21 MEI 2021. - Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Aan artikel 2 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014 en 8 december 2017, worden een punt 9° en 10° toegevoegd, die luiden als volgt:

"9° vergunninghouder: de vergunninghouder, vermeld in artikel 105, § 2, eerste lid, 1°, van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

  1. de persoon die de melding heeft verricht: de persoon die de melding heeft verricht, vermeld in artikel 105, § 2, eerste lid, 1°, van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.".

    Art. 3. In artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014 en 9 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  2. tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "De vergunninghouder of de persoon die de melding heeft verricht, die wordt vermeld in de bestreden beslissing of in de bestreden aktename of niet-aktename, is van rechtswege tussenkomende partij in een hangende procedure, op voorwaarde dat hijzelf niet de beroepsindiener is. In geval van overdracht van de bestreden beslissing kan het geding worden hervat door de nieuwe vergunninghouder.";

  3. in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "die betrekking hebben op de verzoeken tot tussenkomst" vervangen door de woorden "om tussen te komen".

    Art. 4. In artikel 21 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014, 15 juli 2016, 9 december 2016 en 27 oktober 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. in paragraaf 1, derde lid, wordt de zinsnede "bij de indiening van een verzoekschrift tot tussenkomst, bedraagt 100 euro per vordering waarin een verzoek tot tussenkomst is ingediend" vervangen door de zinsnede ", bedraagt 100 euro per vordering waarin ze tussenkomt";

  5. er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt:

    " § 1/1. De tussenkomende partij, vermeld in artikel 20, derde lid, is vrijgesteld van de betaling van het rolrecht.";

  6. in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "of tussenkomende partij"...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT