21 DECEMBER 2022. - Besluit van de Raad van Bestuur houdende de aanvullende reglementen voor door De Vlaamse Waterweg beheerde waterwegen

De Raad van Bestuur,

Gelet op het Scheepvaartdecreet, artikel 148, § 3;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel I.4, 15°, en artikel III.8;

Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht, artikel 35, § 1;

Gelet op het wetboek van vennootschappen en verenigingen, artikel 7:93, § 1;

Gelet op de statuten van De Vlaamse Waterweg nv, artikel 33, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 1950 houdende bijzondere reglementen van sommige scheepvaartwegen;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de door De Vlaamse Waterweg nv beheerde waterwegen

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.1. § 1. In aanvulling op de algemene reglementen bedoeld in artikel 148, § 1, van het Scheepvaartdecreet, gelden voor de door De Vlaamse Waterweg nv beheerde waterwegen de hiernavolgende aanvullende reglementsbepalingen.

§ 2. De macht, aan de minister van Openbare Werken verleend door titel I, III en IV van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk, berust bij de raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg nv en de bevoegdheden daarin toegekend aan de gemachtigde van de minister en aan de ambtenaren en agenten van bruggen en wegen worden uitgeoefend door de personeelsleden van De Vlaamse Waterweg nv.

Art. 1.2. Behoudens afwijkingen in de aanvullende reglementen voor specifieke waterwegen, opgenomen in de volgende hoofdstukken, is op de waterwegen beheerd door De Vlaamse Waterweg nv de scheepvaart continu toegelaten. De regelingen betreffende de tijdstippen waarop de scheepvaart is toegelaten in artikel 11, lid 1 en 3, van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk zijn er niet van toepassing.

Art. 1.3. Behoudens afwijkingen in de aanvullende reglementen voor specifieke waterwegen, opgenomen in de volgende hoofdstukken, kunnen de schepen op alle plaatsen langs de door De Vlaamse Waterweg nv beheerde waterwegen worden gemeten. De locatie van uitvoering wordt bepaald door de binnenvaartcommissie.

Art. 1.4. Aan boord van een schip op de door De Vlaamse Waterweg nv beheerde waterwegen, met uitzondering van een schip zonder bemanning en een klein open schip, moet een exemplaar van dit besluit aanwezig zijn.

Aan het voorgaande lid wordt voldaan indien onmiddellijk een exemplaar kan worden geraadpleegd via een elektronisch middel.

Art. 1.5. De stilliggende schepen op de door De Vlaamse Waterweg nv beheerde waterwegen moeten zo worden gemeerd, dat zij ingevolge de schommeling van het waterpeil de grond niet kunnen raken. Van De Vlaamse Waterweg nv kan niet worden geëist, dat zij gestrande schepen vlotmaakt door het opdrijven van het waterpeil.

Art 1.6. Indien duwkonvooien dienen ontkoppeld te worden aan de sluizencomplexen, heeft de duwboot, na de schutting van de duwboot met de eerste duwbak en na het ontkoppelen van de eerste bak, recht op voorrang bij de eerstvolgende schutting terug.

Na de koppeling van de duwboot met de tweede duwbak, heeft dit konvooi eveneens recht op voorrang bij de eerstvolgende schutting.

Elk ander schip moet de nodige medewerking verlenen, opdat de schepen, bedoeld in het eerste en tweede lid, de sluis zonder oponthoud zouden kunnen invaren.

Art. 1.7. Het is voor alle schepen verboden om autobanden en trossen touw te gebruiken als wrijfhout of fender, zowel tijdens het varen op de waterwegen en het doorvaren van kunstwerken als bij het stilliggen of aanmeren aan vaste installaties voor korte duur.

Het gebruik van autobanden en trossen touw is wel toegestaan bij het stilliggen of aanmeren voor lange duur. Als stilliggen of aanmeren voor lange duur wordt beschouwd het stilliggen of aanmeren met het oog op het overnachten, laden, lossen of aanmeren in afwachting van een volgende reis. De schipper dient altijd de nodige voorzorgen te nemen om te beletten dat de autobanden of trossen touw in de waterweg terecht kunnen komen.

Art 1.8. Het bedieningspersoneel van de sluizen biedt geen assistentie, zoals het manueel aannemen van meertouwen.

In afwijking van het eerste lid, moet de schipper die assistentie verlangt er uitdrukkelijk om vragen, waarna uitsluitend aan de onderstaande sluizen assistentie wordt verleend:

  1. wat de zeeschepen betreft:

    1. de zeesluis van Wintam op het Zeekanaal Brussel-Schelde;

    2. Sluis Wijnegem op het Albertkanaal.

  2. wat de binnen- en pleziervaartschepen betreft:

    1. de Dammepoortsluis te Brugge op het Kanaal Gent-Oostende;

    2. Sluis Wijnegem op het Albertkanaal.

    Art. 1.9. § 1. De scheepvaartrechten voor de reizen over de waterwegen, beheerd door De Vlaamse Waterweg nv, worden maandelijks gefactureerd aan de eigenaar of exploitant van het schip.

    Het is niet mogelijk om voor elke reis individueel te betalen.

    § 2. In afwijking van artikel 79, § 3, van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk, worden de verschuldigde scheepvaartrechten berekend aan de hand van de werkelijke afgelegde afstand tussen het vertrekpunt en het aankomstpunt van de reis.

    Art. 1.10. Een schip dat zich voor het sluitingsuur aan een kunstwerk voor bediening aanbiedt, maar niet meer kan worden bediend tijdens de bedieningsuren, moet wachten tot de bediening van het kunstwerk hervat.

    In afwijking van het eerste lid, wordt het schip nog bediend indien het zich op het ogenblik dat het zich voor bediening aanbiedt op minder dan 500 meter van het kunstwerk bevindt en, indien het gaat om een sluis, voor zover aan alle hierna vermelde voorwaarden wordt voldaan:

  3. het schip bevindt zich aan de kant van het kunstwerk waar de schutting kan aangevat worden;

  4. er is nog plaats beschikbaar voor het schip in de schutkolk.

    Art. 1.11. De toegang tot de sluizen op de waterwegen, beheerd door De Vlaamse Waterweg nv, is voor alle door spierkracht voortbewogen kleine schepen en waterscooters verboden. De Vlaamse Waterweg nv kan echter bij uitzondering de toegang toestaan, eventueel onder voorwaarden.

    Art. 1.12. De bemanningsleden en de andere personen aan boord van een schip bestemd voor bedrijfsmatig vervoer moeten reddingsvesten dragen zoals bedoeld in artikel 13.08, tweede lid, van de bijlage bij het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen in de volgende omstandigheden:

  5. bij het van of aan boord gaan, voor zover er gevaar voor in het water vallen bestaat;

  6. bij het verblijven in de bijboot;

  7. bij werkzaamheden buiten boord;

  8. bij verblijf en werkzaamheden aan dek en in het gangboord, indien verschansingen van ten minste 90 cm hoogte niet aanwezig zijn of relingen niet doorlopend zijn geplaatst.

    Werkzaamheden buiten boord mogen uitsluitend bij stilliggende schepen worden uitgevoerd en uitsluitend indien van de overige scheepvaart geen gevaar te verwachten valt.

    Art. 1.13. Voor de beoefening van Stand Up Paddle boarden (SUP) gelden de volgende voorwaarden:

  9. SUP mag niet beoefend worden tussen zonsondergang en zonsopgang;

  10. het gebruik van een SUP-leash is verplicht;

  11. bij SUP-initiaties en bij groepen van minimaal 15 deelnemers is het dragen van een zwemvest verplicht.

    Art. 1.14. Niemand mag beweegbare bruggen, of de wegen die er rechtstreeks op aansluiten (tot de slagbomen of verkeerslichten/verkeersborden), betreden in de volgende gevallen:

  12. verkeerslichten of verkeersborden verbieden de toegang;

  13. de slagbomen zijn in beweging of gesloten.

    Afdeling 2. - Afmetingen van kunstwerken en schepen

    Art. 1.15. De vrije hoogte onder de bruggen, de tijdens de vaart aan te houden minimumafstand tot de oever, de afwaartse drempels van de tijsluizen, de maximaal toegelaten afmetingen van de schepen en de maximale diepgang van de schepen die op de bijzondere waterwegen mogen varen, zijn per waterweg bepaald in de bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.

    De gebruikers van de waterwegen moeten de in het eerste lid bedoelde voorschriften inzake afmetingen en diepgang strikt naleven. De Vlaamse Waterweg nv kan afwijkingen toestaan en aan die afwijkingen voorwaarden verbinden.

    De schippers dienen de minimumafstand tot de oever te respecteren behalve ter hoogte van kaaimuren en aanlegplaatsen. Bij het aanmeren aan kaaimuren of aanlegplaatsen dient de schipper de aanwezige waterdiepte na te gaan en de nodige maatregelen te nemen om de bodem niet te raken, om niet vast te varen en geen over- of ondiepte te veroorzaken.

    De maximaal toegelaten diepgang heeft enkel betrekking tot het vaarwater bij een normaal peil zoals vermeld in de tabel betreffende de brughoogten. De waterdiepte langs schuine oevers, private kaaimuren of aanlegplaatsen, zijarmen en insteekhavens kan onvoldoende zijn voor schepen met de maximaal toegelaten diepgang.

    De diepgang op de tijgebonden rivieren wordt niet in bijlage 1 vastgesteld aangezien de vaardiepte verandert volgens het te bevaren gedeelte van de rivier, het regime van de vaargeulen en banken, de stand van het getij en de omstandigheden die op het getij een invloed uitoefenen. De schippers dienen hun vaart te ondernemen in functie van de diepgang en afmetingen van hun schip en de stand van het getij.

    De aanwijzingen en bevelen van de bevoegde personen, de nautische publicaties en de verkeerstekens hebben voorrang op de bepalingen van dit artikel.

    De door De Vlaamse Waterweg nv verstrekte informatie, zoals bedoeld in dit artikel, is uitsluitend bedoeld om de verplichtingen van de waterweggebruikers te omschrijven. Die informatie houdt geen waarborg in aangaande de daadwerkelijk beschikbare afmetingen.

    Afdeling 3. - Maximaal toegelaten vaarsnelheden

    Art. 1.16. § 1. In de mate dat zij afwijken van de bepalingen van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk, worden de maximaal toegelaten vaarsnelheden die voor de diverse categorieën schepen gelden op de waterwegen bepaald in de aanvullende reglementen voor specifieke waterwegen, opgenomen in de volgende hoofdstukken.

    De maximaal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT