22 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI 'Intellectuele eigendom' in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI 'Intellectuele eigendom' van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, de artikelen 32, § 2, tweede lid, en 49;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI "Intellectuele eigendom" van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft;

Gelet op het advies van de Raad van State 62.516/2, gegeven op 18 december 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat artikel 49 van voormelde wet van 19 april 2014 bepaalt dat de Koning de datum van inwerkingtreding bepaalt van het geheel of een deel van elke bepaling ingevoegd door de wet van 19 april 2014 in het Wetboek van economisch recht; dat de Koning derhalve een bepaald artikel van het Wetboek van economisch recht slechts gedeeltelijk in werking kan laten treden;

Overwegende dat wat betreft de zogenaamde billijke vergoeding voor naburige rechthebbenden voor de openbare uitvoering en uitzending via de omroep van hun prestaties, voorzien in de artikelen XI.212 tot en met XI.214 van het Wetboek van economisch recht, een onderscheid moet gemaakt worden tussen enerzijds de openbare uitvoering en uitzending via de omroep van fonogrammen, en anderzijds de openbare uitvoering en uitzending via de omroep van films;

Overwegende dat wat betreft de openbare uitvoering en uitzending via de omroep van fonogrammen, op basis van de bestaande beslissingen van de commissie "billijke vergoeding" bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, hierna "Auteurswet" genoemd, een ontwerp van besluit werd uitgewerkt om:

- in grote mate de inhoud van de beslissingen die voorheen door de Commissie "billijke vergoeding" genomen werden te coördineren;

- rekening te houden met onder meer de technische evoluties sinds de goedkeuring van de beslissingen, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan de technische evoluties in de omroepsector;

- een betere legistieke en juridisch - technische formulering te verzorgen;

- een coördinatie door te voeren van de beslissingen over de verschillende sectoren, en ongerechtvaardigde verschillen weg te werken;

- rekening te houden met de juridische voorbereiding van het in artikel XI.253, § 2 van het Wetboek van economisch recht voorziene uniek platform voor de openbare uitvoering van fonogrammen, bijvoorbeeld door het voorzien van een aangifteplicht in plaats van een reactieplicht voor de debiteuren van de vergoeding;

- een regeling uit te werken inzake de openbare uitvoering van fonogrammen in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT