21 JULI 2021. - Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU en van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 29 april 1999

betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

Art. 2. Artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 juni 2021 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het verlengen van energiecontracten van huishoudelijke afnemers en kmo's, wordt aangevuld met de bepalingen onder 95° tot 101°, luidende:

"95° Verordening (EU) 2016/631 van de Europese Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net, hierna "Europese netwerkcode RfG" genoemd;

96° Verordening (EU) 2016/1388 van de Europese Commissie van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers, hierna "Europese netwerkcode DCC" genoemd;

97° Verordening (EU) 2016/1447 van de Europese Commissie van 26 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting op het net van hoogspanningsgelijkstroomsystemen en op gelijkstroom aangesloten power park modules, hierna "Europese netwerkcode HVDC" genoemd;

98° Verordening (EU) 2017/2196 van de Europese Commissie van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet, hierna "Europese netwerkcode E&R" genoemd;

99° "Verordening (EU) 2019/941": Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG;

100° eisen voor algemene toepassing: de eisen voor algemene toepassing of de methodologie die ter berekening of vaststelling van deze eisen wordt gebruikt bedoeld in artikel 7.1 en 7.4 van de Verordening RfG, artikel 6.1 en 6.4 van de Verordening DCC, en artikel 5.1 en 5.4 van de Verordening HVDC;

101° "ondersteunende dienst": een dienst die nodig is voor de exploitatie van een transmissie- of distributiesysteem, met inbegrip van balanceringsdiensten en niet-frequentie gerelateerde ondersteunende diensten, maar uitgezonderd congestiebeheer.".

Art. 3. In artikel 9bis, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 14 januari 2003 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in de eerste zin worden de woorden "De netbeheerder dient" vervangen door de woorden "In geval de netbeheerder onrechtstreeks bezitter of eigenaar is van het transmissienet, dan dient de netbeheerder";

2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "of de bezitter" ingevoegd tussen de woorden "Elke dochteronderneming die eigenaar" en de woorden "is van de infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet.".

Art. 4. In artikel 9ter, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 januari 2012, wordt de eerste zin vervangen als volgt:

"Op voorstel van de commissie en na overleg met de netbeheerder, bepaalt de Koning:".

Art. 5. In artikel 10, § 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 augustus 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden "de netbeheerder aan na voorstel van één of meerdere neteigenaars (met inbegrip, in voorkomend geval, van de scheidende netbeheerder) die, afzonderlijk of gezamenlijk, een deel van het transmissienet bezitten dat ten minste 75 procent van het nationaal grondgebied en ten minste twee derden van het grondgebied van elk gewest bestrijkt" vervangen door de woorden "de onderneming die aan alle vereisten voldoet bedoeld in artikel 9 en die gecertificeerd is overeenkomstig de procedure bedoeld in paragraaf 2ter die, rechtstreeks dan wel onrechtstreeks, maar wel het volledige bezit of de volledige eigendom heeft van het volledige betreffende transmissiesysteem dat een deel uitmaakt van of samenvalt met het transmissienet gesitueerd binnen het nationale grondgebied, aan als netbeheerder.";

2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 6. In artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:

"De Koning stelt een technisch reglement op voor het beheer van het transmissienet.";

2° in het tweede lid wordt de zin "Het technisch reglement bepaalt inzonderheid:" vervangen als volgt:

"Na overleg met de netbeheerder en na advies van de commissie, bepaalt de Koning in het technisch reglement, bedoeld in het eerste lid, minstens:";

3° in het tweede lid wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt:

"1° de technische veiligheidscriteria en technische voorschriften met de minimumeisen inzake het technische ontwerp, de bedrijfsvoering en de exploitatie van productie-installaties, de distributiesystemen, de apparatuur van direct aangesloten afnemers, de interconnector circuits en de directe lijnen, waaraan moet worden voldaan. Die technische voorschriften zijn objectief en niet-discriminerend.";

4° in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden "met uitzondering van de vaststelling van de methode en de voorwaarden bedoeld in de bepalingen 1° en 2° van paragraaf 2, tweede lid.";

5° in het tweede lid wordt de bepaling onder 5° opgeheven;

6° in het tweede lid wordt de bepaling onder 6° aangevuld met de woorden "met uitzondering van de vaststelling van de methode en de voorwaarden bedoeld in de bepaling onder 2° van paragraaf 2, tweede lid.";

7° in het tweede lid wordt de bepaling onder 7° aangevuld met de woorden "met uitzondering van de vaststelling van de methode en de voorwaarden bedoeld in de bepaling onder 1° van paragraaf 2, tweede lid.";

8° het tweede lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 8° tot 10°, luidende:

"8° de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT