21 OKTOBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan ik de eer heb het ter ondertekening van Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe sommige wijzigingen aan te brengen in het Koninklijk besluit van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen

Binnen de Begeleidingscommissie voor de hervorming van de civiele veiligheid werd een werkgroep SAH (snelste adequate hulp) opgericht die, op basis van de bevindingen in de praktijk, een aantal aanpassingen voorgesteld heeft inzake de minimaal in te zetten middelen.

Op basis van het voorstel van deze werkgroep worden een aantal bepalingen van de bestaande regeling aangepast.

De voornaamste wijzigingen zijn de volgende.

In artikel 6 wordt gepreciseerd dat de uitzondering die toelaat om in plaats van een autopomp met 6 (AP6), tegelijk twee autopompen met 4 (AP4) te sturen, enkel op niet-structurele wijze mag toegepast worden door de zone. Dat betekent dat het personeelsplan niet mag gebaseerd zijn op deze uitzondering.

Het algemene uitgangsprincipe is de autopomp met 6 personen, de zone mag zich niet structureel organiseren op basis van de uitzondering 2 x AP4. In uitzonderlijke en onvoorziene gevallen, zoals ziekte, ongeval of andere omstandigheden buiten de controle of wil van de zonecommandant, ... heeft de zonecommandant de mogelijkheid te beslissen, voor een zeer korte periode met 2 x AP4 te vertrekken, of de post te sluiten, en onderneemt hij alle mogelijke maatregelen om zich zo snel mogelijk in regel te stellen om opnieuw met een AP 6 te kunnen vertrekken.

De indeling in interventietypes in bijlage 1 werd afgestemd op de interventietypelijst van de 112-centra.

Voor sommige interventies behoort een commandowagen met een officier momenteel tot de minimale middelen. De praktijk wees echter uit dat een officier niet altijd vereist is voor deze interventies. Daarom wordt in bijlage 1 de commandowagen met officier vermeld voor een kleiner aantal interventies dan voorheen.

Voor een aantal opdrachten die voorheen opgenomen waren in bijlage 1, zijn geen minimale middelen meer bepaald. Dat was het resultaat van de werkzaamheden van de werkgroep SAH. De zone moet zelf, in functie van haar operationele risicoanalyse, haar risicoanalyse welzijn op het werk, de bestaande voorafgaande interventieplannen of standaard operationele procedure bepalen welke middelen ingezet moeten worden voor dat type interventie.

Bijlage 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT