21 MAART 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut, artikel 11;

Gelet op het Koninklijk besluit van 8 maart 1989 houdende de oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, artikel 1, § 2;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 8, tweede lid;

Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, vierde lid, gewijzigd bij de ordonnantie van 6 november 2003;

Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, de artikelen 23 en 34, gewijzigd bij ordonnantie van 8 december 2016;

Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, artikel 9;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingcode, artikel 40;

Gelet op de ordonnantie van 28 mei 2015 houdende oprichting van Brussel-Preventie en Veiligheid, artikel 9, lid 3;

Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het Brussels Planningsbureau, artikel 10;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 november 2015;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën van 18 juli 2017;

Gelet op de `gendertest' uitgevoerd op 3 januari 2017 met toepassing van artikel 3, 2° van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 december 2016;

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 9 maart 2017;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Haven van Brussel van 28 april 2017;

Gelet op het advies van Actiris van 23 maart 2017;

Gelet op het advies het beheerscomité van de Economische en Sociale Raad voor Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 februari 2017;

Gelet op het protocol van Sectorcomité XV nr. 2017/06 van 23 oktober 2017;

Gelet op het advies nr. 62.715/4 van de Raad van State gegeven op 5 februari 2018 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt,

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna "instellingen" genoemd,, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De instellingen bedoeld in het eerste lid zijn degene die werden bepaald in artikel 1, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna "statuut" genoemd.

Onderhavig besluit is van toepassing op het contractueel personeel van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

§ 2. Wanneer een verwijzing plaatsvindt naar het statuut, dient hieronder te worden begrepen het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2. Bij arbeidsovereenkomst kunnen personen in dienst worden genomen uitsluitend om :

  1. aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen, hetzij voor in de tijd beperkte acties, hetzij voor een buitengewone toename van het werk :

  2. personeelsleden te vervangen bij gehele of gedeeltelijke afwezigheid, ongeacht of ze in dienstactiviteit zijn of niet, wanneer de duur van die afwezigheid tot vervanging noopt :

  3. bijkomende of specifieke taken te vervullen;

  4. te voorzien in de toekenning van mandaatfuncties in navolging van boek IV van het statuut. De bepalingen van dit besluit zijn op de mandaathouders van toepassing voor zover boek IV van het statuut niet afwijkt van dit besluit.

  5. jonge werkzoekenden toe te staan om hun intrede te maken op de arbeidsmarkt, in het kader van federale of gewestelijke maatregelen die hun tewerkstelling beogen.

    Art. 3. § 1. Elke arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan.

    § 2. In de arbeidsovereenkomst wordt de plaats vermeld waar de werkzaamheden worden verricht.

    Elke wijziging van de plaats van tewerkstelling geeft aanleiding tot een bijlage bij de arbeidsovereenkomst.

    § 3. De arbeidsovereenkomsten worden door de leidende ambtenaar of zijn gemachtigde ondertekend.

    Art. 4. De rechten en plichten bepaald in de artikelen 5 tot en met 14 van het statuut zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing.

    HOOFDSTUK II. - Indienstneming

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 5. § 1 Om bij arbeidsovereenkomst in dienst te worden genomen is het vereist om aan volgende voorwaarden te voldoen :

  6. de burgerlijke en politieke rechten niet ontnomen zijn;

  7. de medische geschiktheid bezitten om de functie uit te oefenen, indien de aard van de functie dit vereist;

  8. houder zijn van een diploma of getuigschrift dat overeenstemt met het niveau van de te verlenen graad onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn voor de ambtenaren krachtens het statuut;

  9. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de vereisten aangaande de te verlenen betrekking;

  10. over een professionele ervaring beschikken van drie jaar voor een functie van rang 2 en zes jaar voor een functie van rang 3. Deze ervaring dient equivalent te zijn aan het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT