhouding tot een voltijdse betrekking worden aangerekend;

    d) elk diploma van het hoger onderwijs van het korte type of eindgetuigschrift van het hoger secundair technisch of beroepsonderwijs dat werd uitgereikt ter bekrachtiging van een opleiding waarvan de hoofdvakken verband houden met het ambt van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT