21 OKTOBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 december 2021 houdende een generieke waarborgregeling voor ondernemingen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2009 tot uitvoering van Hoofdstuk III/1 van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 10 december 2021 houdende een generieke waarborgregeling voor ondernemingen, artikel 3, § 4, artikel 4, § 2 en § 3, artikel 6, § 4, artikel 7, artikel 16, en artikelen 22/1 tot 22/4;

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

-De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 2 mei 2022.

- De Raad van State heeft advies 71.759/1/V (adviesnummer) gegeven op 3 augustus 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. aanmelding: het verzoek van de waarborghouder aan de waarborgvennootschap om een waarborg te registreren;

  2. afroep: de formele vordering van de betaling van de waarborg;

  3. decreet van 10 december 2021: het decreet van 10 december 2021 houdende een generieke waarborgregeling voor ondernemingen;

  4. dekkingspercentage: het percentage van de financieringsovereenkomst dat gewaarborgd wordt door de waarborg;

  5. leasingmaatschappij:

    1. een rechtspersoon waarvan een van de bedrijfsactiviteiten het stellen van handelingen of verrichtingen van financieringshuur of leasing is als vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur, en die daarvoor de erkenning, vermeld in artikel 2 van het voormelde koninklijk besluit, heeft verkregen;

    2. een rechtspersoon die afkomstig is van een andere lidstaat van de Europese Unie en die voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2, § 2, van het voormelde koninklijk besluit;

  6. leasingovereenkomst: elke overeenkomst tussen een leasingmaatschappij en een begunstigde, waarbij de leasingmaatschappij het bedrijfsmiddel op gespecificeerde aanwijzing van de begunstigde verwerft om het daarna te verhuren aan de begunstigde;

  7. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie;

  8. opeisbaarstelling: het ogenblik waarop de begunstigde juridisch verplicht is om de openstaande bedragen te betalen die onder de financieringsovereenkomst toegekend zijn;

  9. registratie: de formele bevestiging door de waarborgvennootschap dat een aanmelding is ontvangen;

  10. verbonden ondernemingen: de verbonden ondernemingen, vermeld in artikel 3, lid 3, van bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard

  11. werkdag: een dag die geen zaterdag, zondag of Vlaamse of Federale wettelijke feestdag is.

    HOOFDSTUK 2. - De waarborghouders

    Art. 2. § 1. De volgende rechtspersonen kunnen waarborghouder zijn:

  12. kredietinstellingen die de vergunning, vermeld in artikel 7 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, hebben verkregen en ook alle kredietinstellingen die ressorteren onder een andere lidstaat en die conform boek III van de voormelde wet hun werkzaamheden op het Belgische grondgebied mogen uitoefenen;

  13. leasingmaatschappijen;

  14. kredietverlenende rechtspersonen voor de sociale economie;

  15. alternatieve financieringsinstellingen.

    § 2. Een contingent kan alleen worden toegekend aan de rechtspersonen, vermeld in paragraaf 1, die financieringsovereenkomsten sluiten ten gunste van ondernemingen.

    § 3. De rechtspersonen, vermeld in paragraaf 1, kunnen alleen waarborgen aanmelden nadat ze een raamovereenkomst met de waarborgvennootschap hebben gesloten.

    De raamovereenkomst regelt al de volgende punten:

  16. de rapporteringsverplichting van de waarborghouder;

  17. de informatieverstrekking door de waarborgvennootschap aan de waarborghouder en de dienstverlening die de waarborghouder van de waarborgvennootschap mag verwachten, inzonderheid de helpdeskfunctie en de bereikbaarheid van de waarborgvennootschap;

  18. de procedures om financieringsovereenkomsten te sluiten;

  19. de regels en criteria voor de beoordeling van de kredietwaardigheid en de solvabiliteit van de begunstigde;

  20. de inhoudelijke en vormelijke procedures die gelden voor de aanmelding, de berekening en de betaling van de verschuldigde premie;

  21. de procedures die de waarborghouder moet volgen voor het beheer van de aangemelde waarborgen vóór de opeisbaarstelling;

  22. de procedures die de waarborghouder moet volgen voor de opeisbaarstelling van een gewaarborgde financieringsovereenkomst;

  23. de procedures voor de afroep van de waarborg en om de voorlopige betaalbaarstelling te berekenen;

  24. de procedures voor de voorlopige betaalbaarstelling;

  25. de regels voor de uitwinning van de begunstigde, de medeschuldenaars en de zekerheden en voor de toerekening van recuperaties, kosten en erelonen na de opeisbaarstelling;

  26. de procedures om waarborgdossiers af te sluiten;

  27. de regels voor de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van dossiers en relevante gegevens om de waarborgvennootschap toe te laten om relevante gegevens te verifiëren en de naleving te toetsen aan de bepalingen van het decreet van 10 december 2021, de uitvoeringsbesluiten ervan en de raamovereenkomst;

  28. de regels voor een eventuele herziening, wijziging of beëindiging van de raamovereenkomst.

    § 4. Als een waarborghouder fuseert met een andere rechtspersoon, neemt de gefuseerde entiteit alle rechten en verplichtingen over van de waarborghouder, op voorwaarde dat de gefuseerde entiteit voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het decreet van 10 december 2021 en de uitvoeringsbesluiten ervan, en op voorwaarde dat een nieuwe raamovereenkomst wordt onderschreven.

    Als een bestaande waarborghouder wordt gesplitst, kunnen alle rechten en verplichtingen van de vroegere waarborghouder worden verdeeld tussen de nieuwe entiteiten, als die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het decreet van 10 december 2021, de uitvoeringsbesluiten ervan en de raamovereenkomst.

    HOOFDSTUK 3. - Categorieën van financieringsovereenkomsten

    waarvoor een waarborg kan worden verkregen en de criteria waaraan ze moeten voldoen

    Art. 3. Een waarborg kan alleen verkregen worden tot zekerheid van de volgende overeenkomsten:

  29. financieringsovereenkomsten waarbij de waarborghouder aan de begunstigde een krediet verleent voor de financiering van investeringen of werkkapitaal;

  30. financieringsovereenkomsten waarbij de waarborghouder zich voor rekening van de begunstigde persoonlijk garant stelt ten voordele van een of meer schuldeisers van de begunstigde;

  31. leasingovereenkomsten tussen de waarborghouder en de begunstigde;

  32. financieringsovereenkomsten die door de waarborghouder zijn toegestaan als een verlenging van een bestaande financieringsovereenkomst waarvoor al een waarborg is verkregen;

  33. overeenkomsten die een combinatie bevatten van de financieringsovereenkomsten, vermeld in punt 1° tot en met 4°.

    Art. 4. § 1. De financieringsovereenkomsten bevatten al de volgende clausules:

  34. een beding op grond waarvan de waarborgvennootschap gerechtigd is om inzage te nemen in de onderdelen van de boekhouding van de waarborghouder die betrekking hebben op de begunstigde en zijn medeschuldenaars;

  35. een beding op grond waarvan de waarborghouder gerechtigd is om de financieringsovereenkomst opeisbaar te stellen als er onjuistheden of onvolledigheden blijken te zijn in een of meer gegevens die op grond van het decreet van 10 december 2021 en de uitvoeringsbesluiten ervan aan de waarborgvennootschap moeten worden meegedeeld, of als aan de middelen die door de waarborghouder zijn verstrekt, een andere bestemming wordt gegeven dan de bestemming die is meegedeeld met toepassing van de bepalingen van het decreet van 10 december 2021 en de uitvoeringsbesluiten ervan aan de waarborgvennootschap;

  36. een beding waarin uitdrukkelijk gestipuleerd wordt dat de waarborg die is toegekend op basis van het decreet van 10 december 2021 en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT